Werkgroep Fossielen Twente

 

 

De Werkgroep Fossielen Twente werd opgericht in januari 1999 en heeft ruim 20 leden - allen actieve verzamelaars - die 10 x per jaar bijeenkomen in het Natuurmuseum Enschede. De bijeenkomsten zijn gesplitst in een informatief deel dat bij toerbeurt door één of meerdere leden wordt verzorgd en in een werkdeel dat meer gericht is op het determineren van fossielen en onderlinge kennis-uitwisseling over bijv. vindplaatsen en prepareren.

       
Hieronder een korte weergave van de thema's in de periode 1999-2000
 
Zee-egels
Wie kent ze niet de zee-egels; recent zijn ze als broze bleke skeletjes, soms nog voorzien van stekels, te vinden aan het strand en fossiel zijn ze heel wat massiever in vele variëteiten te vinden in de vele Krijtgroeven in het naburige Duitsland, ook als zwerfsteenfossiel. Besproken werd het ontstaan van en de ontwikkeling door de geologische tijdperken heen, hun veelvormigheid en werd er een vergelijking gemaakt tussen uitgestorven en nog levende soorten. Aan de hand van de vele meegebrachte fossielen werden de vondstmogelijkheden in Duitsland en het wat verder gelegen Frankrijk besproken.
 
Ceratieten uit het Trias
Als je ruim 30 jaar ammonieten verzamelt van één bepaalde soort en van één vindplaats dan kun je er veel over vertellen en natuurlijk veel laten zien. Op een schema van meer dan drie meter Lang waren de afzettingslagen van de zee tijdens het "Muschelkalk" (een tijdperk uit het Trias) ingetekend met de daarbij behorende ammonieten, ceratieten genaamd. Het verhaal van de telkens wisselende omgevingsinvloed en de daarbij behorende veranderingen in vorm en grootte van deze ceratieten kon niet duidelijker worden verteld.
 
Prepareren
De vele fossielen die men in musea, privé-verzamelingen en op beurzen ziet, zien er als ze gevonden worden meestal niet zo mooi uit als ze nu in de vitrines liggen. Ze zijn vaak eerst geprepareerd en geconserveerd d.w.z. uit het omliggende gesteente gebeiteld, gebroken delen gelijmd en met verschillende chemische middelen verstevigd. Alle technieken van hamer en beitel tot het prepareren met een lucht aangedreven microbeitel en tandartsgereedschap onder een microscoop kwamen aan de orde. Dat diverse leden van de werkgroep intussen ook een compressor en luchtbeitels hebben aangeschaft spreekt boekdelen.
 
Baksteenkalk
De baksteenkalk met zijn vele fossielen is een verkiezelde kalksteen uit een van de oudste perioden van de geschiedenis van het leven op aarde: het Ordovicium, bijna een half miljard geieden. De naam is ontstaan doordat de rechte breukvlakken die af ten toe haaks op elkaar staan de stenen soms op een baksteen doen lijken. In het noordoosten van Twente en het daaraan grenzende Duitsland worden ze regelmatig als zwerfstenen gevonden in de talrijke daar aanwezige zandgroeven.
De lezing en de uitgebreide geïllustreerde bijlagen en de ook meegebrachte fossielen waaronder schelpen, koralen, sponzen en trilobieten gaven veel informatie over de uitgestorven dieren en hun leefomstandigheden. Na de pauze konden we met behulp van een tiental microscopen de meegebrachte "baksteen"-fossielen bewonderen en determineren.
 
Sponsen
Naast de genoemde baksteenkalk worden in dezelfde groeven ook kogelronde, ovale, schijfvormige vertakte en bekervormige fossielen gevonden. Alle met een kenmerkend patroon van groefjes, kleinere en grotere gaatjes aan het oppervlak. Het zijn verkiezelde sponsen, ook uit het Ordovicium. Wie zijn ramen nog lapt met een uit zee geviste spons, zal bij nadere beschouwing zien dat deze is opgebouwd uit dunne in eikaar hakende draadjes die als een weefsel kleine en grotere buisjes vormen en ontsluiten. De spons is het skelet van een levend wezen en de buizen en gaten zijn de openingen waardoor zeewater stroomde zodat het sponsdier zich kon voeden met de daarin aanwezige micro-organismen en mineralen.
De verkiezelde skeletten die een half miljard jaar geleden leefden worden in de Twentse zandgroeven in grote aantallen gevonden. Ze zijn zwerfstenen die miljoenen jaren geleden door oerrivieren en later ook tijdens de IJstijd naar ons land zijn getransporteerd.
Geschat wordt dat Nederlandse verzamelaars er op zijn minst tienduizend zo niet meer in hun bezit hebben. Bij de lezing over dit onderwerp waren dan ook alle leden aanwezig en met hun vele prachtige zelfgevonden sponsen.
 

Muschelkalk van Winterswijk
In Oktober waren we met de Achterhoek weer dichterbij huis maar zeker niet minder spannend. In de reusachtige kalkgroeven van Winterswijk wordt een grijze gelaagde fijnkorrelige kalk gewonnen uit het Muschelkalktijdvak (Midden Trias - ongeveer 200 miljoen jaar geleden).
Deze kalksteen is ontstaan in een ondiepe zee die bij eb regelmatig droogviel, misschien het best te vergelijken met de huidige Waddenzee. We treffen op de kalkplaten golfribbels aan, schelpafdrukken, vis- en kreeftenresten en massa's pootafdrukken net als op het drooggevallen wad. De voetsporen zijn in dit geval niet van vogels maar van kleine sauriërs die net als zeehonden deels in het water en deels op het land leefden. De meeste soorten maten van kop tot puntje staart niet meer dan een meter (een grote hagedis zoals een leguaan). Slechts enkele soorten werden langer dan twee meter.
Het vinden van overblijfselen van deze sauriërs zoals loopsporen en botten en af ten toe zelfs een deel van een skelet of nog zeldzamer een schedel, spreekt bijzonder tot de verbeelding.
De beide verzamelaars die deze avond verzorgden hadden het geluk gehad naast vele pootafdrukken en loopsporen ook een groot deel van een skelet te vinden en het op deze avond prachtig geprepareerd mee te nemen - dat was dus voor iedereen genieten.

 
Digitale Technieken
En over van elkaar leren gesproken. Bij het aanschouwen van de grote hoeveelheden meegebrachte fossielen werd één vraag vaak gesteld: "Hoe breng je orde in je verzameling; rubriceer en catalogiseer je het totale bestand aan fossielen en kennis over vindplaatsen?"
De één werkt met nummers en kaartenbakken, de ander schrijft op het fossiel en een derde legt alles van een groeve in een grote lade - vaak methoden geënt op gewoonte, traditie of gemakzucht.
De gewone vondstkaart waarop de naam van bet fossiel, vindplaats, datum en vondstomstandigheden worden genoteerd, kan worden uitgebreid met een foto. Dus werd een avond aan macrofotografie besteedt. Het summum is echter de digitale techniek. Er bestaan computerprogramma s waarin de vondstkaarten at voorgeprogrammeerd zijn; tik in je vondst en na verloop van tijd staat je hele verzameling op floppy en dan kun je naar believen rubriceren naar fossielsoort, vindplaats of ouderdom en weet je via bet beeldscherm wat in welke lade zit. Nog een stap verder is de digitale fotografie en de CD-rom. Je hele verzameling die soms duizenden kilo's weegt, kun je visueel (in kleur)en tekstueel vastleggen op een schijfje van enkele tientallen grammen en bijna overal laten zien - want wie heeft er in deze tijd nu geen computer.
Aan deze digitale technieken werden twee avonden besteed - we konden er geen genoeg van krijgen - dus vervolg gegarandeerd. En ja, als je toch eenmaal bezig bent - Internet kent geen grenzen en bleek een openbaring voor de fossielenverzamelaar. Van heinde en ver kun je geïllustreerde informatie halen over alles wat je verzamelhart begeert, je duikt van een beroemde groeve in Duitsland naar de planken van een Amerikaanse universiteitsbibliotheek. En wij dachten dat we al veel wisten.
 
Campanien rondom Hannover
Ongeveer 200 km hiervandaan, in de buurt van Hannover, komen kalksteenafzettingen uit de Krijtzee aan de oppervlakte. De hier aanwezige kalk wordt afgezet in een relatief warme zee in een tijdvak dat we het Campaan noemen (een onderdeel van de Krijtperiode 137-65 miljoen jaar geleden). In drie grote groeves met typisch Duitse namen: "Allemania", "Germania" en "Teutonia" wordt de kalksteen gedolven t.b.v. de cementindustrie.
De grote hoeveelheid prachtig bewaard gebleven fossiele zee-egels, koralen en sponsen met de meest bizarre vormen maken de groeves zeer geliefd bij verzamelaars, ook al door het feit dat er tot nu toe vrij mag worden gezocht (eerst toestemming vragen).
Bijna alle leden van de werkgroep hebben de groeves al meerdere keren bezocht en brachten mn. prachtige sponsen mee - dit en de uitgebreide informatiemap zorgden voor een geslaagde avond.
 

Tertiaire 'strandvondsten'
Ter afsluiting van dit verslag twee voorbeelden van het feit dat lang niet alle vondsten in groeves worden gedaan, maar dat ook langs de huidige stranden veel te vinden is en datje zelfs in je eigen achtertuin heel bijzondere zaken kunt opgraven. Aan de kusten van Noord Frankrijk tussen Calais en Caen (Normandië) is het goed toeven. De brandingsgolven spoelen bij vloed voortdurend delen van de hoge klifkust weg en leggen zo de daarin aanwezige fossielen vrij. De kalk- en kleilagen uit de Jura (198-137 miljoen jaar geleden) en het Krijt (137-65 miljoen jaar geleden) bevatten zeer veel resten van zeedieren zoals schelpen, zee-egels en ammonieten en soms nog met parelmoerschaal. Ook worden botten van zwemmende sauriërs gevonden. Wie zijn vakantie hier doorbrengt, zoals de beide verzamelaars die deze avond verzorgden, kan veel vinden en bij mooi weer ook nog genieten van het strand. Het is echter wel oppassen. De vloed is hoog en komt snel op en voordat je het weet zit je gevangen tussen het water en de hoge kust.

       
Steentijd artefacten
Het Usselerveen, een veen- en moerasgebied met daartussen heuvels van stuifzand werd in de jaren twintig en dertig ontgonnen tot landbouwgebied. Vlak voor de oorlog werd er in een door de wind uitgewaaide kuil in één van de zandheuvels een groot aantal kleine vuurstenen gebruiksvoorwerpen gevonden. Na de oorlog vond er een door de toenmalige directeur van het Rijksmuseum georganiseerde opgraving plaats. Er werden een aantal ongeveer 7000 jaar oude kampementen van rendierjagers aan het daglicht gebracht, compleet met vuurplaatsen en duizenden werktuigjes van vuursteen; tevens werd de z.g. brandlaag van Usselo ontdekt. Het oudste lid van onze werkgroep stond er als kleine jongen met zijn neus bovenop; zijn vader was immers de eigenaar van de grond.
Het verhaal ging over stiekem zoeken en de controversen tussen de 'hoge heren archeologen' en de 'kleine boer'. De vele eigen vondsten dienden hierbij ter illustratie.
       
 
       
Voor wie nog meer wil zien, hier een kort filmpje tijdens een werkgroepsvergadering in maart 2001.
filmpje (2.7 Mb)
 

 

Meerdere mensen binnen de werkgroep zijn actief in het zelf prepareren van de door hen gevonden stukken. Dat dit nog de nodige moeite en tijd kost, laat zich raden...

 
       
     
.. en regelmatig met spectaculair resultaat ...
 
   
   
 

 


Laatst bijgewerkt: 3-jul-04
© Peter van Keulen / Werkgroep Fossielen Twente