INTERESSANT is het verhaal van dominee Westendorp,
die 200 jaar geleden,van 1797-1812,Ned Herv predikant was
te Sebaldeburen,en het dorp Sebaldeburen,in al zijn geledingen
uitvoerig beschrijft!].
In de heruitgave (1941) lezen we het volgende:Ds NICOLAUS WESTENDORP,
geboren 1773 te Farmsum,zoon van Harm Clases
Westendorp X Roelfje Jacobs.
Ds N Westendorp leerling aan de Latijnse school te Appingedam,werd
in 1789 ingeschreven als student in de Godgeleerdheid aan
de Universiteit van Stad en Lande te Groningen.
Zijn eerste standplaats was Sebaldeburen.
Ds N Westendorp GEHUWD met Roelina Sant��,geboren te Nietap
in 1771,ze was weduwe van ds A A Cremer.
Het gezin Westendorp-Sant�� had 3 dochters,t.w.:
1. Roelina Harmanna Westendorp,
2. Grietje Alingh Westendorp,en
3. Jacoba Wibbijna Westendorp.
De 3 dochters huwden met:
Dr R Boerma te 't Zandt,
Ds N Warmolts,en
Ds A P A du Cloux,later eveneens predikant te Losdorp.
Ds Westendorp was een echte Groninger,maar hij keek ver over de
grenzen van zijn gewest.
Hij was de eerste wetenschappelijke Groninger Oudheidkundige.
Van zijn hand zijn de "Groninger Volksverhalen",die worden
beschreven in de 2e druk "Beknopte beschrijving der Provincie
Groningen",(1839),door wijlen de heer Kremer,(schoolonderwijzer te Zuidhorn).
Al deze volksverhalen van ds Westendorp,zijn later (1937) opgenomen in het
"werkje" dat is uitgekomen bij Erven A de Jager te Groningen, getiteld
"Groningen voor honderd jaar".
Hierin worden behandeld,"de onderaardse gangen,[tussen Lesterhuis en het
Convent Termunten)", de "Kloosterput van Krewerd",over "'t Riepster Licht",over
"het vuur van Mepsche van 't Faan",over de "Witte Wijven",enzovoort.
De uitgave van de "Groninger Volksverhalen",heeft ds Westendorp niet meer
beleefd,maar alles nog kunnen nazien.
Het laatste blad was in proef,toen de Heer Westendorp overleed,schreef de
uitgever J Oomkens in het voorbericht.
Ds Westendorp was een goed predikant,en een trouwe herder voor zijn gemeente,
wat ook zeer duidelijk blijkt uit zijn boek:
"Eerste leerrede in de Nieuwe Kerk te Sebaldeburen,1809".
(Bij de nieuwbouw van de NH-Kerk te Sebaldeburen,1805-!807, was ds Westendorp
zeer nauw betrokken) zie verder ���.
De preek uit genoemd boek is in zijn geheel onveranderd,(in de
heruitgave van 1941),afgedrukt,omdat deze een volmaakt beeld
van de tijd (1807) weergeeft.
Korte samenvatting van de openingspreek,in de Nieuwe NH-kerk te Sebaldeburen,
op Zondag 22 Nov 1807.
Predikant Ds N Westendorp,
Tekst: Lucas 7 : 4 en 5,
Prediking (inleiding tot de leerrede)
Zingen: Gezang 3, 1 en 2.
Zegen: De Heer Jesus Christus zij met uwen geest,
De genade zij met ulieden.
Hierna volgt de leerrede,(rede in de Godsleer)
- Korte inhoud v/d leerrede (preek):
Het is een verheerlijking van het Christendom boven Geloofsverdeeldheid,
een lofprijzing van de deugd,ook waar deze wordt beoefend door een heidense
Romeinse hoofdman. Het is een aansporing tot verdraagzaamheid jegens
andersdenkenden,een aanmaning tot getrouwe plichtsvervulling,een opwekking
om te streven naar beschaving en veredeling,een uiting van liefde tot de naaste
en een woord van innige dankbaarheid.
TOT ZOVER De dienst des Woords door ds Westendorp in 1807.
[Het taalgebruik uit die tijd is overgenomen uit de HERUITGAVE van 1941.
Waarschijnlijk is dit de originele (oude schrijfwijze),waarin ds Westendorp
zijn bevindingen omtrent de NH-Kerk van Sebaldeburen,en zijn oudheidkundige
gegevens heeft opgetekend. Alhoewel ik niet weet welk dialect de mensen
100-200 jaar geleden spraken! Dat werd niet genoteerd.
Zoals gezegd was ds Westendorp een goed predikant,en een trouwe herder
voor zijn gemeemte,maar...toch,bij deze gelegenheid,...als het ging om
"Oudheidkundige Opmerkingen",was de preek "bijzaak".
Behalve predikant was ds Westendorp ook Schoolopziener in het 4e district
der Prov Groningen,welk ambt hij tot zijn dood in 1836 bekleedde.
Daarnaast kreeg ds Westendorp grote bekendheid als archeoloog.
Op dit gebied heeft hij veel tot stand gebracht!
Ds Westendorp was doctor honoris causa door de Groninger
Hoogeschool. De Landsregering erkende zijn verdiensten door benoeming
tot Ridder van den Nederl. Leeuw. Een op handen zijnde benoeming als
hoogleraar aan de Leidsche Universiteit,werd door het echtpaar afgewezen,
omdat zijn echgenote Roelina Sant�� haar "kap" (gouden oorijzer) daar niet
kon dragen. Bij professorenvrouwen was dat niet meer de gewoonte.