In hoeverre kunt u de wetenschap vertrouwen?
CORRESPONDENT IN AUSTRALIË
DE MEESTE mensen hebben werkelijk bewondering voor de wetenschap wegens haar vele prestaties op het terrein van de geneeskunde, techniek, communicatie en andere disciplines. Wetenschappelijke ontdekkingen hebben het leven van bijna alle nu levende mensen beïnvloed. Veel wetenschappers hebben hun hele leven gewijd aan de zaak van de wetenschap, en eerlijke wetenschappelijke inspanningen ter verbetering van de kwaliteit van het leven zijn lofwaardig. De auteur Tony Morton gaat zelfs zo ver om te zeggen dat ,,de wetenschap ongetwijfeld een van de pijlers van de hedendaagse beschaving is".
Maar op alle terreinen van het leven is evenwichtigheid bij het bepalen van de werkelijke waarde geboden, en de wetenschap is daarop geen uitzondering. Laten wij, om ons te helpen zo'n evenwichtige zienswijze te behouden, de woorden beschouwen van een andere schrijver, iemand die zich niet zo lovend uitlaat over de rol die de wetenschap in ons leven speelt. Lewis Wolpert schrijft in zijn boek The Unnatural Nature of Science:
,,Onderzoek bevestigt dat er veel belangstelling en bewondering voor de wetenschap is, gepaard aan een irreëel vertrouwen dat ze alle problemen kan verhelpen; maar bij sommigen heerst ook een diepgewortelde vrees en vijandigheid . . . Wetenschapsbeoefenaars worden gezien als koude, anonieme en liefdeloze technici."
De opkomst van de wetenschap
Er is altijd een element van risico wanneer bij wetenschappelijke experimenten baanbrekend werk betrokken is. Maar als nieuwe ontdekkingen bewijzen dat het risico de moeite waard is, neemt bij het publiek het vertrouwen in de wetenschap toe. Tot op zekere hoogte heeft de wetenschap, zich koesterend in de glorie van voorgaande successen, steeds gedurfder risico's genomen, en veel mensen zijn in hun ontzag en enthousiasme de wetenschap als de panacee tegen de kwalen van de mensheid gaan beschouwen. Als resultaat daarvan associëren veel mensen de woorden ,,wetenschap" en ,,wetenschappelijk" met absolute waarheid.
In de publikatie American Studies wordt de opmerking gemaakt: ,,Te beginnen in de jaren '20 en in toenemende mate in de jaren '30 gaf de wetenschapper in de witte laboratoriumjas de consument de feitelijke zekerheid dat het ene produkt 'wetenschappelijk' superieur was aan concurrerende produkten. In een hoofdartikel in Nation uit 1928 wordt verzucht dat 'een zin die begint met ,,Volgens de wetenschap", over het algemeen zal volstaan om elk meningsverschil op een gezellige bijeenkomst te beslechten of elk artikel van tandpasta tot koelkasten te verkopen'."
Maar is wetenschap per definitie altijd synoniem met absolute waarheid? De hele geschiedenis door hebben wetenschappelijke ontdekkingen hun felle tegenstanders gehad. Sommige van de opgeworpen bezwaren waren ongefundeerd; andere leken gegrond. Galilei's ontdekkingen bijvoorbeeld riepen de gramschap van de Katholieke Kerk op. En wetenschappelijke theorieën over de oorsprong van de mens ontlokten vijandige reacties op zowel wetenschappelijke als bijbelse gronden. Het is dus niet verrassend dat zich bij elke nieuwe wetenschappelijke ontdekking aanhangers en tegenstanders melden.
Een oude Latijnse spreuk luidt: ,,De wetenschap (of kennis] heeft geen andere vijand dan de onwetende." Dit gaat echter niet langer op, want de wetenschap wordt thans meer bestookt dan ooit - en niet door de onwetenden. Het lijkt wel of de wetenschap, eens door velen als onneembaar beschouwd, nu wordt belegerd door enkele van haar voormalige aanhangers. Men zou kunnen zeggen dat een groeiend aantal van haar volgelingen zich thans als haar rechter, jury en scherprechter opstelt. In de grote tempels der geleerdheid worden nu vaak conflicten uitgevochten. Een oorzaak van haar moeilijkheden is, dat in het verleden gepleegd bedrog en vroegere knoeierijen van sommige wetenschappelijke instellingen nu aan het licht gekomen zijn.
Vaker dan ooit wordt daarom de vraag gesteld: Is alle wetenschap werkelijk te vertrouwen? In het volgende artikel worden enkele van de redenen geschetst waarom steeds meer mensen deze vraag opwerpen.
Wetenschappers verdeeld?
HOEWEL wij niet mogen zeggen dat er niets deugt van het denkbeeld dat wetenschap een speuren is naar waarheid over de wereld, moeten wij wel de psychologische en maatschappelijke factoren in aanmerking nemen die dit speuren vaak in de weg staan." Dat schreef Tony Morton in een verhandeling getiteld ,,Wetenschappelijke scholen in conflict: De motieven en methoden van wetenschappers". Ja, het lijkt erop dat roem, financieel gewin of zelfs politieke gezindheid de bevindingen van wetenschappers soms hebben beïnvloed.
Reeds in 1873 uitte Lord Jessel zijn bezorgdheid over zulke invloeden bij rechtszaken toen hij zei: ,,Deskundigenbewijs. .. is het bewijs van personen die daar soms van leven, maar in alle gevallen betaald worden voor hun bewijs.... Nu is het begrijpelijk dat zijn geest, hoe eerlijk hij ook mag zijn, vooringenomen zal zijn ten gunste van de persoon die hem in de arm heeft genomen, en bijgevoig treffen wij zulke vooringenomenheid inderdaad aan."
'Neem bijvoorbeeld de forensische wetenschap. Een hof van beroep wees erop dat forensische wetenschappers partijdig kunnen worden. Het blad Search merkt op: ,,Het feit alleen al dat de politie hun hulp inroept, kan een band tussen de politie en de forensische wetenschappers scheppen. . . . Forensische wetenschappers in dienst van de overheid kunnen hun functie gaan zien als het helpen van de politie." Dit blad geeft ook het voorbeeld van de IRA-bomzaken Maguire (1989) en Ward (1974) in Groot-Brittannië als ,,sprekend bewijs voor de bereidheid van enkele zeer ervaren en overigens achtenswaardige wetenschappers om hun wetenschappelijke neutraliteit te laten varen en het helpen van het Openbaar Ministerie als hun verantwoordelijkheid te zien".
Nog een opmerkelijk voorbeeld is de zaak Lindy Chamberlain in Australië (1981/82), die het gegeven werd voor de film A Cry in the Dark. Door forensische deskundigen aangedragen bewijsmateriaal liet de balans klaarblijkelijk ten nadele van mevrouw Chamberlain doorslaan, die beschuldigd werd van moord op haar baby Azaria. Hoewel zij beweerde dat een dingo (wilde hond) het kind had gedood, werd zij schuldig bevonden en tot gevangenisstraf veroordeeld. Toen jaren later het vuile, bebloede jasje van de baby werd gevonden, bleef het eerder gepresenteerde bewijsmateriaal niet overeind bij nauwkeurig onderzoek. Het gevolg was dat Lindy uit de gevangenis werd vrijgelaten, haar vonnis werd herroepen en er schadevergoeding werd betaald wegens onterechte veroordeling.
Wanneer wetenschappers elkaars mening aanvechten, kan de controverse bitter worden. Enkele decennia geleden haalde de aanval van dr. William McBride op de fabrikanten van het middel thalidomide het wereldnieuws. Toen deze arts aanvoerde dat dit middel, op de markt gebracht om ochtendmisselijkheid bij zwangerschap tegen te gaan, ernstige misvormingen bij ongeboren kinderen veroorzaakte, werd hij van de ene dag op de andere een held. Toch werd hij jaren later, toen hij aan een ander project werkte, door een arts die journalist was geworden, beschuldigd van het veranderen van gegevens. McBride werd schuldig bevonden aan wetenschappelijke fraude en professioneel wangedrag. Hij werd in Australië als medicus geroyeerd.
Wetenschappelijke controversen
Een actuele controverse betreft de vraag of elektromagnetische velden al dan niet schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier. Sommige gegevens doen vermoeden dat ons milieu ernstig wordt verontreinigd door elektromagnetisme, waarvan de bronnen variëren van hoogspanningskabels tot de personal computer en de magnetron bij u thuis toe. Sommigen beweren zelfs dat bij jarenlang gebruik mobiele telefoons uw hersenen schade kunnen toebrengen. Weer anderen wijzen op wetenschappelijke studies waaruit zou blijken dat elektromagnetische straling kankeren de dood kan veroorzaken. Als voorbeeld daarvan bericht de krant The Australian: ,,Tegen een Britse elektriciteitsmaatschappij is een rechtszaak aangespannen wegens de dood van een jongen die naar men zegt kanker heeft gekregen doordat hij dicht bij hoogspanningskabels sliep." Een bedrijfsgeneeskundig adviseur uit Melbourne, dr. Bruce Hocking, ontdekte dat ,,bij kinderen die binnen een kilometer of vier van Sydneys voornaamste televisietorens woonden, zich ruim tweemaal zoveel gevallen van leukemie voordeden als bij kinderen woonachtig buiten de radius van vier kilometer".
Terwijl milieuactivisten zulke uitspraken steunen, dreigen de grote zakenwereld en commerciële ondernemingen miljarden dollars te verliezen door wat zij betitelen als ,,onnodige paniekzaaiende campagnes". Dus gaan zij tot de tegenaanval over en krijgen steun van andere sectoren van de wetenschappelijke wereld.
Dan is er de controverse over chemische vervuiling. Sommigen hebben dioxine beschreven als ,,de meest toxische verbinding die de mens gemaakt heeft". Deze scheikundige verbinding, door Michael Fumento aangeduid als ,,louter een onvermijdelijk bijprodukt bij de vervaardiging van bepaalde herbiciden" (Science Under Siege), werd door sommigen ,,het belangrijkste bestanddeel van Agent Orange" * genoemd. Na de Vietnam-oorlog bereikte ze haar publiciteitspiek. Er volgden felle juridische gevechten tussen oorlogsveteranen en chemische bedrijven, beide groepen met hun eigen, elkaar tegensprekende wetenschappelijke deskundigen.
Milieukwesties als de mondiale opwarming, het broeikaseffect en het dunner worden van de ozonlaag krijgen evenzo veel publieke aandacht. Over de angst voor het milieu in Antarctica bericht The Canberra Times: ,,Research door wetenschappers op Palmer Station, een wetenschappelijke basis van de Verenigde Staten op Anvers Island, wijst uit dat ultraviolette straling van hoge intensiteit schade toebrengt aan lagere levensvormen als plankton en weekdieren en langzaam maar zeker ook dieren hoger in de voedselketen zou kunnen gaan aantasten." Maar veel andere wetenschappelijke studies schijnen die mening te weerleggen en de angst voor het dunner worden van de ozonlaag en voor mondiale opwarming te verdrijven.
Wie heeft het dus bij het rechte eind? Het lijkt wel of elke bewering en elk argument door wetenschappelijke deskundigen bewezen en weerlegd kan worden. ,,Wetenschappelijke waarheid is in minstens even sterke mate een kwestie van het heersende sociale klimaat als van louter rede en logica", verklaart het boek Paradigms Lost. Michael Fumento vat als volgt samen hoe het met de dioxinekwestie staat: ,,Wij zijn allemaal, afhankelijk van naar wie u luistert, óf potentiële slachtoffers van vergiftiging óf potentiële slachtoffers van een totaal onjuiste voorstelling van zaken."
Toch kunnen sommige bekende wetenschappelijke rampen niet weggepraat worden. De wetenschap is daarvoor aansprakelijk.
*Agent Orange is een herbicide dat tijdens de oorlog in Vietnam werd gebruikt om bosgebieden te ontbladeren.
,,Een tragedie van
een overweldigende bitterheid"
In ,,Een boodschap aan intellectuelen", gepubliceerd op 29 augustus 1948, stond Albert Einstein stil bij de minder glorieuze momenten van de wetenschap toen hij verklaarde: ,,Door schade en schande hebben wij geleerd dat rationeel denken niet voldoende is om de problemen van ons maatschappelijk leven op te lossen. Diepgaand onderzoek en intensief wetenschappelijk werk hebben vaak tragische implicaties voor de mensheid gehad,... de middelen geschapen voor haar eigen massavernietiging. Dat is beslist een tragedie van een overweldigende bitterheid!"
In een recent communiqué van Associated Press stond: ,,Groot-Brittannië geeft toe straling op mensen getest te hebben." Het Britse Ministerie van Defensie bevestigde dat de regering bijna veertig jaar tralingsexperimenten op mensen had uitgevoerd. Een van deze experimenten betrof het testen van een toombom in Maralinga in South Australia halverwege de jaren '50.
Maralinga is een naam die ontleend is aan een Aboriginal woord dat ,,donder" betekent, en dit gelsoleerde gebied vormde de ideale plaats voor Groot-Brittannië om zijn wetenschappelijke experimenten uit te voeren. Na de eerste ontploffing heerste er een euforie van succes. In een Melbournse krant stond: ,,Terwijl de [radioactieve] wolk wegtrok, brachten konvooien trucks en jeeps de Britse, Canadese, Australische en Nieuw-Zeelandse militairen terug die de ontploffing hadden meegemaakt in uitgegraven schuilplaatsen op niet meer dan acht kilometer van de plek van de explosie. En op elk gezicht lag een glimlach. Het was alsof zij terugkwamen van een picknick."
De wetenschappelijk correspondent voor de Britse krant Daily Express, Chapman Pincher, schreef zelfs een liedje met als titel ,,Hunkering naar de paddestoelwolk". Daarbij komt nog de verzekering van een minister die zei dat de proef volkomen volgens plan was verlopen en dat niemand in Australië stralingsgevaar zou lopen. Jaren later was de glimlach echter verdwenen van het gezicht van degenen die stierven door de blootstelling aan straling en er volgde een lawine van eisen tot schadevergoeding. Nu geen ,,Hunkering naar de paddestoelwolk" meer! Maralinga is nog steeds verboden gebied als gevolg van schadelijke straling.
De ervaring van de Verenigde Staten met kernproeven in Nevada schijnt niet veel anders te zijn. Sommigen zijn van mening dat het daarbij om een politieke zaak gaat en niet om een wetenschappelijke blunder. Robert Oppenheimer, die de leiding had bij het ontwikkelen van de eerste Amerikaanse atoombom in Los Alamos (New Mexico, VS), zei: ,,Het is niet de verantwoordelijkheid van de wetenschapper om te bepalen of een waterstofbom gebruikt mag worden. Die verantwoordelijkheid ligt bij het Amerikaanse volk en hun gekozen vertegenwoordigers."
Het gebruik van een groeihormoon bij de behandeling van onvruchtbare vrouwen. Op zoek naar een grotere levensvervulling door het krijgen van een kind, zagen de vrouwen deze behandeling als een zegen. Jaren later stierven sommigen van hen raadselachtig aan de degeneratieve hersenziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD). Kinderen die wegens een groeiachterstand met hetzelfde hormoon waren behandeld, begonnen te dekten dat alle wetenschap is een zekere mate van risico betrokken. Het is dus niet verwonderlijk dat, zoals het boek The Unnatural Nature of Science verklaart, de wetenschap "bezien wordt met een mengeling van bewondering en angst, hoop en wanhoop, gezien wordt als de bron van veel van de kwalen van de moderne industriële samenleving maar ook als de bron die oplossingen voor deze kwalen zal brengen".