back

DE RICHTER                                                                                                                                                                                                        DE RICHTER    

GODS KONINKRIJK EN FINANCIËN





Hoor ik iemand zuchten? O, nee, niet weer een boodschap over financiën!  Blijf even doorlezen, wij zijn nog niet klaar. U zult hier een andere boodschap over financiën vinden. Iets wat u nog nooit gehoord heeft. Ten eerste wil ik u er aan herinneren wat Paulus tegen de Corinthiers zei.

Dit is hun (de Israëlieten in het Oude Testament) overkomen tot een voorbeeld voor ons en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is. (1 Cor 10:11)

Wanneer wij iets meer willen leren over hoe God is en hoe Hij met Zijn volk omgaat, moeten wij het Oude Testament gaan lezen en daar kunnen wij ook vinden wat de Bijbel te zeggen heeft over het Koninkrijk van God en financiën.

De God van Abraham, Izaak en Jacob.

Abraham, Izaak en Jacob waren dienaren van God en zij kwamen niets tekort.
God riep hen, rustte hen toe en voorzag voor hen. Zij waren allen rijke mannen. Abram verliet, samen met zijn gezin en zijn neef Lot, het huis van zijn vader en zijn land. Hij had de stem van God gehoord en was gehoorzaam, maar hij had nog veel te leren over God en Gods manier van doen.

God verscheen aan hem in Haran en beloofde hem te zegenen en het eerste wat  daarna gebeurde was, dat er een hongersnood uitbrak in het land waar hij was. Wat moest hij nu doen? Hij had geen eigen stukje land en hij moest toch voor zijn familie zorgen. Zoals wij  meestal zelf ook doen, bedacht hij een plan en ging op weg naar Egypte. Er was geen hongersnood in Egypte. Eigenlijk offerde hij zijn vrouw Sarai op om zijn eigen huid te redden.

Hij liet toe dat de farao zijn vrouw meenam naar zijn eigen harem. Hij was bang dat de farao hem zou doden om zijn vrouw te krijgen , dus vertelde hij de mensen in Egypte dat Sarai zijn zuster was. Maar God waakte over Sarai en liet de farao niet toe haar aan te raken. De farao behandelde Abram goed. In ruil voor Sarai gaf hij hem schapen, ossen, ezels en kamelen en ook dienaren om voor hem te werken. Toen God druk zette op farao, vanwege Sarai, gaf hij Abram niet alleen zijn vrouw terug maar hij gaf hem ook zilver en goud en dreef hem toen uit zijn land. En Abram werd een zeer rijk man.

Wat kunnen wij uit dit verhaal leren? Ten eerste volgde Abram zijn eigen weg en niet de weg naar Kanaan die God hem gewezen had. Dus hij was eigenlijk uit de wil van God. Wij denken dat wanneer je uit de wil van God beweegt, God je zeker niet zal zegenen. Zo denken wij nu eenmaal. Ik geloof  dat God, Die alles weet voordat het gebeurt en Die ons gekend heeft voor het begin van deze wereld, ook wist dat Abram deze beslissing zou nemen en omdat Gods naam Verlosser is, had Hij alreeds een plan gemaakt om Abram uit deze situatie te verlossen zodat God hem kon zegenen zoals Hij beloofd had.

In het Nieuwe Testament lezen wij hoe God dat deed. God gaf Abram een vrouw die God vreesde en Sarai had geloof in God en wij vrouwen worden aangemoedigd om te zijn zoals zij.

Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden,….zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde; en haar dochters zijt gij, als gij goed doet en u geen schrik laat aanjagen. (1 Pet 3:1,6)

Ziet u wat hier staat? Indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn…

In de Amplified Bijbel staat het nog duidelijker. Er staat dat Sarai de leiding van haar man volgde en ze liet zich geen vrees aanjagen. Sarai vertrouwde op God en daardoor kwamen zij beiden rijker uit deze ervaring dan tevoren. Rijk en gezegend. Lot, die samen reisde met Abram werd ook gezegend en de Bijbel zegt dat hun bezittingen zo groot werden dat ze niet meer samen verder konden reizen. En Lot ging apart wonen.

Later vocht Abram met een paar koningen om zijn neef te bevrijden en kwam hij terug met de buit van de vijand. Hij kwam toen Melchizedek tegen, de koning van Salem, die ook priester was. Toen die koning hem zegende, gaf Abram hem een tiende van alles wat hij buitgemaakt had van de vijand.

Ah, zegt u nu, Hij betaalde zijn tienden en daarom werd hij gezegend. Mag ik u eraan herinneren dat hij reeds een rijk man was en hij gaf aan Melchizedek een tiende van wat hij buitgemaakt had en niet van zijn eigen rijkdommen. Bovendien hield hij de rest van zijn buit ook niet zelf maar gaf het terug aan de koning van Sodom.

Terwijl hij tijdelijk in Gerar leefde, zei Abram weer tegen zijn vrouw dat zij tegen de mensen moest zeggen dat zij zijn zuster was, zodat hij niet gedood zou worden wanneer de koning van Gerar Sarai voor zichzelf wilde hebben. En ja hoor, Sarai belandde weer in een harem. En weer vertrouwde zij op de Heer en weer werd haar vertrouwen niet beschaamd en kwamen zij uit deze ervaring rijker dan ooit tevoren. Was dat omdat Abram zijn tienden betaalde? Nee, dat was omdat God beloofd had Abram te zegenen. Wanneer u zich misschien afvraagt waarom ik steeds Abram zeg in plaats van Abraham. Dat is omdat God Abrams naam pas veranderde toen Isaak geboren werd. Toen werd hij een „vader van vele volken", Abraham.

Isaak begon zijn leven als een rijke jongeling, want hij erfde alles wat Abraham bezat.
Hij zette de reis naar het beloofde land voort maar weer was er een hongersnood in het land waar hij zich bevond. Isaak had gehoord wat zijn vader gedaan had in het verleden en dacht dat hij hetzelfde moest doen. Uitwijken naar een land waar geen hongersnood was. Dus besloot hij om naar Gerar te gaan, naar de koning van de Filistijnen. Zoals zoveel jonge mannen, moest hij zelf God als Vader leren kennen. Hij kon niet verder reizen op de geestelijke ervaring van zijn aardse vader Abraham. En toen stopte God hem.

Eens kwam er een hongersnood in het land, behalve de eerste hongersnood, die er geweest was in de dagen van Abraham; en Isaak ging naar Abimelek, de koning der Filistijnen, naar Gerar.  Toen verscheen hem de Here en zeide: Trek niet naar Egypte, woon in het land, dat Ik u zeggen zal,  vertoef in dit land als een vreemdeling, dan zal Ik met u zijn en u zegenen, want u en uw nageslacht zal Ik al die landen geven, en Ik zal de eed gestand doen, die Ik uw vader Abraham gezworen heb.  En Ik zal uw nageslacht vermenigvuldigen als de sterren des hemels, en Ik zal uw nageslacht al die landen geven, en met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden,  omdat Abraham naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten. (Gen 26:1-5)

Isaak gehoorzaamde en bleef in Gerar, maar net als zijn vader was hij bang dat de koning zijn vrouw Rebekka zou willen hebben en hij zei haar te doen wat haar schoonmoeder ook had moeten doen. Ze moest iedereen vertellen dat zij zijn zuster was. Maar de koning zag hem op een dag zijn vrouw liefkozen. Ik vraag me af of het dezelfde koning was die zijn moeder wilde hebben in het verleden. Of misschien was het de zoon van die koning, die natuurlijk het verhaal gehoord had. Hij was in elk geval verstandig en raakte Rebekka niet aan en hij mopperde op Isaak over wat hij gedaan had. Toen gelaste hij dat niemand Rebekka of Isaak mochten aanraken.

Toen zaaide Isaak zaad in het land dat God hem aangewezen had en de Bijbel vertelt ons dat hij datzelfde jaar honderd keer meer oogstte dan hij gezaaid had en de Heer was hem goedgunstig en zegende hem en hij werd ook zeer rijk en was een voornaam mens. Daardoor werden de Filistijnen jaloers op hem en vroegen hem weg te gaan.

Jacob was de jongste zoon van Isaak. Hij verkreeg de zegen van de eerstgeboren zoon door zijn vader te misleiden. God wilde hem zegenen, want Hij had Jacob lief, zegt de Bijbel. Maar Jacob had nog heel wat dingen om te leren. Esau had hem zijn geboorterecht verkocht voor een pot soep en Jacob voelde dus dat hij gerechtigd was om dat geboorterecht ook op te eisen. Maar Esau was boos toen hij ontdekte wat zijn broer had gedaan en wilde hem doden. Dus stuurden zijn ouders Jacob naar zijn oom Laban.

Onderweg had hij een ontmoeting met God. God beloofde hem te beschermen, te zegenen en hem voorspoed te geven en hem weer terug te brengen naar zijn eigen land en Hij zei tegen Jacob, Ik zal je niet alleen laten totdat Ik alles voor je gedaan heb wat Ik je beloofd heb. Die belofte had voldoende moeten zijn voor Jacob, maar Jacob kende God nog niet zo goed. Hij kende de God van zijn vader Isaak. Dus maakte hij een belofte aan God. Dat hoefde hij niet te doen. Hij zei:

 „Indien God met mij zal zijn, en mij behoeden zal op deze weg, die ik ga, mij zal geven brood om te eten en klederen om aan te trekken,  en ik behouden tot mijns vaders huis wederkeer, dan zal de Here mij tot een God zijn.  En deze steen, die ik tot een opgerichte steen gesteld heb, zal een huis Gods wezen, en van alles wat Gij mij schenken zult, zal ik U stipt de tienden geven. (Gen28:20-22).

O Jacob, je hebt nog veel te leren. Je kunt Gods zegeningen niet kopen. God zoekt geen beloning, Hij wil een relatie hebben met ons. God wil dat wij Hem kennen en Hem liefhebben. En wanneer wij God liefhebben, willen wij Hem gehoorzamen.

Jacob ging naar de plaats van zijn oom Laban en hij werkte daar voor een bepaalde tijd. Hij trouwde met Lea en Rachel en God zegende hem met vele zonen en een dochter. Laban wist dat hij gezegend werd vanwege Jacob. Dit is ook iets om in gedachten te houden. Het is bevestigd door Gods woord dat God uw werkgever of het bedrijf waar u voor werkt, zal zegenen wanneer u Gods kind bent en een intieme relatie heeft met uw Hemelse Vader. Wanneer uw werkgever u niet juist behandeld, zal God Zijn zegen weerhouden en u een andere baan geven. De Bijbel zegt:

Want het verhogen (promotie) komt niet van oost of van west, noch uit de woestijn;  maar God is rechter, Hij vernedert deze en verhoogt gene. (Ps 75:6-7)

Ik geloof dat deze tekst betekent dat God ons zal verhogen, promotie geven en wanneer wij een baan nodig hebben zal God een ongelovige van zijn plaats verwijderen om ruimte te maken voor ons, Zijn kinderen.

De tijd was aangebroken voor Jacob, om terug naar huis te gaan, net zoals God het had gezegd. Dus vertelde hij zijn oom van zijn plannen en vroeg hem om zijn loon. Laban was er niet erg blij mee, toen Jacob hem vroeg of hij al de gevlekte en zwarte dieren van de kudde mocht hebben als loon. Laban bedacht een plan om zeker te maken dat er geen gevlekte en zwarte schapen meer zouden geboren worden. Hij verwijderde alle bokken en schapen die gevlekt en zwart waren uit de kudde waar Jacob voor moest zorgen en plaatste die in de kudde van zijn zonen en stuurde hen ver weg met die kudde. Maar hij vergat een ding, God was met Jacob!  En ja hoor, plotseling werden er in de kudde van Jacob allemaal schapen geboren die gevlekt en zwart waren. Deze schapen waren ook sterker dan de andere schapen. Hoe kwam dat dan? Jacob had zijn vrouwen verteld dat hun vader hem bedrogen en zijn loon tien keer veranderd had. Maar God liet niet toe dat Laban Jacob zo behandelde. God sprak met Jacob in een droom en gaf hem instructies. En Jacob gehoorzaamde die instructies, ondanks dat die instructies wel erg vreemd waren.  In het natuurlijke konden zulke dingen nooit gebeuren. Waar heeft u al gehoord dat schapen en geiten gevlekte en zwarte lammetjes krijgen wanneer ze tijdens het drinken kijken naar een stam waar de bast van afgepeld is. De mensen moeten gedacht hebben dat Jacob gebruik maakte van tovenarij of zoiets. Maar dat deed hij niet. God was met hem en dat was al wat hij nodig had. Hij geloofde wat God tegen hem zei, gehoorzaamde en hij ontving de resultaten die hij verwachtte.

Doet God nog steeds zulke dingen voor ons, vandaag de dag? Ik geloof met geheel mijn hart dat God dat doet . ik ken zelfs mensen die God vertrouwden in hun baan en die door dromen wijsheid en instructie ontvingen hoe ze bepaalde situaties moesten aanpakken. Het resultaat was dat de werkgevers notitie van hen namen en besloten dat zij een waardevolle aanwinst waren voor het bedrijf en zo werden zij dan ook daarvoor beloond.

De volgende persoon wiens leven wij gaan bestuderen is Jozef, de zoon van Jacob en Rachel. Rachel was de vrouw waarvan Jacob het meeste hield en daarom hield hij ook erg veel van Jozef en verwende hem. Zijn broers moesten hard werken en op de kudden passen, maar Jozef bleef thuis. Zijn vader gaf hem ook een hele mooie veelkleurige mantel.
God had een plan met Jozef en gaf hem twee dromen waarin hij zag hoe zijn broers zich voor hem neerbogen. Zijn broers haatten hem vanwege die dromen en maakten een plan om hem te doden. Maar zijn broer Reuben redde zijn leven en bedacht een ander plan en Jacob werd verkocht aan een stel slavendrijvers en zo werd deze jongen die de fijnste kleren droeg en nooit gewerkt had in zijn leven, meegevoerd naar Egypte en daar als slaaf verkocht aan Potifar, een officier van de farao. God was met hem en alles wat hij aanpakte was succesvol. Potifar zag dat en maakte hem chef over zijn huis en alles wat daarbij hoorde.

En de Here was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man werd, en hij woonde in het huis van zijn heer, de Egyptenaar.  Toen zijn heer zag, dat de Here met hem was, en dat de Here alles wat hij ondernam onder zijn hand deed gelukken,  won Jozef zijn genegenheid en hij mocht hem bedienen; hij stelde hem aan over zijn huis, en alles wat hij had, gaf hij in zijn hand.  Van het ogenblik af, dat hij hem over zijn huis en over al wat hij bezat had aangesteld, zegende de Here het huis van de Egyptenaar om Jozefs wil: de zegen des Heren rustte op alles wat hij had, zowel in huis als op het veld. (Ge 39:2-5)

Herinnert u zich nog dat deze Jozef dezelfde jongen was die nog nooit gewerkt had in zijn leven en nu was hij chef geworden in Potifars huis en over alles wat Potifar bezat en de Heer zegende het huis van Potifar vanwege Jozef. Hier zien wij dus een voorspoedig mens. Niet omdat hij alle formules gebruikte die hij geleerd had in de kerk. Niet omdat hij het woord zo goed kende en kon opzeggen, maar omdat God met hem was.

Wanneer u werkt voor een bedrijf, zal God dat bedrijf zegenen vanwege u.
Natuurlijk was de vijand van onze ziel, de satan, niet zo blij met wat er gebeurde en hij probeerde een manier te vinden om van Jozef ontslagen te raken. De vrouw van Potifar werd verliefd op Jozef, omdat hij een knappe man was en zij bedacht een manier om hem in haar bed te krijgen. Toen dat niet lukte, want Jozef was een integer mens en hij respecteerde zijn werkgever, beschuldigde zij Jozef bij haar man en Jozef werd in de gevangenis geworpen. Op dezelfde manier zal de vijand proberen ons in een val te lokken op ons werk.. Wij moeten altijd ons best doen en integer zijn op ons werk, want God kijkt naar ons. En wanneer de vijand er niet in slaagt ons in een val te lokken, dan zal hij proberen ons vals te beschuldigen bij onze werkgever. Anderen zullen jaloers op u worden en proberen u in een val te lokken of u te beschuldigen en voordat u het weet zult u uw baan verliezen. Maar in het geval van Daniel, wat wij later zullen bespreken, zorgde God ervoor dat degenen die Daniël beschuldigden zelf in de kuil werden geworpen, die zij voor hem gegraven hadden.

Maar God was met Jozef en het lijkt mij dat hij God steeds beter leerde kennen. Hij vertrouwde op God en zijn houding bleef hetzelfde. Hij had geen medelijden met zichzelf en besloot het beste te maken van deze onmogelijke situatie waarin hij zich bevond. En weer was God hem goedgunstig. Het hoofd van de gevangenis zag dat hij een verantwoordelijk mens was en  hij mocht helpen met het verzorgen van de gevangenen. En weer was alles wat hij deed succesvol.

Toen hij daar een tijdje was ontmoette hij de butler en de bakker van de farao. Beiden hadden een droom en God gaf de uitleg van die dromen aan Jozef.. En wat Jozef hen vertelde gebeurde ook. De bakker werd terechtgesteld en de butler kreeg zijn baan terug. Jozef vroeg hem om een goed woordje voor hem te doen bij de farao, maar de butler vergat van Jozef. Er is een gezegde in de zakenwereld: Het is niet wat u kent, maar wie u kent. En in dit geval hebben we het niet over de mensen die u kent, maar over God.  Wanneer u God kent en Hij met u is, zal Hij altijd en weg voor u maken.

Er gingen twee hele jaren voorbij en toen op een dag gebeurde er iets. Farao had een paar dromen. Het plan van God voor het leven van Jozef begon zich te ontvouwen. God had deze dromen naar farao gestuurd. Niemand kon die dromen uitleggen en plotseling herinnerde de butler zich dat er een man was in de gevangenis die dat wel kon. Hij vertelde de farao over Jozef en Jozef werd uit de gevangenis gehaald. Jozef was een wijs man en zorgde dat hij er netjes uit zag toen hij voor farao moest verschijnen. Hij zei tegen farao dat allen God dromen uit kon leggen en toen vertelde de farao zijn dromen en Jozef kreeg de uitleg van God en daarbij kreeg hij ook nog de wijsheid van God wat hij moest doen met deze dromen. Jozef adviseerde farao om een verstandig en wijs man aan te stellen over Egypte en hij moest koren verzamelen en opslaan en bewaren in de jaren van overvloed, zodat dit voedsel het land tot voorraad zou dienen in de jaren van hongersnood die zouden komen. Farao vond dat een goed plan en hij zei, Gezien God jou de uitleg gaf van deze dromen, ben jij een verstandig en wijs man en de juiste persoon om aan te stellen over Egypte. En zo werd Jozef, die als slaaf in Egypte aankwam, tweede in bevel over het land Egypte. God is groot!

Wanneer we verder lezen in de Bijbel komen we vier honderd jaar later weer in Egypte. Jacob was naar Egypte verhuisd met zijn familie en nu zoveel jaren later waren de Israelieten slaven in dit land. Het werd tijd om ze weer op het juiste spoor te zetten, op weg naar het beloofde land. En God riep Mozes vanuit een brandend bos. Toen Mozes nog een baby was, beschermde God hem en hij groeide op aan het hof van farao, als de geadopteerde zoon van farao’s dochter. Toen hij volwassen was werd hij zich bewust van het feit dat hij zelf een Israeliet was en hij probeerde in zijn eigen kracht zijn volk te verdedigen. Als gevolg moest hij vluchten in de woestijn. Daar verbleef hij veertig jaar. Hij ontmoette zijn vrouw daar en zorgde voor de kudden van zijn schoonvader. Op een dag ontmoette God hem als een vuurvlam in een braamstruik en daar vertelde God hem dat hij terug moest gaan naar Egypte en dat God hem zou gebruiken om zijn volk vrij te zetten uit de slavernij. Hij zou hen uitleiden met grote tekens en wonderen en ze zouden niet met lege handen vertrekken. Nou dat is interessant!

God zei zelfs tegen Mozes dat de Israelieten de Egyptenaren zouden beroven van hun zilver en goud.

Dan zult gij tot Farao zeggen: Zo zegt de Here: Israel is mijn eerstgeboren zoon;  daarom zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij diene; zoudt gij echter weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden. (Ex 4:22-23)

De boodschap die Mozes moest brengen aan farao was nogal sterk. Maar Mozes moest ook eerst leren Wie God was. Hij was bang en bracht de boodschap niet met de woorden die God hem gaf. In plaats daarvan zei hij:

Zo zegt de Here, de God van Israel: laat mijn volk gaan om te mijner ere in de woestijn een feest te vieren. (Ex 5:1)

Farao was niet erg onder de indruk van deze boodschap en hij zei:

Wie is de Here, naar wie ik zou moeten luisteren om Israel te laten gaan? Ik ken de Here niet, en ik zal Israel ook niet laten gaan. (Ex 5:2)

En farao gaf de opdracht om het werk van de slaven zwaarder te maken. Nu waren de mensen boos op Mozes. Het is allemaal jouw schuld, zeiden ze. Ze waren zo blij geweest met de goede boodschap, maar nu wilden ze Mozes stenigen.

Het is goed om te weten hoe God geloof bouwt in ons hart. Dat is wat ik zo fijn vind van God, Hij geeft ons niet alleen allemaal mooie beloften maar daarbij werkt Hij ook met tekens en wonderen om ons geloof te versterken, zodat wij ons wonder mogen ontvangen. Bij elke plaag vroegen de Israelieten zich af of dit God was. Want de tovenaars (de geleerden) aan het hof van farao imiteerden alle plagen. Maar toen deed God een wonder die zij niet konden nadoen en ze moesten toegeven: Dit is de vinger van God. God maakte muggen uit het stof en dat was een scheppings daad en dat bracht geloof in het hart van Gods volk. Ze wisten dat God de enige Schepper was. En hun geloof groeide, want van die dag af maakte God een onderscheid tussen de Egyptenaren en Zijn volk en de plagen hadden geen macht meer over Gods volk. En uiteindelijk konden zij Egypte verlaten in Gods tijd en ze waren beladen met de rijkdommen en bezittingen van de Egyptenaren. Die waren zo bang van hen geworden en van hun God dat ze hen smeekten om hun land te verlaten en ze kregen wat wij tegenwoordig in de zakenwereld „een gouden handdruk" noemen.

De Egyptenaren drongen eveneens sterk bij het volk aan, om het snel uit het land te laten gaan, want, zeiden zij, wij sterven allen. (Ex12:33)

Voorts deden de Israelieten naar het woord van Mozes en vroegen van de Egyptenaren zilveren en gouden voorwerpen en klederen.  En de Here bewerkte, dat de Egyptenaren het volk gunstig gezind waren, zodat zij hun verzoek inwilligden. Zo beroofden zij de Egyptenaren. (Ex12:35-36)

Ik heb ook wel eens gehoord van christenen die gevraagd werden hun bedrijf te verlaten en daar zat dan een behoorlijke beloning aan vast. Het was duidelijk dat men van hen ontslagen wilde worden. Misschien omdat ze een bedreiging waren voor hun meerderen of omdat hun rechtvaardigheid de onrechtvaardigheid van de anderen te duidelijk zichtbaar maakte.

Dus de Israelieten verlieten Egypte met een hoop spullen. Op die manier voorzag de Heer alreeds voor de bouw van de tabernakel in de woestijn. Ze waren slaven en nu waren ze rijk.

Wilt u weten wat ze allemaal meenamen?

De Here sprak tot Mozes:  Zeg tot de Israelieten, dat zij voor Mij een heffing inzamelen; van iedere man, wiens hart hem dringt, zult gij voor Mij een heffing inzamelen.  Dit nu is de heffing die gij van hen inzamelen zult: goud, zilver, koper;  blauwpurper, roodpurper, scharlaken, fijn linnen, geitehaar; roodgeverfde ramsvellen, tachasvellen en acaciahout;  olie voor het licht, specerijen voor de zalfolie en voor het welriekend reukwerk;  chrysopraasstenen en vulstenen voor de efod en voor het borstschild.  En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen.  Gij zult het maken overeenkomstig alles wat Ik u toon, het model van de tabernakel en het model van al zijn gerei. (Ex 25:1-9)

neemt van uw bezit een heffing voor de Here; ieder zal deze gewillig van hart opbrengen als heffing voor de Here, goud, zilver, koper; (Ex35:5)

Daarop kwam iedere man wiens hart hem dreef, ieder wiens geest hem drong, en bracht de heffing voor de Here ten behoeve van het werk aan de tent der samenkomst en voor de gehele dienst en de heilige klederen. (Ex 35:21)

en zeiden tot Mozes: Het volk brengt meer dan nodig is voor de uitvoering van het werk dat de Here geboden heeft te maken.  Toen gaf Mozes een bevel en men liet het overal in de legerplaats afroepen: Laat man noch vrouw verder enig werk maken ten behoeve van de heffing voor het heiligdom. Zo werd het volk weerhouden meer te brengen. (Ex36:5-6)

Heeft u ooit wel eens gehoord dat het volk weerhouden werd om meer te brengen? God had Zijn volk zo gezegend dat er meer dan genoeg was om Gods werk te doen. Om Zijn kerk, de tabernakel, te bouwen. En zo gingen zij van slavernij en armoede naar geloof, ontvangen van God, en vandaar naar rijkdom. God is nog altijd Dezelfde, Hij is niet veranderd!

Jezus zei: Ik zal Mijn kerk bouwen.

Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs,.. (Heb12:2)

Jezus is de leidsman (de schepper) van ons geloof en ook de voleinder. Jezus kwam om ons te laten zien Wie de Vader was. Vader God zal dat zaadje van geloof, dat wij nodig hebben om ons wonder te ontvangen, in ons zaaien. Laten wij Hem zoeken met ons hele hart!

Er zijn veel meer voorbeelden in het Oude Testament. Koning Salomo vroeg om wijsheid en hij kreeg er rijkdom bij. Hij hoefde het materiaal voor de bouw van de tempel niet zelf bij elkaar te brengen, dat had koning David, zijn vader al gedaan. David is een beeld van Jezus in dit verhaal.

De Here is een krijgsheld; Here is zijn naam. (Ex15:3)

Maar God heeft tot mij gezegd: Gij moogt voor mijn naam geen huis bouwen, want gij zijt een krijgsman en gij hebt bloed vergoten. (1 Kron28:3)

David had bloed vergoten Jezus vergoot Zijn bloed aan het kruis. Hij werd arm zodat wij rijk zouden worden. Waarom? Zodat Gods huis gebouwd zal kunnen worden. Dit is weer een ander voordeel van het kruis. David zei tegen het volk:

…deze burcht is niet voor een mens bestemd, maar voor de Here God.  Daarom heb ik, zoveel ik vermocht, gereedgelegd voor het huis van mijn God: goud voor de gouden, zilver voor de zilveren, koper voor de koperen, ijzer voor de ijzeren, hout voor de houten voorwerpen, chrysoprasen en vulstenen, zwarte en kleurige stenen, allerlei edelgesteente en wit marmer in menigte.  Maar nu schenk ik nog bovendien, uit liefde voor het huis van mijn God, van wat ik zelf aan goud en zilver bezit, aan het huis van mijn God, behalve wat ik voor het heiligdom heb gereedgelegd:
(1 Kron29:1-3)

Jezus gaf Zijn leven voor het huis van Zijn God. Dat huis zijn wij.

Hij gaf het benodigde gewicht aan goud voor alle gerei van elke dienst afzonderlijk en het benodigde gewicht aan zilver voor alle gerei van elke dienst afzonderlijk,
(1 Kron28:14)

Valt u iets op aan deze tekst? „Het benodigde gewicht", wat betekent dat? Ik geloof dat God  voorziening heeft gemaakt voor elke bediening die gebouwd wordt volgens Zijn wil en ontwerp. Het is belangrijk dat wij bouwen, precies zoals God dat voorschrijft, anders zullen we merken dat we geld tekort komen. Wat gebeurt er b.v. wanneer wij besluiten om een Bijbelschool te openen, terwijl dat niet Gods plan is voor onze gemeente. Bijna iedereen heeft toch zo’n school? De mensen in onze gemeente kunnen ernaar toe gaan en hun kinderen naar de Bijbelschool sturen. Ja, maar het geld dat zij moeten betalen voor de Bijbelschool, komt niet terecht in de offerande, dus komt het geld dat God bestemd heeft voor de bouw van de gemeente in de verkeerde zak terecht en de gemeente komt geld tekort.

Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. (Ef 2:10)

Alles wat wij nodig hebben om Gods koninkrijk te bouwen, is voorradig. Wij moeten net weten welke manier God zal gebruiken om deze rijkdommen in Zijn koninkrijk te brengen.

We vinden nog een voorbeeld in het Oude Testament:

De Here was met Josafat, want hij bewandelde de oude paden van zijn vader David; hij zocht de Baals niet, maar de God van zijn vader;  hij wandelde naar Diens geboden en deed niet zoals Israel.  De Here gaf hem de koninklijke macht vast in handen, geheel Juda bracht Josafat geschenken, zodat hij rijkdom en eer in overvloed had.  Met een moedig hart bewandelde hij de wegen des Heren (2 Kron17:3-6)

Toen de tempel herbouwd moest worden in Jeruzalem, na zeventig jaar ballingschap. Kwamen de Israelieten terug naar hun land, beladen met zilver en goud uit de schatkamers van de koning. En er was meer dan genoeg om het werk te doen.

Wat u en uw broeders echter goed zal dunken te doen met het overige zilver en goud, dat moogt gij doen naar de wil van uw God.  De voorwerpen echter, die men u ter hand gesteld heeft voor de dienst in het huis van uw God, lever die af voor de God in Jeruzalem.  Wat er verder nodig is voor het huis van uw God, dat gij zoudt moeten betalen, dat kunt gij betalen uit de koninklijke schatkist.  Voorts is door mij, koning Artachsasta, bevel gegeven aan alle schatbewaarders van het gebied over de Rivier: alles wat de priester Ezra, de geleerde in de wet van de God des hemels, u zal vragen, zal stipt worden uitgevoerd, (Ezra 7:18-21 )

Daniël is ook zo’n voorbeeld. Hij wordt een grote profeet genoemd, maar wist u dat hij nooit voltijds voor de Heer werkte? Hij was een profeet die een gewone baan had bij vier verschillende werkgevers.

Daniël was een jonge prins die in ballingschap werd afgevoerd naar Babylon.
Het volk van God bleef zondigen ondanks vele waarschuwingen. Hun grootste zonde was dat zij niet voor hun medemens zorgden. Ze waren bezig geweest hun eigen koninkrijkjes te bouwen en ze aanbaden andere goden voor de Here. 

Daniël was blijkbaar een wijs jong mens, want hij werd uitgekozen om in het paleis van de koning te dienen en om onderricht te worden in de literatuur en de taal van de Chaldeeën. Hij ging naar de universiteit van Babylon. Een van de hoofdvakken daar was Astrologie. Hebt u daar ooit wel eens over nagedacht. Waar worden onze jongelui aan blootgesteld wanneer zij naar een wereldse universiteit gaan? Astrologie was deel van de cultuur in Babylon. Hun god was Nebo, de god van kennis en onderwijs.

Een paar jaren geleden waren wij jeugdleiders. Ik zag daar hoe er verdeeldheid ontstond onder de jonge mensen. Wie van hen naar de Bijbelschool gingen nadat zij eindexamen hadden gedaan, keken neer op diegenen die naar een wereldse universiteit of college gingen om een vak te leren om een baan te kunnen krijgen. Men dacht dat die jongelui minder waard waren geestelijk. Dit is zo verkeerd! Maar zo werd hen dat geleerd. Het is nu tijd om onze jonge mensen te vertellen over Jozef en Daniël en wat een belangrijke rol die vervulden in Gods plan en koninkrijk.

Dus Daniël ging naar de universiteit en studeerde daar. Maar Daniel had een relatie met God en de Bijbel vertelt ons dat hij het zaad at en water dronk. Het zaad is een beeld van het woord van God . Daniël nam het Woord van God tot zich en paste het toe in zijn leven. Het water is een beeld van het water waar Jezus over sprak, de Heilige Geest. Dus Daniël was een man van de Geest. Daarom was hij anders dan anderen. Hij en zijn drie vrienden hadden geen deel aan de dingen van de wereld, ze leefden een rein leven. Daarom was God met hen en zegende hen.

En aan deze vier knapen gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften en wijsheid, terwijl Daniel inzicht had in allerlei gezichten en dromen. In elke zaak, waarbij het aankwam op wijs inzicht en waarover de koning hen ondervroeg, bevond hij hen tienmaal voortreffelijker dan al de geleerden, al de bezweerders in zijn ganse rijk. (Dan1:17,20)

Toen Gods tijd gekomen was, gaf God Nebukadnessar een droom die niemand kon uitleggen. De koning wilde alle wijze mannen doden, dus ook Daniël en zijn drie vrienden. Maar toen vertelde God Daniël wat de droom was en gaf hem ook de uitleg van die droom. De koning was daarvan onder de indruk en hij stelde Daniël aan als heerser over heel Babel en als opperhoofd over alle wijzen in Babel.

Zo ziet u hoe God plaats maakt voor Zijn kinderen. Geweldig! Daniël maakte van de gelegenheid gebruik om ook een baan te organiseren voor zijn vrienden. Zijn vrienden waren oprecht en zij bogen zich niet neer voor het beeld dat de koning had gebouwd. God redde hen niet uit het vuur, zij moesten door het vuur lopen. Maar God wandelde met hen door het vuur en ze kwamen uit deze ervaring zonder de geur van rook op hun kleren. Het vuur had gen macht over hen. Soms kan er een situatie ontstaan op uw werk en u voelt alsof u in het vuur geworpen bent. Maar Jezus is met u en dat vuur heeft geen macht over u. Deze ervaring zal u alleen dichter bij Jezus brengen. God laat zulke dingen toe om u te verlossen van alles wat tussen u en Hem instaat.

De volgende koning waar Daniël voor werkte was nog slechter dan de vorige.
Hij besloot om een feest te geven en liet de gouden bekers aanrukken die zijn vader geroofd had uit de tempel in Jeruzalem. Plotseling verscheen er een hand die iets op de muur schreef. De koning zocht iemand die uitleg kon geven wat er geschreven stond en het volk vertelde hem over Daniël. Tegen die tijd was Daniël een bekende figuur in Babylon.

er is een man in uw koninkrijk, in wie de geest der heilige goden woont, en in wie in de dagen van uw vader verlichting, verstand en wijsheid, als de wijsheid der goden, gevonden werd; hem heeft koning Nebukadnessar, uw vader tot hoofd der geleerden, bezweerders, Chaldeeën en waarzeggers aangesteld. Uw vader, o koning.  Omdat dan een uitnemende geest en kennis en verstand, uitlegging van dromen, onthulling van verborgenheden en ontwarring van knopen in hem gevonden wordt, in Daniel, aan wie de koning de naam Beltesassar gegeven heeft, laat dan nu Daniel geroepen worden en hij zal de uitlegging te kennen geven. (Dan 5:11-12)

Daniël legde uit wat er op de muur stond en het was geen prettige boodschap.
Toch eerde de koning Daniël en kleedde hem in purper en hing een gouden keten om zijn hals en benoemde hem tot derde heerser in het koninkrijk. Van ballingschap naar een positie van derde heerser, dat was niet slecht. Misschien dacht de koning op die manier de God van Daniël gunstig te stemmen en zo een oordeel te voorkomen. Maar die nacht werd hij vermoord en er kwam een andere koning in zijn plaats. Koning Darius. Daniël werd onder hem een van de drie rijksbestuurders en de stadhouders moesten aan hen rekenschap geven. De andere rijksbestuurders en stadhouders waren jaloers en probeerden een fout te vinden bij Daniël zodat ze hem bij de koning konden aanklagen. Maar Daniël was getrouw en daar werd bij hem geen verzuim of iets verkeerds gevonden, dus probeerden de mannen iets tegen hem te vinden in de dienst van zijn God. Ze kregen de koning zover dat gebed verboden werd. Daniël bleef echter drie keer per dag openlijk tot God bidden en nu hadden ze hem dan eindelijk. De straf was dat de overtreder van dit gebod van de koning in de leeuwenkuil geworpen zou worden. En zo gebeurde het, maar die nacht sliep Daniël rustig, want God had de muil van de leeuwen toegesloten. De koning sliep heel slecht, want hij wilde Daniël helemaal niet kwijt. De volgende morgen rende hij naar de kuil en trof Daniël ongedeerd daar aan. Toen echter zijn beschuldigers door de boze koning in de kuil geworpen werden werden ze gegrepen door de leeuwen en zelfs hun botten werden verbrijzeld. Valse beschuldigingen, jaloerse mensen…..Wanneer God u ergens geplaatst heeft zal Hij voor u zorgen en deze dingen hebben geen macht over u.

DE RECHTER

Hoe is de getrouwe veste tot een ontuchtige geworden, zij die vervuld was van recht, en waarin gerechtigheid overnachtte, en nu; enkel moordenaars!  Uw zilver is met onzuivere bestanddelen vermengd, uw edele wijn is met water vervalst.  Uw vorsten zijn opstandelingen en metgezellen der dieven; ieder van hen is belust op geschenken en jaagt beloningen na; aan de wees doen zij geen recht en de rechtszaak der weduwe vindt bij hen geen gehoor.  Daarom luidt het woord van de Here, de Here der heerscharen, de Machtige Israels: Wee, Ik zal wraak oefenen aan mijn tegenstanders en Ik wil Mij wreken op mijn vijanden;  Ik wil mijn hand tegen u keren en Ik zal uw slakken als met loog uitzuiveren en al uw looddelen verwijderen;  uw rechters zal Ik weer maken als weleer en uw raadsheren als in den beginne. Daarna zal men u noemen: stad der gerechtigheid, getrouwe veste. (Jes 1:21-26)

De getrouwe veste is de kerk en deze boodschap is voor de kerk van vandaag.
God is bezig alle slakken met loog uit te zuiveren en dan zal Hij rechters maken als weleer. Voor een lange tijd zocht ik de Heer en vroeg Hem wat voor profetische bediening dit nu was. De rechter of richter? De Heilige Geest had mij deze tekst aangewezen toen Hij mij aan het onderrichten was over de zeven profetische bedieningen in de eindtijd.. Toen op een dag zei de Heer tegen mij, Kijk eens naar Daniël. Daniël betekent: God is rechter. Toen ik zijn leven bestudeerde begreep ik wat God bedoelde. De meest opvallende gave die God hem gegeven had was een gave van wijsheid en hij kon moeilijke problemen oplossen en dromen uitleggen en door deze gave werd hij een groot man. Er zijn nog meer mensen in de Bijbel die deze gave of geest van wijsheid ontvingen.  In de dagen van Mozes waren daar Oholiab en Besaleel. Zij werden belast met al het werk aan de tabernakel. Namen in het Oude Testament zijn belangrijk. Vele malen heeft de Heilige Geest een boodschap verborgen in Hebreeuwse namen in de Bijbel. Besaleel betekent: in de schaduw (bescherming) van God.

Mozes zeide tot de Israelieten: Ziet, de Here heeft Besaleel, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda, bij name geroepen,  en heeft hem vervuld met Gods Geest, met wijsheid, inzicht en kennis en dat voor allerlei werk:  om ontwerpen te bedenken en om die uit te voeren in goud, zilver en koper;  om stenen te bewerken en om die in te zetten; om hout te snijden en om al het ontworpen werk te maken.  En Hij heeft hem en Oholiab, de zoon van Achisamak, uit de stam van Dan in het hart gegeven om anderen te onderrichten.  Hij heeft hen vervuld met kunstvaardigheid, om te maken al het werk van een handwerker, van een kunstenaar, van een maker van veelkleurig weefwerk in blauwpurper, roodpurper, scharlaken en fijn linnen, en van een wever: uitvoerders van allerlei werk en makers van ontwerpen. (Ex 35:30-35)

Besaleel was een zoon van Uri (vurig, stralend), de zoon van Chur (wit linnen), uit de stam Juda (lofprijs en belijdenis van zonde). Hij werd bij name geroepen. In het Hebreeuws betekent dat „als een teken stellen," en wanneer wij naar zijn volle naam kijken en dat houdt dus in, ook naar de namen van zijn voorvaders, dan krijgen we een beeld van de eindtijd gelovige, deel van het overblijfsel, gereinigd in Gods vuur, stralend door Gods heerlijkheid en beschermd onder Gods vleugels (Jes 4, Psalm 91)

En deze man ontving van God de Geest van wijsheid, inzicht en kennis voor allerlei werk.

En zie, ik heb naast hem gesteld Oholiab, de zoon van Achisamak, uit de stam Dan; in het hart van ieder die kunstvaardig is, heb Ik wijsheid gelegd Zij zullen alles maken, wat Ik u geboden heb: (Ex 31:6)

Oholiab betekent : Vaders tent of tabernakel. Het rootwoord in Hebreeuws betekent ook: stralend.

Hij was de zoon van Achisamak(mijn broeder is mijn helper) uit de stam van Dan(rechter)
Oholiab die een geest van wijsheid had zoals Daniel, werd gegeven aan Besaleel om hem te helpen bij het bouwen van de tabernakel. Hij was dus ook een beeld van de eindtijd Christen die straalt met de heerlijkheid van de Heer  en heel dicht bij de Heer leeft.

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.  (Joh 14:23).

Zo worden wij dus Vaders tabernakel. Door de geboden van Jezus te bewaren en in liefde te wandelen met elkaar en God met ons hele hart te zoeken.

Met hen waren kunstvaardige mannen en vrouwen die alles zouden maken wat Mozes hen geboden had.

Het woord kunstvaardig in het Hebreeuws betekent: ze waren kundig en deden administratief en technisch werk en waren geleerd, en hadden goddelijke wijsheid, net zoals Daniël. Ze konden al het werk doen dat nodig was om de tabernakel te maken.

de tent der samenkomst, de ark voor de getuigenis, het verzoendeksel dat daarop ligt, en al het gerei der tent,  de tafel met haar gerei, de kandelaar van louter goud met al zijn gerei, het reukofferaltaar,  het brandofferaltaar met al zijn gerei, het wasvat met zijn voetstuk,  de ambtsklederen, zowel de heilige klederen van de priester Aaron als de klederen van zijn zonen, om het priesterambt te bekleden,  de zalfolie en het welriekend reukwerk voor het heiligdom; naar alles wat Ik u geboden heb, zullen zij dit maken. (Ex31:7-11)

Vandaag is deze Geest van Wijsheid ook beschikbaar voor de kinderen van God. Voor hen die de condities die beschreven staan in de betekenis van de namen van Besaleel en Oholiab, vervullen. God wil de rijkdommen van deze wereld opzij zetten voor Zijn Koninkrijk en dit moet beginnen bij de werkers, diegenen die als roeping hebben om in deze wereld te werken. We leven in een tijd waarin de economie wankelt en de mensen zijn bang. Veel werkeloosheid en faillissementen. Wij als Christenen moeten op de Heer vertrouwen, Die gezegd heeft o.a.:

Zo zal het geschieden, ten einde van zeventig jaar, dat de Here Tyrus bezoeken zal, zodat zij weer aan hoerenloon komt en hoereert met alle koninkrijken der aarde op de aardbodem.  Dan zal haar winst en haar hoerenloon de Here heilig wezen; het zal niet opgehoopt noch bewaard worden, maar haar winst zal zijn voor hen die voor het aangezicht des Heren wonen, om tot verzadiging te eten, en om zich sierlijk te kleden. (Jes23:17-18)

Tyrus is hier een beeld van het economische wereldsysteem. Dit is maar een van de verschillende teksten die aangeven dat het Gods wil is om voor Zijn volk te voorzien. Jammer genoeg hebben Christelijke werknemers en werkgevers niet zo’n goede naam in de wereld en dat moet veranderen. Wij zijn het zout en licht in deze wereld! Wanneer u goed kijkt zult u ontdekken dat er een zalving bestaat voor elk beroep en bedrijf dat men maar kan bedenken. Ik noem er een paar.

Architect, aannemer, ontwerper, goudsmid, timmerman, juwelier, woninginrichting, mode, textielbewerker. Landbouwer, veeboer, slager, bakker, voedselindustrie , wever, staalindustrie maar ook werken met allerlei grondstoffen zoals uranium enz. cosmetica industrie. Werken met kleuren, artistieke beroepen. Meubelindustrie, handel en onderwijs.

Salomo bouwde de tempel, hij dreef handel, hij was een dichter, schreef liederen, had kennis over dieren, bomen en vogels, kruipende wezens en vissen. In het boek Jesaja vinden we deze Geest van wijsheid ook weer terug.

Te dien dage zal de Here der heerscharen tot een sierlijke kroon en een prachtige diadeem zijn voor de rest van zijn volk,  en tot een geest des gerichts voor wie ten gerichte gezeten is en tot heldenkracht voor wie de strijd terugdringen naar de poort. (Jes 28:5-6)

De originele vertaling spreekt over een geest van kracht voor wie de strijd terugdringen naar de poort. Wie ten gerichte zitten, zijn de advocaten, rechters, enz. Maar ook diegenen die een besluit moeten maken en goed inzicht moeten hebben. Mensen in een bestuurlijke functie zoals managers en directeuren, enz. En de geest van kracht is niet net voor militairen, maar ook voor sportslieden. Wat dacht u van Samson, waar is hij een beeld van?

Wij zien veel gezalfde mannen en vrouwen op het gebied van alle sporten en die brengen eer en glorie aan God voor wat ze bereikt hebben en gebruiken hun positie ook om het evangelie te verkondigen. En nu kunnen wij ook blij zijn dat deze zalving van wijsheid er ook is voor iedereen die moet zorgen voor onze beveiliging. Het is goed om van God te horen wat de vijand nu weer van plan is en ook strategie van Hem te ontvangen om geweld tegen te gaan en ongelukken te voorkomen. Er moeten meer christelijke mannen en vrouwen opstaan in dit veld. In het Oude testament vinden we vele voorbeelden hoe God de plannen van de vijand bekend maakte en Zijn volk hielp de overwinning te behalen.

Nu dat wij dit allemaal weten, is de vraag hoe wij deze zalving van de Geest kunnen ontvangen. Eigenlijk heel eenvoudig. Gods aangezicht zoeken en gemeenschap zoeken met Zijn Heilige Geest en dan zal Die ons wel vertellen waar wij voor geroepen zijn en ons toerusten.

U bent net zo belangrijk als diegene die voltijds voor God werkt. En net zo gezalfd. Nu is het zo dat  er bij alles wat men koopt een handleiding hoort. En zo ook met deze gave van Wijsheid in uw werk. De handleiding vindt u in het Woord. Het boek Spreuken belooft ons dat wij met die goddelijke wijsheid rijk en beroemd zullen worden.

Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt;  want wat zij opbrengt, is beter dan de opbrengst van zilver, wat zij doet gewinnen, is beter dan goud.  Zij is kostbaarder dan koralen, al wat gij kunt begeren, kan haar niet evenaren.  Lengte van dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer. (Spr 3:13-16)

En zo zal God Zijn werk financiëren deze laatste dagen.

Voordat wij de christenen kunnen vragen om grote offerandes te brengen voor het werk van
de Heer. Moeten wij hen onderwijzen aangaande deze dingen. Hen leren om een intieme relatie met God te hebben, zodat zij Zijn stem kunnen horen en Zijn advies kunnen opvolgen. Dan kan God met hen spreken zoals Hij dat deed met Abram, Isaak en Jacob, Mozes, Daniël en Jozef en alle anderen. En dan zullen wij Gods voorziening meemaken als nooit tevoren en de mensen hoeven niet meer bedreigd , vervloekt of gemanipuleerd te worden, om ze maar te dwingen om te geven. Want er zal meer dan genoeg zijn voor het werk dat God wil doen in Zijn koninkrijk. De mensen zullen geven met vreugde en gewillig, omdat God zo goed is voor ze en misschien zullen we dan ook wel moeten vragen of ze op willen houden met geven omdat we genoeg hebben, zelfs in een tijd van economische crisis en instabiliteit.

Ik wil dit verhaal besluiten met een getuigenis van een kleine zwarte pastor ergens in Afrika. Dit is een waar verhaal en de pastor was aan het getuigen hierover. Deze man las een boekje, geschreven door een man van geloof en door dit boekje kwam hij tot de Heer en begon hij te bidden voor elke persoon die hij zelf naar de Heer toe bracht daarna, dat God hen een baan zou geven. Deze pastor leeft in een land wat verscheurd is door burgeroorlog en hongersnood en banen zijn moeilijk te vinden, vooral in de grote steden. Deze pastor getuigde dat hij nu een gemeente had van ongeveer 9000 leden. Geen gebouw, zij komen in verschillende huizen bij elkaar voor aanbidding en onderwijs. Zijn kerk had zelfs geen naam. En dagelijks komen er nog mensen tot bekering. In de huizen zorgen de mensen ook voor elkaar. De pastor vertelde dat elkeen waarvoor hij gebeden had, een baan had, hoe klein ook. Hij vertelde ook dat ze verschillende soepkeukens hadden om hun hongerige stadsgenoten te voeden. Wat een getuigenis! Ik hoorde ook getuigenissen van verschillende mensen hoe in een tijd van droogte hun land toch water kreeg doordat God hen liet zien waar bronnen waren en ook hoe zware dauw op hun land viel en het land van hun buurman was kurkdroog. Hoe bos- en veldbranden een omweg maakten rondom het huis van de gelovigen die zaten te bidden in dat huis. Vanuit Argentinië hoorde ik een paar jaren geleden ook een getuigenis hoe God de winkels van gelovigen beschermde toen relletjes uitbraken en de mensen de winkels plunderden omdat zij honger hadden en boos waren. Ook hoorde ik hoe God op een dag een zekere gemeente zei, om al hun geld dat ze gespaard hadden voor de bouw van de kerk, onmiddellijk van de Bank te halen. Dat deden ze en drie dagen daarna was er een crisis en stonden mensen in lange rijen wanhopig te wachten om te zien of ze nog wat geld konden krijgen. Al hun spaargeld was weg. Met het geld dat ze van de Bank gehaald hadden was deze gemeente in staat vele hongerige mensen te voeden in die dagen. Zulke wanhopige tijden zullen weer aanbreken. Zijn wij er klaar voor? God is groter!
De God van Mozes is nog dezelfde vandaag!

Nog een laatste woord van wijsheid. Wat u ook al bezig bent om te bouwen voor God, zorg ervoor dat u alles doet volgens Zijn wil en ontwerp en u moet ook zeker weten dat dit uw taak is van God. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat God in alles zal voorzien wat u nodig heeft. Zelfs wanneer de wereld om u heen instort. Het is Gods werk, het is Zijn kerk. De mensen zijn Gods volk en God is getrouw!.

In deze laatste dagen geeft God weer aan Zijn kerk de bediening van de profetische Richter. Deze bediening zal de gelovigen die geroepen zijn om in de wereld te werken, toerusten om gezalfde werkers te worden. Het zal deze gelovigen goed gaan en zij zullen weten dat het God is die ons kracht geeft vermogen te verwerven.

Maar gij zult aan de Here, uw God, denken, want Hij is het, die u kracht geeft om vermogen te verwerven, ten einde het verbond gestand te doen, dat Hij uw vaderen gezworen heeft, zoals dit heden het geval is. (Deut 8:18)

En door hun bediening zullen financiën in het Koninkrijk van God stromen en kan Gods kerk gebouwd worden. Het is Gods wil om ons te zegenen zodat wij een zegen voor anderen kunnen zijn.

Froukje.  Oss, augustus 2002.

back

Home Page Gemaakt en Bewerkt 24 Oktober 2003 en geschreven door  Bergman Johannes  Homepage http://www.johannesjohn.coolix.com/