back

September 2002.




GODS VOORWAARDEN VOOR EEN GEZEGEND EN VOORSPOEDIG LEVEN VOOR WERKGEVERS
EN WERKNEMERS



(uit het Boek)

Ex 23:25
U zult alleen de HERE, uw God, vereren. Als u dat doet, zal Ik u zegenen met brood en water en de ziekten bij u wegnemen.

Lev 25:14,16,17
Als u iets koopt of verkoopt, mag u de ander niet benadelen. Daarom zal de prijs van een te verkopen stuk land worden bepaald aan de hand van het aantal jaren tussen de koop en het jubeljaar. Als het aantal jaren groot is, is de prijs hoog; als het aantal jaren klein is, is de prijs ook lager. Want in werkelijkheid verkoopt u het aantal oogsten dat voor het jubeljaar kan worden binnengehaald, want in het jubeljaar krijgt u uw eigendom weer terug. Vrees uw God en overvraag elkaar niet! Want Ik ben de HERE. Gehoorzaam mijn wetten als u veilig in het land wilt leven.

Deut 8:18
Vergeet nooit dat de HERE, uw God, u de kracht geeft rijk te worden en Hij doet dat om Zijn belofte aan uw voorouders na te komen.

Deut 15:1-11
"Aan het einde van elk zevende jaar moeten alle schulden worden kwijtgescholden. Iedere schuldeiser zal de schuld die een andere Israëliet bij hem heeft, volledig kwijtschelden, want de HERE heeft iedereen van zijn verplichtingen ontslagen. Deze kwijtschelding geldt niet voor buitenlanders, maar wat uw broeder u schuldig is, moet u hem kwijtschelden. Niemand zal hierdoor arm worden want, als u dit gebod gehoorzaamt, zal de HERE u rijk zegenen in het land dat Hij u geeft. De enige voorwaarde die de HERE stelt voor Zijn zegen, is dat u zorgvuldig leeft volgens de geboden van de HERE, uw God, die ik u vandaag geef. Hij zal u zegenen zoals Hij heeft beloofd. U zult aan vele volken geld uitlenen, maar zelf zult u nooit iets hoeven te lenen. U zult heersen over vele volken, maar zij zullen niet over u heersen. Als er bij uw aankomst in het land dat de HERE u zal geven, enkele armen onder u zijn, moet u uw hart en hand niet voor hen sluiten; u moet hun net zoveel lenen als zij nodig hebben. Denk erom! Weiger nooit een lening omdat het jaar van kwijtschelding voor de deur staat! Als u weigert te lenen, zal de behoeftige man tot de HERE roepen en dan zal het u worden toegerekend als een zonde. U moet hem lenen wat hij nodig heeft, zonder te klagen! Want de HERE zal u helpen bij alles wat u doet, als u zo aan uw broeder leent! Er zullen altijd arme mensen onder u zijn; daarom is dit gebod noodzakelijk. U moet uw arme broeder vrijgevig tegemoet treden en hem lenen wat hij nodig heeft.

Deut 25:13-16
Wanneer u zaken doet, moet u altijd betrouwbare maten en gewichten gebruiken, zodat u een lang en goed leven zult hebben in het land dat de HERE, uw God, u geeft. Allen die bedrog plegen met valse maten en gewichten, zijn verachtelijk in de ogen van de HERE, uw God.

Deut 30:16
Ik heb u vandaag opgedragen de HERE, uw God, lief te hebben, Zijn paden te volgen en Zijn wetten na te leven. Dan zult u leven en een groot volk worden. De HERE, uw God, zal u en het land dat u in bezit gaat nemen, dan zegenen

Jozua 1:8
Houd het volk deze wetten steeds voor en denk er zelf dag en nacht over na, zodat u zeker weet dat u ze volledig naleeft. Want alleen dan zult u slagen.

1 Sam 17:38,39
Hierna gaf hij David zijn eigen wapenrusting: een koperen helm en een pantser. David trok    het aan en deed enkele stappen om te voelen hoe het zat, want hij had nog nooit een wapenrusting aangehad. "Ik kan me niet bewegen", zei hij tegen Saul en trok alles weer uit.

David was niet gewend aan de wapenrusting van Saul. Kijk niet naar wat anderen doen. Wat voor hen werkt mag niet altijd voor u werken. God heeft Zijn eigen specifieke instructies voor u.

1 Kon 18
Obadja was de juiste man op de juiste plaats en op de juiste tijd.

2 Kron 20:35-37
Maar aan het eind van zijn leven sloot koning Josafat van Juda een bondgenootschap met koning Ahazia van Israël, een zeer goddeloze man. Zij bouwden schepen in Ezéon-Géber die bestemd waren voor de vaart op Tarsis. Daarover profeteerde Eliëzer, de zoon van Dodava uit Maresa, tegen Josafat en zei: "Omdat u een bondgenootschap hebt gesloten met koning Ahazia, heeft de HERE besloten uw werk te verwoesten."

En inderdaad, de schepen leden schipbreuk, zodat zij nooit in Tarsis aankwamen.Neem geen ongelovige partner in business, dan kan God niet zegenen. God  is uw partner.

2 Kron 26:5
Gedurende Zacharia's leven deed Uzzia steeds zijn best zoveel mogelijk naar Gods wil te leven . Zacharia was een man die leefde vanuit een diep ontzag voor God. En zolang de koning deed wat God van hem verlangde, ging alles voorspoedig, want God zegende hem.

2 Kron 31:20,21
Op die manier regelde koning Hizkia deze zaken in heel Juda en in de ogen van de HERE, zijn God, was hij een goed en rechtvaardig man. In alles wat hij deed in de dienst voor het huis van de HERE, handelde hij naar de wetten en geboden van de HERE. Hij zocht de HERE met zijn hele hart en de HERE zegende hem.

Psalm 75:6,7
gedraag u niet weerbarstig tegenover mij en wees niet trots." Want uw waarde wordt niet bepaald door een invloed van deze aarde; niet uit dit of dat land of uit die woestijn. God is de Rechter. De een wordt door Hem teruggewezen en op zijn plaats gezet, de ander wordt door Hem geprezen en hooggeacht. In het Hebreeuws staat er: promotie komt van de Heer, Hij zal iemand afzetten om plaats te maken voor iemand anders, om die te verhogen.

Psalm 112
Prijs de HERE! Gelukkig is ieder, die ontzag heeft voor de HERE en van harte bereid is Zijn geboden na te volgen.  Zijn nageslacht zal op aarde machtig worden. Alle oprechte mensen worden gezegend. De HERE voorziet hen van alles wat zij nodig hebben en rijkdom wordt hun deel. Zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand.  God laat Zijn licht schijnen voor de gelovigen, ondanks de duisternis waarin zij soms leven. Hij geeft hun genade en recht en ook Zijn liefdevolle meeleven. Iemand die zich om anderen bekommert en leent waar dat nodig is en eerlijk zaken doet, zal het goed gaan.  Hij zal sterk in het leven staan. De Here zal aan hem denken. Hij is niet bang voor kwaadsprekers. In zijn hart is rust en vrede; hij vertrouwt volledig op de HERE. Zijn hele houding is onwankelbaar en angst kent hij niet. Zijn tegenstanders bekijkt hij met blijdschap. Hij geeft veel weg aan de armen. Altijd blijft hij oprecht; met blijdschap en eer wordt hij omringd. De ongelovige ergert zich aan hem als hij dat alles ziet. Hij knarst met zijn tanden, machteloos. Wat de goddelozen willen, wordt altijd tenietgedaan.

Psalm 127:1,2
Als de HERE de bouw van een huis niet zegent, is alle moeite nutteloos. Ook staat de wachter voor niets op wacht, als niet de HERE de werkelijke bescherming over de stad geeft. Het is zinloos als u vroeg opstaat en tot diep in de nacht ploetert. God geeft Zijn kinderen wat zij nodig hebben in de slaap.


De voordelen van Goddelijke wijsheid in het boek van Spreuken

Spreuken 3:1-6 
Mijn zoon, onthoud alles wat ik je leer en bewaar mijn geboden in je hart. Zij zullen je leven verlengen, goed als ze zijn voor lichaam en geest. Houd liefde en trouw in ere! Draag Gods geboden als een sieraad en prent ze in je hart en geheugen. Dat levert je genegenheid en instemming van God en de mensen op. Vertrouw met heel je hart op de HERE en verwacht het niet van je eigen verstand. Laat God delen in alles wat je doet, dan kan Hij je levensweg bepalen.

Spreuken 3:9,10
Vereer de HERE met wat je bezit en geef Hem Zijn deel van je inkomsten. Dan zullen je schuren te klein zijn en vloeit de most over de randen van je perskuip.

Spreuken 6:1-5
Mijn zoon, het kan gebeuren dat je je voor iemand borg stelt, dat je garant staat voor zijn schuld en dan aan je woord wordt gehouden. Doe dan het volgende, mijn zoon: Breng de zaak snel in het reine, want je naaste heeft een vordering op jou. Bezoek de schuldeiser en zeg hem dat je zult betalen en dwing de schuldenaar, voor wie je borg staat, alsnog het geld bijeen te brengen. Slaap daar niet eerst een nachtje over, maar regel zulke zaken snel. Want op dat moment ben je de prooi van de eiser, zoals hert en vogel prooi zijn van de jager. Dus breng jezelf in veiligheid. (M.a.w. stel je geen borg voor iemand anders!!)

Spreuken 6:10 ,11
Nog even slapen, nog even soezen, nog even lekker liggen, maar dan komt de armoede over je en maar al te snel zul je gebrek lijden.

Spreuken 10:2-6
Oneerlijk verkregen vermogen levert niets op; maar zijn oprechtheid redt een mens van de                  dood. De HERE zorgt dat een rechtvaardig mens geen honger lijdt, maar de goddeloze neemt Hij alles af. Iemand die zich niet ten volle inzet, wordt arm; maar wie zich inspant, wordt rijk. Wie in de zomer zijn oogst binnenhaalt, is een verstandige zoon; maar de zoon die in de oogsttijd slaapt, maakt zichzelf te schande. Rechtvaardige mensen worden gezegend

Spreuken 11:1,15
De HERE verafschuwt een weegschaal waaraan geknoeid is, maar een zuiver gewicht is goed in Zijn ogen. Als iemand zich voor een vreemdeling heeft borggesteld, zal hem dat zeker opbreken; om een onbezorgd leven te leiden, kan men zich beter niet garant stellen

Spreuken 12:2,11,24
Een goed mens vindt genade in de ogen van de HERE; maar een boosdoener beschouwt Hij als een goddeloze, die zijn straf verdient….Wie zijn land bewerkt, heeft steeds genoeg te eten; wie echter leeglopers volgt, is onverstandig…. Vlijtige mensen houden zelf het roer in handen; wie dat niet doet, wordt overheerst en betaalt belasting aan een vreemde.

Spreuken13:11
Oneerlijk verkregen vermogen kent geen lang leven, maar wie met ijverig werken zijn kost verdient, zal zijn bezit vermeerderen.

Spreuken 14:11,23
Alles wat de goddeloze tot het zijne rekent, wordt verwoest; het bezit van de oprechte zal echter toenemen. Eerlijk en hard werk levert iets op; nutteloos geklets niet.

Spreuken 15:27
Een oneerlijk mens brengt onrust in zijn eigen huis, maar wie smeergeld haat, zal leven.

Spreuken 18:9
Een luiaard is net zo erg als een man die zijn geld over de balk smijt.

Spreuken 19:2,3,17
Als iemand graag iets wil ondernemen, maar het inzicht ervoor mist, leidt het tot niets. Wie niet uitkijkt waar hij loopt, zondigt maar al te snel. De dwaasheid van een mens zal hem opbreken; waarna hij de HERE de schuld daarvan geeft. Wie de arme mensen helpt, is een vreugde voor de HERE; Hij zal hem daarvoor belonen.

Spreuken 20:10,13,17,22,23
De HERE heeft een afkeer van veel dingen, maar van deze twee zeker: ongelijke gewichten en ongelijke inhoudsmaten. Wees niet lui en slaperig, anders wacht u de armoede; als u uw ogen openhoudt, zult u genoeg hebben om in uw lichamelijke behoeften te voorzien. Onrechtmatig verkregen goed smaakt aanvankelijk zoet, maar verandert tenslotte in een mondvol scherpe stenen. Snel vergaarde rijkdom verliest tenslotte zijn waarde. Zeg niet dat u het onrecht zult wreken; wacht liever op de HERE, want Hij zal u bijstaan. 
De HERE verafschuwt ongelijke gewichten en een weegschaal waarmee geknoeid is, is een zonde.

Spreuken21:5,6,21
Een vlijtig mens krijgt alles wat hij nodig heeft, ja, zelfs nog meer dan dat; maar armoede wacht hem, die heel snel heel veel wil hebben. Wie met leugen en bedrog zijn fortuin wil maken, hoeft niet op succes te rekenen en stelt zijn leven in de waagschaal. Wie zijn best doet ieder het zijne te geven en gul te zijn, krijgt alles wat hij nodig heeft, het leven en aanzien.

Spreuken 22:4,9,16,22,23,26,27,29
De beloning voor nederigheid en eerbiedig ontzag voor de HERE bestaat uit rijkdom, aanzien en uitzicht op het leven. Wie vriendelijk is, zal worden gezegend; hij deelde immers zijn brood met de hongerige. Wie zichzelf verrijkt door de arme uit te buiten en gelijk een rijke geschenken geeft, zal zelf met de armoede kennismaken. Beroof de arme niet, omdat hij arm is; verpletter de noodlijdende niet voor de rechtbank. Want de HERE zal als hun beschermer optreden en hun berovers doden. Schaar u niet onder degenen, die met een handklap te kennen geven zich garant te stellen voor schulden.Want waarom het risico lopen dat de schuldeiser uw bed afneemt, omdat u niet kunt betalen? Kent u iemand die een goed vakman is? Hij zal succes hebben en voor koningen werken.

Spreuken 23:4,5
Doe geen moeite rijk te worden; u kunt uw gaven beter voor iets anders gebruiken. 
Staar u niet blind op rijkdom, die in feite niets voorstelt. Rijkdom is ook maar vergankelijk. Zoals een vogel opvliegt, kan het weer verdwijnen.

Spreuken 28:8,19,22,25,27
Wie zijn rijkdom verzamelt door woekerrente en te hoge prijzen, doet al dat werk (zonder dat hij dat beseft) voor degene, die zich over de armen ontfermt. Wie oprecht leeft, wordt gered; maar wie van twee walletjes wil eten, zal ten val komen. Wie zijn land bebouwt, krijgt genoeg te eten, maar wie met leeglopers optrekt, staat armoede te wachten. Een oprecht man zal volop worden gezegend; maar wie ten koste van alles rijk wil worden, zal zijn straf niet ontlopen. Wie nietsontziend rijkdom najaagt, wordt een gierig en kwaadaardig mens; hij weet het nog niet, maar armoede staat hem te wachten Wie een arme geeft, zal zelf geen gebrek lijden; maar wie de nood van de armen niet wil zien, zal veelvuldig worden vervloekt.

Bidt deze tekst over uw Budget

Spreuken 30:8,9
Houd ongeloof en leugens bij mij weg; geef mij armoe noch rijkdom, maar alleen wat ik nodig heb. Want als ik verzadigd zou zijn, zou ik U misschien verloochenen door te zeggen: "Wie is de HERE?" En als ik arm was, zou ik misschien gaan stelen en daardoor Uw naam oneer aandoen.

Prediker 2:26
Want God geeft een mens die Hem bevalt wijsheid, kennis en vreugde; maar van iemand die Hem niet bevalt, neemt God zijn rijkdom af en geeft het aan hen, die Hij graag mag

Prediker 5:3-5
Als u met God spreekt en Hem zweert dat u iets voor Hem zult doen, stel dat dan niet uit; want God heeft een hekel aan ondoordachte beloften. Kom uw belofte aan Hem na. Het is veel beter niet te zeggen dat u iets zult doen, dan het wel te zeggen en het daarna toch niet te doen. In dat geval zondigt u met uw mond. Probeer u niet te verdedigen door de boodschapper van God te vertellen dat het allemaal een misverstand was. Dat zou God boos maken; Hij zou dan wel eens een eind kunnen maken aan uw voorspoed in het leven

Prediker 5:10-12,17-19
Iemand die van geld houdt, heeft nooit genoeg. Wat een dwaasheid om te denken dat geld gelukkig maakt. 
Hoe meer u hebt, des te meer moet u uitgeven aan personeel en anderen, net zoveel als uw inkomen toelaat. Dus wat is het voordeel van rijkdom, behalve dan toekijken hoe het geld u door de vingers glipt? Een man die hard werkt, slaapt goed, of hij nu veel of weinig eet; maar de rijken maken zich zorgen en lijden aan slapeloosheid. Maar er is tenminste nog één goed ding voor een mens; hij mag genieten van lekker eten en drinken en andere prettige dingen bij al het harde werken, dat hij doet in de korte tijd die God hem laat leven. En natuurlijk is het ook goed als een mens rijkdom heeft gekregen van God en bovendien de gezondheid bezit om ervan te kunnen genieten. Houden van je werk en je plaats in het leven te aanvaarden, dat is werkelijk een geschenk van God. Iemand die dat doet, denkt er niet vaak aan dat hij maar kort leeft, want God geeft hem vreugde.

Prediker 8:3-5
Gehoorzaam de koning zoals u hebt gezworen te doen. (Heb geen haast om de tegenwoordigheid van de Koning te verlaten/ neem tijd voor Hem(God) )
De wijze man zal een tijd en een manier kunnen vinden om te doen wat Hij zegt.

Jeremia 8:6-13
De ooievaar weet precies wanneer hij aan zijn trek moet beginnen, net als de tortelduif en de zwaluw. Zij trekken weg en komen allemaal terug op de tijd die God heeft vastgesteld. Maar mijn volk niet! Dat negeert de wetten van de HERE. Hoe kunt u zeggen dat u wijs bent omdat u de wet van de HERE hebt, als uw leraren die hebben verdraaid tot iets wat Ik nooit heb gezegd? Zij hebben het woord van de HERE veracht, hoe kunnen zij dan wijs zijn? Zij geven waardeloze medicijnen voor de diepe wond van mijn volk, want zij verzekeren iedereen dat het vrede is, maar dat is niet zo!
Judas 11 Zij zijn net als Bileam, die voor geld alles wilde doen.

Jeremia 29:7
Werk voor de vrede en welvaart van de stad waarheen Ik u heb verbannen. Bid voor haar tot de HERE, want als uw stad welvarend is, bent u het ook. (Bid voor uw werkgevers en het bedrijf waar u werkt)

Daniel 6:4,5
Al gauw bleek dat Daniël met kop en schouders uitstak boven de beide andere onderkoningen en de gouverneurs. Hij bleek buitengewoon begaafd. De koning dacht er zelfs over hem de hoogste post in het koninkrijk te geven.Dit zette kwaad bloed bij de twee andere onderkoningen en de gouverneurs. Zij probeerden een fout te vinden in Daniëls beleid, zodat zij een aanklacht tegen hem konden indienen bij de koning. Maar zij konden geen enkele fout ontdekken! Hij was eerlijk en betrouwbaar en boven alle kritiek verheven.

Lucas 6:34-38
Als u geld leent aan mensen die het u kunnen terugbetalen, wat voor bijzonders is daaraan? Iedereen wil wel geld uitlenen als hij erop kan rekenen het terug te krijgen. Weet u wat u moet doen? Uw vijanden liefhebben en goed voor hen zijn en hun iets te leen geven zonder erop te rekenen dat ze u terugbetalen. Dan krijgt u een grote beloning in de hemel. Dan zult u echte zonen van God zijn. Want Hij is vriendelijk en goed voor ondankbare en slechte mensen. Heb net zoveel liefde en medeleven als uw hemelse Vader. Veroordeel niemand; want anders komt het op uw eigen hoofd terecht. Neem niemand iets kwalijk. Dan zal ook u niets kwalijk worden genomen. Geef veel en u zult veel terugkrijgen, meer dan overvloedig. Want wie veel geeft, zal veel krijgen. En wie weinig geeft, zal weinig krijgen."

(NBG)
En indien gij leent aan hen, van wie gij hoopt iets te ontvangen, wat hebt gij voor? Ook zondaars lenen aan zondaars om evenveel terug te ontvangen.  Neen, hebt uw vijanden lief, en doet hun goed en leent zonder op vergelding te hopen, en uw loon zal groot zijn en gij zult kinderen van de Allerhoogste zijn, want Hij is goed jegens de ondankbaren en bozen. Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is. Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.
 
Rom.13:6-8
Doe daarom wat de overheid zegt; niet alleen uit vrees voor straf, maar ook om een zuiver
geweten te houden. Daarom betaalt u ook belasting, want de mensen die in dienst staan van de overheid, zijn eigenlijk in dienst van God. Zij letten er op of er wel belasting wordt betaald. Geef ieder wat hem toekomt. Als u belasting of invoerrechten moet betalen, doe dat
dan.

2 Cor 8:12-14
Als u het verlangen hebt om te geven, is het niet belangrijk hoeveel u geeft. God vraagt om wat wij hebben en niet om wat wij niet hebben. Ik bedoel natuurlijk niet dat u anderen zo moet helpen, dat u daardoor zelf gebrek gaat lijden. Nee, het is een kwestie van eerlijk delen. Op het ogenblik hebt u meer dan genoeg en kunt u hen uit de nood helpen. Later kunnen zij u eventueel helpen, als het nodig is. Waar het om gaat, is een rechtvaardige verdeling.

2 Cor 9:6-12
Onthoud dit goed: Wie niet veel geeft, zal ook zelf niet veel ontvangen. Een boer die weinig zaait, zal maar weinig oogsten; maar wie veel zaait, zal ook veel oogsten. Ieder moet voor zichzelf uitmaken hoeveel hij zal geven. Dwing niemand iets te geven, want dan doet hij het met tegenzin. God houdt ervan dat u met een blij hart geeft. God geeft Zijn genade in overvloed, zodat u niet alleen zelf alles krijgt wat nodig is, maar het ook royaal met anderen kunt delen. Het staat zo in de Boeken: "De goede en rechtvaardige geeft veel aan de armen. Voor het goede wat hij doet, zal hij altijd worden geëerd." (b) God, Die de boer zaad geeft om te zaaien en ons brood om te eten, zal u steeds meer zaad en steeds grotere oogsten geven. Dan kunt u van uw overvloed steeds meer uitdelen.Ja, Hij geeft zoveel dat u altijd veel kunt weggeven. En wanneer wij uw gift brengen aan hen die te kort hebben, zullen zij God danken en prijzen voor uw hulp. Door deze vrijgevigheid worden niet alleen gelovigen in nood geholpen, maar ontvangt ook God veel lof en eer.

Efez 4:28
Wie een dief is, moet ophouden met stelen. Steek liever uw handen uit de mouwen en  verdien eerlijk uw eigen brood. Dan kunt u nog eens iemand helpen die gebrek heeft.

Efez.5:3-5
Van ontucht, vuiligheid of hebzucht mag bij u geen sprake zijn. Dat past christenen niet, om over ongepaste taal en dom en flauw gepraat maar te zwijgen. Wijs elkaar liever op Gods goedheid en wees dankbaar. U moet goed weten dat in het Koninkrijk van Christus en God geen plaats is voor mensen die ontuchtig, losbandig of hebzuchtig zijn. Hebzucht is het dienen van een valse god.

Filipp 4:10, 15-17-19
Ik ben erg blij en dankbaar dat u mij weer hebt geholpen…u weet immers nog goed dat in het begin van mijn werk voor de verbreiding van het goede nieuws u de enige gemeente was, die mij geregeld een gift stuurde nadat ik uit uw streek, Macedonië, vertrokken was. Zelfs toen ik in Thessalonica was, hebt u mij nog twee keer iets gestuurd om mij te helpen. Nu gaat het mij niet om de gift op zich, maar wel om uw goede werk waardoor uw hemelse beloning steeds groter wordt. Ik heb de hele gift ontvangen en heb momenteel meer dan voldoende. Voorlopig kom ik niets tekort nu Epafroditus mij uw gaven heeft overhandigd. Zij zijn een heerlijk geurend offer, aangenaam voor God.  (omdat jullie voor mij zorgden, zegt Paul) Mijn God zal uit Zijn rijkdom in Christus Jezus u alles geven wat u nodig hebt.

Col 3:5,6
Weg dan met alle aardse zonden, zoals sexuele zonden, vuiligheid, hartstocht, slechte verlangens en hebzucht. Door altijd maar meer te willen hebben, aanbidt u een afgod. Gods vreselijke straf komt over hen, die deze dingen doen.

Col 3:22,23
Slaven (werknemers) moeten hun meesters (werkgevers) altijd gehoorzamen. Probeer het hun niet alleen naar de zin te maken als zij op u letten, maar voortdurend met een bereidwillige houding en ontzag voor God. Wat u ook doet, doe alle werk met plezier, alsof het voor de Here is en niet voor mensen.

1 Thess 4:11,12
Zet u volledig in om een rustig leven te leiden; bemoei u met uw eigen zaken en verdien uw eigen boterham, zoals we dat al eerder hebben gezegd. Dan zullen buitenstaanders u vertrouwen en respecteren; en u zult bij niemand uw hand hoeven op te houden.

2 Thess 3:6-12
Broeders, namens de Here Jezus Christus moeten wij u zeggen dat u geen contact meer mag hebben met broeders, die hun plicht verzaken en niet doen wat wij u hebben geleerd. U weet zelf hoe wij bij u hebben geleefd. Daaraan kunt u een voorbeeld nemen. U hebt ons onze plicht zien vervullen. Wij hebben van niemand geprofiteerd; dag en nacht hebben wij hard gewerkt om niemand tot last te zijn. Wij hadden dat overigens best van u mogen eisen, maar hebben het niet gedaan om u tot een voorbeeld te zijn. Leef daar dan ook naar! Toen wij nog bij u waren, hebben we u er al op gewezen dat iemand die niet wil werken, ook geen eten krijgt. Want wij horen dat er sommigen onder u zijn die hun plichten niet vervullen. Zij werken niet, maar houden zich bezig met zaken die hun niet aangaan. In de naam van de Here Jezus Christus dragen wij zulke broeders op rustig aan het werk te gaan en hun eigen brood te verdienen.

1 Tim 5:16
Laat ik je er nog eens op wijzen dat een weduwe door haar familie ondersteund moet worden en niet op kosten van de gemeente mag gaan leven. Dan kan de gemeente haar geld besteden aan weduwen die echt alleen zijn en van niemand hulp kunnen verwachten.

1 Tim 5:17,18
Voorgangers die hun werk goed doen, moeten door de gemeente onderhouden en met respect behandeld worden. Dat geldt in het bijzonder voor de voorgangers die hun tijd besteden aan het prediken en het onderwijzen. Want er staat in de Boeken: "U mag een os tijdens het dorsen geen muilband aanleggen: laat hem tijdens het werk eten zoveel hij wil." (A) En ergens anders staat: "Een arbeider is zijn loon waard."

1 Tim 6:1-3
Gelovige slaven (werknemers) moeten hard werken voor hun eigenaars en respect voor hen hebben; anders zouden de naam van God en de leer schade kunnen lijden. Als de slaveneigenaar (werkgever) een christen is, mag dat voor de slaven (werknemers) geen excuus zijn om het wat kalmer aan te doen. Nee, zij moeten eerder nog meer hun best doen, omdat een broeder in het geloof door hun inspanningen wordt geholpen. Prent de mensen deze waarheden in, Timotheüs, en moedig iedereen aan ernaar te leven. Misschien gaan sommigen er tegen in, maar vergeet niet dat dit het zuivere, gezonde onderwijs van onze Here Jezus Christus is; het is het fundament voor een leven dat Gods goedkeuring heeft.

1 Tim 6:4,5
Wie iets anders beweert, is verwaand en dom; die heeft de ziekelijke neiging te willen bekvechten over de betekenis van de woorden van Christus. De gevolgen daarvan zijn jaloezie en ruzie, beledigingen en verdachtmakingen. Deze ruziezoekers zijn verwrongen in hun denken; zij weten niet meer wat de waarheid is. Voor hen is het goede nieuws alleen maar een middel om geld te verdienen.

1 Tim 6:6-10
Het leven met God brengt veel op. Zeker als je ook blij bent met alles wat je hebt. Per slot van rekening hebben wij bij onze geboorte niets meegebracht; en als wij sterven, zullen wij ook niets kunnen meenemen. Daarom moeten wij tevreden zijn zolang wij maar voeding en onderdak hebben. Maar wie graag rijk willen worden, komen al gauw in verleiding om verkeerde dingen te doen. Zij verlangen naar onnodige en verkeerde dingen en gaan tenslotte verloren. Want de liefde voor het geld is de eerste stap naar allerlei andere zonden. Sommige mensen hebben zich daarvoor zelfs van God afgewend en zich veel ellende op de hals gehaald.

1 Tim 6:17,18
Zeg tegen de rijken dat zij niet trots mogen zijn en niet moeten vertrouwen op hun geld, dat slechts een twijfelachtige zekerheid geeft, maar dat zij moeten vertrouwen op de levende God, Die ons van alles geeft om ervan te genieten. Zeg hun dat zij hun geld moeten gebruiken om er goed mee te doen. Zij moeten rijk zijn in goede werken en met een blij hart geven aan mensen die gebrek lijden; zij moeten altijd klaarstaan om alles wat God hun heeft gegeven met anderen te delen.

Titus 2:9,10
Zeg tegen de slaven (werknemers) dat zij hun eigenaars (werkgevers) moeten gehoorzamen, zodat die tevreden over hen kunnen zijn. Zij mogen geen grote mond tegen hen opzetten. Ook mogen zij niet oneerlijk zijn, maar zij moeten in alles laten zien dat zij betrouwbaar zijn.(zoals Jozef en Daniel) Dan zullen vele mensen in onze Redder en God willen geloven.
Heb 13:5


Laat u niet door het geld in beslag nemen. Wees tevreden met wat u hebt, want God heeft gezegd:
"Ik zal altijd voor u zorgen; Ik zal u nooit in de steek laten."


Jakobus 4:13-16
Er zijn mensen onder u die zeggen: "Vandaag of morgen gaan we naar die en die stad om zaken te doen. Wij zullen er een jaar blijven en goed winst maken." Hoe weet u wat er morgen met u zal gebeuren? Uw leven lijkt op een damp, die er nu is en straks weer verdwijnt. U kunt beter zeggen: "Als de Here het wil, zullen wij leven en dit of dat doen." Maar de manier waarop u nu praat, getuigt van zelfingenomenheid. Dat is niet goed.

Jakobus 5:12
Als u 'ja' zegt, moet het 'ja' zijn; en als u 'nee' zegt, moet het 'nee' zijn. Anders bent u strafbaar voor God.


Froukje, Oss, September 2002.

back

Home Page Gemaakt en Bewerkt 24 Oktober 2003 en geschreven door  Bergman Johannes  Homepage http://www.johannesjohn.coolix.com/