De Caterham Story

Het seven-centre

Graham Nearn en Ian H. Smith starten in 1959 een Lotus Centre op Caterham Hill. Het centrum vestigde zich in een oude garage met benzinepomp op Caterham hill. De benzinepomp werd aan esso verkocht en zelf gebruikten ze de garage. Nearn reedt zelf een seizoen of twee in Lotus Seven en vond hem op dat moment de perfecte race-auto. Chapman wees ze aan als agent, later verkochten ze ook voor TVR, Marcos en Gilbern. Tot 1962 verkochten ze nieuw Lotussen toen Chapman als gevolg van de crisis de auto's direct vanaf de fabriek ging verkopen. Caterham legde zich toe op de gebruikte lotussen. Caterham vestigde een naam door goede service en goede onderdelen te leveren en werd al gauw de garage voor de lotus seven.

In 1966 zocht Nearn contact met Chapman hoe het met de seven stond en in hoeverre lotus verder ging met de productie. Chapman wist het niet zeker. Na een gesprek met Lotus Components werd duidelijk dat er nog voor twintig auto,s onderdelen waren. Deze werden gekocht door Caterham. Ze werden verkocht als kits, de klant bouwde er de lotus seven van, echter belangrijk was dat caterham weer nieuwe auto's verkocht voor Lotus. Eind jaren zestig komt Mike warner bij Lotus and stopt een vermogen in de ontwikkeling van de seven s4. Als begin jaren zeventig de economie stokt en de ontwikkelingskosten van de s4 op geen enkele manier zijn terug te verdienen staakt de directie de productie van de s4. Op dat moment voert Nearn de druk op Lotus op om tot een deal te komen. Het moment om zaken te doen start als John Berry naar Caterham wordt gestuurd om een voorraad formula Fords te verkopen, deze waren ook een erfenis van Warner, en Nearn aangeeft ze te willen kopen als hij ook eigenaar wordt van de seven. Chapman geeft uiteindelijk toe en caterham heeft de rechten van de seven, compleet met alle onderdelen en aanverwante zaken uit de lotus fabriek.

Op dat moment is Caterham dus niet alleen het seven centre maar ook de fabriaknt van de seven. Opgemerkt moet worden dat de situatie begin jaren zeventig economisch gezien zeer slecht was voor sport-auto's, caterham investeerde in feite anti-cyclisch.

De producent

Uiteraard kon caterham niet de naam lotus gebruiken voor de auto, omdat caterham reeds een bekende naam was werd het uiteindelijk de caterham seven. De band met lotus bleef wel bestaan doordat de lotus twin-cam moter in de auto werd gebruikt.

Caterham bouwde in het begin de s4 maar kwam al gauw voor een probleem te staan doordat de leverancier van de zijramen en het raamframe een gegarandeerde order wilde hebben, en tevens een flinke aanbetaling wilde hebben. Echter met een productie van een auto per week wilde caterham hier niet mee meegaan en stopte de productie van de s4. Caterham had echter nog wel genoeg onderdelen om de s3 te bouwen (voor 8-9 stuks) en ging dus weer verder met de s3, temeer omdat Nearn de s3 eigenlijk ook veel mooier vond dan de s4.

De productie was opdat moment low-profile en caterham overleefde deze fase doordat ze nog steeds service en reperaties verrichten aan bestaande klanten en seven rijders.

Tot 1979 had caterham het moeilijk met de produktie en had veel moeilijkheden met leveranciers, levertijden en het uitvoeren van de bestellingen. Caterham leerde echter wel wat ervoor nodig is om je een auto fabrikant te kunnen noemem.

In 1981, als Clive Roberts aantreedt als ontwikkelings engineer, komt dan eindelijk de vaart erin. In combinatie met de economie en de interesse van grotere auto fabrikanten als rover, Ford en Vauxhall om zaken met Caterham te gaan doen zetten Caterham op het juiste spoor. Clive Roberts verandert de auto drastisch en maakt een ruimere en comfortabelere auto van de seven met eindelijk modernere techniek. De jaren tachtig staan dan ook voor vele verbeteringen in de ophanging en aandrijving van de auto.

De verbeteringen en de economie zorgen voor een groei tot half jaren negentig, op dat moment heeft Caterham 54 mensen in dienst, 150 toeleveranciers en twee onder aannemers met totaal honderd man in dienst. Tevens zit de fabriek dan sinds 1987 in een nieuw gebouw als gevolg van een orkaan welke de bestaande gebouwen veranderde in een puinhoop. De fabriek heeft dan een oppervlak van ca. 3500 m2.

Ten opzichte van andere fabrikanten als Morgan en TVR heeft caterham het grote voordeel dat ze veel onderdelen door andere bedrijven laten produceren en dus vrij flexibel kan opereren. Deze manier van werken maakt van caterham een gezonde onderneming met een productie van ca 12 auto's per week.

De modellen

Hieronder een niet complete opsomming van de belangrijkste sevens voor Caterham.

Caterham super seven 1700 super sprint - sinds 1982 (Ford Kent)

Caterham super seven classic - sinds 1994 (Ford Kent)

Caterham super seven 2000 - sinds 1990 (vauxhall/opel - twin cam)

Caterham super seven 1400 K-series - sinds 1991 (rover)