Ons project was in feite één groot onderzoek naar de relatie tussen beeld en geluid in speelfilms, en theoretisch onderzoek bleek ook hetgene te zijn waar we het meeste tijd aan moesten besteden.
Mijn gedeelte van het onderzoek bestond uit het analyseren van een tweetal films: The Birds (Hitchcock) en The Birds II, at land's end (Smithee). Deze analyse staat te lezen op onze internetsite. Ik heb bij beide films een samenvatting van het verhaal gemaakt, een geluidsanalyse van bepaalde interessante scenes van elke film, een samenvattinkje van het geluid in het algemeen en een vergelijking tussen de twee films, waarbij ik vooral aandacht heb besteed aan de uitwerking van het geluid op het beeld.
De produktie hebben we met z'n drieen gedaan, we hebben in overleg bestaande muziek uitgezocht en muziek gecomponeerd voor onze scene. Zeker toen het eindelijk gelukt was om het filmpje zo te digitaliseren dat het op een pc afgespeeld kon worden, was de produktie erg gaaf om te doen.
Wat de productie betreft waren we eerst van plan om voor 3 a 4 scenes
zelf de muziek te componeren, maar uiteindelijk zijn dat er maar 2 geworden,
plus nog 3 met bestaande muziek. Het ging toch om het effect dat de muziek
in combinatie met het beeld oproept, en niet om te laten zien hoe goed
of slecht we filmmuziek kunnen schrijven.
Ik denk dat het onderzoek goed gelukt is, ik ben er tevreden over.
Uit het theoretische onderzoek waar we de eerste 2 weken aan besteed hebben,
was al veel te leren. Dat blijkt ook uit de de muziek die we onder onze
scene gezet hebben. Uit zo ongeveer alle literatuur die we gelezen hebben
en ook uit mijn analyse van The Birds komt heel duidelijk naar voren dat
stilte een van de krachtigste wapens is die de filmcomponist tot zijn beschikking
heeft. Deze wetenschap heeft (in elk geval bij mij) ervoor gezorgd dat
we niet te veel in die 38 seconden gingen stoppen die we tot onze beschikking
hadden.
Ook hebben we wat van de cliche's gebruikt die in de film The Birds
II veelvuldig voorkwamen, zij het op een iets andere manier. Dit komt tot
uiting in de versie met de baslijn die veel gebruik maakt van kleine secundes
en grote tertsen (waarom die zo goed werken bij spannende scenes is me
niet helemaal duidelijk eigenlijk, maar het is wel zo) en de aanhoudende
hoge strijkertjes met als interval weer een kleine secunde.
De verschillende versies van onze scene uit Exotica zijn heel aardig
geworden, in elk geval heel verschillend. En het blijkt dus echt zo te
zijn dat het beeld te manipuleren is met het geluid, als je een paar verschillende
versies achter elkaar ziet, lijkt het alsof de mensen die je uit de verte
ziet telkens anders lopen, op een ander tempo, of wat meer gebogen, of
juist bijna rennend of huppelend. De muziek schept een bepaalde verwachting,
die dan geprojecteerd wordt op het beeld.