- Muziek kan een scene een diepere betekenis geven.
- Muziek kan gebruikt worden om als tegenstelling (contrapunt) t.o.v. het
beeld te fungeren.
-In de traditionele muziek wordt een contrast altijd ingeleid en
ontwikkeld. Deze wet geldt niet voor de moderne muziek. Abrubte overgangen
zijn mogelijk en daardoor kan de muziek goed aangepast worden aan de film.
Een ander aspect van de moderne muziek is de dissonantie en polyphonie. De
dissonantie houdt verband met het feit dat er binnen een klank spanning
bestaat, waardoor het statisch karakter van die klank opgeheven wordt. Dit
spanningsprincipe laat zich goed combineren met de spanningsopbouw in de
film.
- De mogelijkheid om met muziek spanning op te bouwen is in de filmmuziek
tot in het absurde uitgebuit. De mogelijkheden om met muziek spanning te
onderbreken zijn tot nu toe nagenoeg onbenut gebleven.
- De ritmiek van film en muziek zijn niet in elkaar vertaalbaar.
- De relatie tussen beeld en muziek is niet die van een eenheid, maar een
van vraag en antwoord, van verschijning en wezen.
Het meest concrete eenheidsmoment heeft geen betrekking op de beweging c.q.
het ritme van de film, maar op de beweging in beeld: muziek als motivatie
voor beweging zoals dans.
- Muziek is een stimulans tot beweging, geen verdubbeling ervan.
- In de theorie ziet men de film vaak als synthetische kunstvorm, een
kunstvorm waarbinnen andere kunstvormen samenwerken. Deze samenwerking
heeft wel consequenties voor de muziek; De muziek veliest haar autonomie
doordat ze rekening moet houden met de visuele constuctie; ze verliest haar
meerduidigheid omdat de betekenis door het beeld geconcretiseerd wordt; de
muziek is niet het centrale object van opmerkzaamheid omdat ze deel
uitmaakt van een ander kunstwerk.
Daar staat tegenover dat muziek aan eenduidigheid wint, en veel
dramaturgische functies kan vervullen.
- De verbindingen tussen beeld enerzijds en spraak en geluidseffecten
anderzijds berust op analoge verbindingen in de werkelijkheid. De
verbinding tussen beeld en muziek berust op conventies die in de loop van
de geschiedenis van de geluidsfilm gevormd zijn.
- Vormen die de samenwerking tussen de auditieve en de visuele laag kan
aannemen:

Volgende
 

home