-Alhoewel het in eerste instantie de taak van de musikoloog lijkt zich met
conventies, codes of de betekenis van muziek bezig te houden, kan de
filmonderzoeker dit gebied toch niet uit de weg gaan.
- In de filmmuziek werken culturele muzikale codes en cinematografische
muzikale codes samen. In een aantal gevallen is het ene codesysteem
ondergeschikt aan het andere. In het geval titlesongs, main-titles en tunes
zijn de cinematografische codes (relatie beeld-muziek) ondergeschikt aan de
culturele muzikale codes (de 'betekenis' van muziek. Van een relatie tussen
beeld en muziek is dan vaak nog geen sprake; er is vaak nog niet veel meer
te zien dan alleen een titelrol. De muziek spreekt in deze gevallen nog het
meest 'voor zichzelf'. De muziek functioneert op dezelfde manier als bijv.
in een cafe of restaurant: de toeschouwer wordt 'in de stemming' gebracht.
Deze mood-setting vindt het duidelijkst plaats in de voorgenoemde gevallen:
titlesongs, main-titles, tunes. Het principe wordt echter ook op ander
momenten in de film toegepast. Muziek draagt dan bepaalde affecten over die
als voorwaarde dienen voor de inleving. De toeschouwer wordt als het ware
gevoelig gemaakt voor datgene wat zich op het doek afspeelt. Hier ligt een
van de manipulatieve momenten van muziek waar ook vaak gebruik van wordt
gemaakt: Vaak komt het tijdens de post-productie van een film voor dat er
alsnog besloten wordt om een scene van muziek te voorzien wanneer die scene
niet de impact bleek te hebben die ervan verwacht werd. De muziek wordt dan
als redmiddel gebruikt om de inleving, de betrokkenheid van de toeschouwer
alsnog te verhogen. Muziek heeft naast het teweeg brengen van affecten, de
functie de toeschouwer te isoleren van zijn omgeving en de stilte te
compenseren. Alhoewel deze functies vooral gelden m.b.t. de stomme film is
het toch niet al te gewaagd te veronderstellen dat deze functies nog steeds
een bestaan leiden in de hedendaagse film.

vorige

home