Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken
En te hopen dat je licht het doet
Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker
Want binnen is het warm en licht en goed
Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt
Ik zie het vuur van hoop en twijfel in je ogen
En ik ken je diepste angst
refr.:
Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en
mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
En als je 's morgens opstaat ben ik bij je
En misschien heb ik al thee gezet
En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen
En als het regent gaan we terug in bed
Uren langzaam wakker worden, zwevend door de tijd
Ik zie het licht door de gordijnen en ik weet
Het verleden geeft geen zekerheid
refr.
Ik doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker
Een straatlantaarn buiten geeft wat licht
En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen
De stoelen staan te wachten op 't ontbijt
En morgen word ik wakker met de geur van brood en honing
De glans van 't gouden zonlicht in jouw haar
En de dingen in de kamer, ik zeg ze welterusten
Vanavond gaan we slapen en morgen zien we wel
Maar de dingen in de kamer zouden levenloze dingen zijn zonder jou
En je kunt niets zeker weten want alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
En je kunt niets zeker weten want alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Hoe sterk is de eenzame fietser
Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind
Zichzelf een weg baant
Hoe zelfbewust de voetbalspeler
Die voor de ogen van het publiek de wedstrijd wint
Zich kampioen waant
Hoe lacht vergenoegd de zakenman
Zonder mededogen die concurrent verslagen vindt
Zelf haast failliet gaand
En ik zit hier tevreden met die kleine op mijn schoot
De zon schijnt er is geen reden
Met rotweer en met harde wind
Te gaan fietsen met dat kind
Als-ie maar geen voetballer wordt
Ze schoppen hem misschien halfdood
Als-ie maar geen voetballer wordt
Ze schoppen hem misschien halfdood
refr.:
Maar liever dat nog
Dan het bord voor zijn kop van de zakenman
Want daar wordt-ie alleen maar slechter van
refr.(10x)
Onder de groene hemel in de blauwe zon
speelt het blikken harmonie orkest in een grote regenton.
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
de lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch.
En we praten en we zingen en we lachen allemaal,
want daar achter de hoge bergen
ligt het Land van Maas en Waal
Ik loop gearmd met een kater voorop.
Daarachter twee konijnen met een trechter op hun kop.
En dan de grote snoeshaan, die legt een glazen ei.
Wanneer je het schudt dan sneeuwt het op de Egmondse Abdij.
Ik reik een meisje mijn koperen hand,
dan komen er twee Moren met hun slepen in de hand.
Dan blaast er de fanfare ter ere van de schaar,
die trouwt met de vingerhoed, ze houden van elkaar.
En onder de purperen hemel in de bruine zon
speelt nog steeds het harmonie orkest in een grote
regenton.
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
de lange stoet de bergen in van het circus
Jeroen Bosch
En we praten en we zingen en we lachen allemaal,
want daar achter de hoge bergen ligt het Land van Maas en
Waal.
We zijn aan de koning van Spanje ontsnapt,
die had ons in zijn bed en de provisiekast betrapt.
We staken alle kerken met brandewijn in brand,
't is koudvuur, dus het geeft niet en het komt niet in de
krant.
Het leed is geleden, de horizon schijnt
wanneer de doden dronken zijn en Pierlala verdwijnt.
Dan steken we de loftrompet en ook de dikke draak
en eten 's avonds zandgebak op het feestje bij Klaas Vaak.
En onder de gouden hemel in de zilveren zon
speelt altijd het harmonie orkest in een grote regenton.
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
de stoet voorgoed de bergen in van het circus Jeroen
Bosch.
En we praten en we zingen en we lach-ahahahaa,
het Land van Maas en Waal,
van Maas en Waal, van Maas en Waal,
van Maas en Waal, van Maas en Waal.
Valt het je op dat de zon feller schijnt
als de rook om je hoofd is verdwenen.
Valt het je op dat de wind harder waait
als je hem tegen hebt in plaats van mee.
't Is koeler in huis dan aan zee
als de rook om je hoofd is verdwenen.
Je kerft je naam in de nerf van een boom
en niemand weet ooit wie je bent.
De boswachter glimlacht als hij je herkent,
je drijft langzaam mee met de stroom
als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als er gebeld wordt, verlaat je het pand
en je loopt langs de trap naar beneden.
De tramconducteur voor de deur op de stoep
knikt je zwijgend maar zeer beleefd toe.
Je wilt wel wat zeggen maar je bent veel te moe
want je komt langs de trap naar beneden.
Je verduistert de zon met de wind in je rug,
de tramconducteur schudt zijn hoofd.
Vandaag is er niemand meer die hij gelooft,
zijn blindenstok tikt op de brug.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Valt het je op dat de dag langer duurt
als de rook om je hoofd is verdwenen.
Valt het je op dat de nacht warmer is
als de nevel je ogen verzwaart,
de kaars waar je samen naar staart
als de rook om je hoofd is verdwenen.
De klok en de klepel verzetten de tijd,
je glijdt in een sneeuwdiepe kuil.
Ze vragen de morgen, je geeft hem in ruil
voor het ei dat je eet bij 't ontbijt.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Mijnheer de president, welterusten.
Slaap maar lekker in je mooie witte huis.
Denk maar niet te veel aan al die verre kusten
waar uw jongens zitten, eenzaam, ver van thuis.
Denk vooral niet aan die zesenveertig doden,
die vergissing laatst met dat bombardement.
En vergeet het vierde van die tien geboden
die u als goed christen zeker kent.
Denk maar niet aan al die jonge frontsoldaten
eenzaam stervend in de verre tropennacht.
Laat die weke pacifistenkliek maar praten,
mijnheer de president, slaap zacht.
Droom maar van de overwinning en de zege,
droom maar van uw mooie vredesideaal
dat nog nooit door bloedig moorden is verkregen,
droom maar dat het u wel lukken zal dit maal.
Denk maar niet aan al die mensen die verrekken,
hoeveel vrouwen, hoeveel kinderen zijn vermoord.
Droom maar dat u aan het langste eind zult trekken
en geloof van al die tegenstand geen woord.
Bajonetten met bloedige gevesten
houden ver van hier op uw bevel de wacht
voor de glorie en de eer van het vrije westen.
Mijnheer de president, slaap zacht.
Schrik maar niet te erg wanneer u in uw dromen
al die schuldeloze slachtoffers ziet staan
die daarginds bij het gevecht zijn omgekomen
en u vragen hoe lang dit nog zo moet gaan.
En u zult toch ook zo langzaamaan wel weten
dat er mensen zijn die ziek zijn van geweld,
die het bloed en de ellende niet vergeten
en voor wie nog steeds een mensenleven telt.
Droom maar niet te veel van al die dode mensen,
droom maar fijn van overwinning en van macht.
Denk maar niet aan al die vredeswensen.
Mijnheer de president, slaap zacht.
Boudewijn de Groot cd's
Boudewijn de Groot dvd's