|
Prikkelende solo's van zeventienjarige gitarist
Nooit van gehoord van: (uhhh... even de folder
halen... ja!... daar ben ik weer!), Monster Mike Welch! Geen
idee om wat voor een soort muziek het ging. Eenmaal binnengekomen in de 'Oude Zaal',
bekeek ik het publiek. Dikke, bierbuikende rockers, tatoeages op de armen, glad naar
achter gekamde haren, zwarte t-shirts met opschriften van Maloe Melo en sommigen ook met een
nonchalant in de mondhoek gemanoeuvreerde sigaar. 'Die Monster Mike Welch zal wel geen Michael Jackson, Madonna of BZN zijn', dacht ik bij mezelf, en ik overwoog om
naar huis te gaan. Toch maar even gebleven. Op het podium was de kledingstijl niet anders.
Een iemand viel op vanwege zijn spierwit geverfde rock&roll-kapsel. Geverfd? Nee...
ook witte wenkbrauwen en wimpers. Opvallende verschijning. Hij was de gitarist. Daarnaast
leek de opstelling op het podium nog een pianist, een drummer en een staande bassist te
beloven. Dan nog wat los staande microfoons (drie stuks), vooraan in het midden, waarvan
één, gezien de lage stand, voor een saxofoon bestemd leek te zijn. De gitarist ging weg.
Tien minuten later stond de hele band er; behoudens de saxofoon verder als verwacht. De
opkomst was met een messcherpe gitaarsolo à la Gene Vincent. Waaaaaaauw
('Hi Neil'), rockabilly! Dat beloofde wat! Prachtige rock&roll. Ik kreeg er zin in.
Het vervolg was anders. Ik ben niet zo'n blues-fan. Behalve als het R&B betreft.
Doorgaans was het echter geen trage blues; het was een mengsel van blues en stevige rock,
zoals we dat van de Blues
Brothers gewend zijn, compleet met bakkesharp. Mooi werd het toen een zangeres
(Michelle Wilson) later een tweetal nummers van Ruth Brown ten gehore
bracht, en nog wat van dat soort nummers uit de school van Big Joe Turner, met mooie
begeleiding van een sax. En die gitarist, die Monster Mike Welch (of: Monti Amundson), nog maar
slechts zeventien jaar, die was geweldig. Alhoewel ik het geheel wel goed vond (de
muzikanten waren uitstekend), vond ik het toch niet écht héél bijzonder. Behalve dan
die gitarist, die vond ik écht geweldig. Zijn stevige, subtiele, virtuoze solo's waren
zeer prikkelend. Ik wou dat ik zo spelen kon! Ook het gemak waarmee hij improviseerde
fascineerde mij. Een groot en veelbelovend gitarist. Na een kleien anderhalfuur spelen
stopten ze. Maar er kwam nog meer. 'Stick and stay', zei Monti, '... for Monti
Amundson'(??????).
Kwam hij straks terug? Leuk. Of... was er een vergissing in het spel? Wist
hij niet meer wie hij was? Ging het nog wel goed met hem? Was er misschien iemand ziek
geworden in zijn familie waardoor hij de kluts kwijt geraakt was? Of... had hij misschien
een rol aangeboden gekregen in GTST, en was hij daardoor in de war?????? Nee, hij kwam
niet terug. Later toen ik hem in de zaal complimenteerde vanwege zijn spel, zei hij dat
hij Chris Mannerson heette (of zoiets). De échte Monti stond toen al in de zaal te
spelen. Wel goed. Niets op aan te merken. Stevige harde rock/blues. Strakke drummer en
strakke bassist in deze driemansformatie. Hoe je de muziek verder benoemen moet weet ik
niet. Het is geen onbekende stijl. Voor mijn gevoel een beetje van dik hout zaagt men
planken. Maar wel goed hoor! Alleen niet mijn stijl. Toen ik naar buiten liep, speelden op
het Leidseplein, twee gitaristen en een contrabassist subtiel gypsy-jazz. Dat ligt meer in
mijn straatje. Nog effe genoten van het akkoestische virtuoze gitaarspel van één van de
gitaristen. Heerlijke muziek. Van dat soort muziek waarbij je op een zwoele zomeravond op
een terras lui een volrood glas wijn wegdrinkt. Een goede afsluiting.
Amsterdam, Melkweg,
1 mei 1997
Recensie: Paul Hansen
Reactie
Terug naar concert-index |
|