|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Popa Chubby speelt de blues vanuit z'n tenen
Nog geen twee weken na de Bluesroute stonden er al
weer drie bluesbands in Tivoli. Blues? Jawel, en ik moest ernaartoe. De Bluesroute zelf had ik dit jaar
zorgvuldig gemeden. Het uitgekauwde gedoe ben ik allang zat. Tèttèrètèrèetcetera, het
hoeft niet meer voor mij. Laten we wel zijn, geen recencist is objectief, ik dus ook niet.
Ik vertel het er daarom maar liever bij. Met angst en beven ging ik dus op vrijdag 2 mei
naar Tivoli. Hoe lang zou ik het volhouden?
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mike & the Mellotones waren
al aan het spelen toen ik binnenkwam. Ze zouden moeten lijken op The Paladins, maar ik kon
die gelijkenis niet ontdekken. The Paladins, die ik vijf jaar geleden in Tivoli zag,
klinken veel transparanter en swingen de pan uit. Dat deden de Mellotones niet. Het
geluidsvolume was zo hoog dat ik achter naar de bar vluchtte om eerst eens wat te
acclimatiseren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Lang heb ik gedacht dat wanneer het geluid van een band slecht is het vaak aan
de knoppenman ligt. Steeds meer heb ik ontdekt dat in de meeste gevallen de band gewoon
klote klinkt. Als muzikanten rijstebrij produceren, kun je draaien wat je wil, maar wordt
het nooit wat. Zo ook bij The Mellotones. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Monster Mike
Welch wist wel precies wat hij wilde en dat was te horen. Deze Amerikaanse gitarist
van amper achttien jaar had een geweldige heldere sound en flitsende solo's die bijna
nooit clichématig waren. Zijn begeleidingsband bestond uit drie muzikanten waarvan de
slaggitarist erg bedreven was in het nadoen van een Hammondorgel. Dit was zelfs zo sterk
dat ik in het begin voortdurend opzoek was naar de organist die blijkbaar ergens achter
verscholen moest zitten. Maar nee, het was die ouwe hippie met z'n Stratocaster. Mike kan niet alleen geweldig gitaar
spelen, maar hij heeft ook een goeie stem. Mijn vriendin vond hem zelfs af en toe op Elvis Presley lijken. Dat
laatste vond ik niet, al had hij misschien wel een beetje van dat sensuele wat The King
ook had. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ondanks zijn succes maakte Welch geen arrogante indruk. Ronduit innemend was
het dat hij niet eens een reservegitaar bij zich had. Dus toen er een snaar knapte kwam er
een pakje snaren te voorschijn en werd er gewoon een nieuwe opgezet. Op dat moment mocht
z'n sideman even in de schijnwerpers staan.
Toch, hoe prachtig dit alles ook was, ging de muziek me op een gegeven moment vervelen.
Dit had vooral te maken met de nummers die veelal maar doorkabbelden met een vaste
indeling van zang en gitaarwerk. Bovendien stond de flitsende techniek en het gemak
waarmee hij z'n instrument bespeelde een zekere 'doorleefdheid' in de weg. Het kwam en het
ging, maar het beklijfde niet. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Popa
Chubby beklijfde wel. Wie deze man ooit gezien heeft, zal zich misschien ook wel
hebben afgevraagd hoe je met zo'n lijf nog zo gitaar kunt spelen. Hij maakte een woeste
indruk met z'n kale kop en indrukwekkende omvang met op zijn enorme buik een nauwelijks te
onderscheiden Stratocastertje. Maar bij de eerste toon was het duidelijk: deze man speelt
de blues vanuit z'n tenen. Met woeste gebaren beheerste hij zowel z'n gitaar als zijn
begeleidingsband, die bestond uit een drummer en een broodmagere bassist. Bij elke noot
die hij aansloeg, ging er een soort van siddering door hem heen: z'n ogen draaiden in het
rond en z'n lijf zwiepte heen en weer. En zo ging hij van climax naar climax, die elke
keer opnieuw zorgvuldig werden opgebouwd vanuit het niets. Nummers werden uitgesponnen tot
lange gitaarsalvo's die soms wel vijftien minuten duurden. Maar elke noot bleef er een en
het werd nooit een brij. Ja, Chubby is goed en wie van Texasblues houdt moet hem gaan
zien. Maar ook voor iemand die niet van Texasblues houdt is het een beleving. Maar drie
uur blues is wel wat veel, de toegiften heb ik dan ook niet meer afgewacht.
Utrecht, Tivoli, 2 mei 1997
Recensie: René de Kam
Reactie
Terug naar concert-index |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|