|
Het geluid dat hierdoor ontstond deed me denken aan de Engelse
folk-muziek uit de jaren zestig en zeventig. Namen als Fairport Convention en Steeleye Span gingen door
mijn hoofd. Alleen wisten die groepen - ook in hun langere nummers - voldoende muzikale
variatie aan te brengen om de spanning erin te houden. En ook op het podium stonden deze
Engelse folkies hun mannetje c.q. vrouwtje. Bij Beth Orton gebeurt er echter vrijwel
niets. Ook de op de achterwand geprojecteerde vloeistofdia's konden niet boeien. En toen
Beth na ongeveer een uur eindelijk in beweging kwam en samen met de gitarist enkele
danspasjes maakte, was het ook meteen gedaan. Hierna kon er nog net één toegift af, maar
verder moesten we het er maar mee doen.
Deed het geluid denken aan Engelse folk, de liedjes wekten bij mij associaties op met
onder anderen Patti Smith,
Suzanne Vega, Joni Mitchell, Tracy Chapman en Melanie. Het repertoire
bestond (voor zover verstaanbaar) voornamelijk uit romantische en poëtische
liefdesliedjes, waarvan me één titel is bijgebleven: 'I wish I'd never seen the sun
shine'. En die liedjes waren volgens mij best leuk, alleen werden ze verkeerd gespeeld. Ik
zou Beth Orton best nog een keer willen zien, maar dan solo met akoestische gitaar of
begeleid door een meer 'traditionele' rockband. En met wat meer inspiratie.
Utrecht, Tivoli, 16 april 1997
Recensie: Peer Bataille
Reactie
Terug naar concert-index |
|