GERT-JAN'S ADVENTURES


10 december 1999

Ethiopia! Hi guys, hier dokter jan in Ethiopia! Ja, zo zie je nog eens wat van de wereld. Tanzania, Uganda, Kenya, Ethiopia! Geweldig... mijn paspoort wordt er wel interessanter op. Het was nog even de vraag of ik Ethiopie in kwam want ik had een one-way ticket. Shida kubwa, dacht ik dus. Men kon mij namelijk terugsturen als ik in Addis was gearriveerd omdat ik geen aantoonbare terugvlucht had. Hmmmm, maar even met een serieus gezicht langs de douane gelopen en niks gezegd. Eenmaal uit het vliegveld smaakte die alom bekende sigaret weer goed. En buiten stond ook nog eens Catootje op mij te wachten! Het enige witte gezicht tussen een menigte van de gekleurde medemens. Was niet moeilijk te herkennen dus. Dus nu zitten we alweer een week in Addis. De naam van het hotel waar we zitten; Bel Air Hotel, doet meer luxe beloven dan er in werkelijkheid is. Wel staat daar de truck met Gerard de driver, die ons de komende weken gaat vergezellen op the big trip. Een grote truck met een grote chauffeur kleedt het geheel toch weer charmant af. Nu de vulling nog (20 nederlanders). Dus voordat die club kwam zijn we nog naar de geboorteplaats van Cato gegaan. We gaan daar even langs, dachten we. But this is africa man! Twee kilometer voor het geboortehuis van Cato werden we dus tegengehouden door het leger van Ethiopia. Ze dachten dat wij spionnen waren voor het leger van Erythrea en we mochten dus niet de suikerriet-plantage op waar Cato geboren was. Ja, de gemiddelde Nederlander hier, staat bekend als lid van de geheime dienst en wij spelen natuurlijk belangrijke strategische informatie door, over een suikerriet-plantage, naar de vijand 1000 kilometer verderop in Erythrea. Affijn, dit is dus Africa en na enkele maaltijden, wat bier, een paar oude bekenden van de ouders van Cato en een ZEER belangrijke official kwamen we dus wel de plantage op. Konden we toch nog het huis van geboorte bezoeken. Die plantage was verrekte leuk en ik dacht nog dat ik 30 jaar eerder geboren had moeten worden. De nederlanders die er toen zaten waren voorzien van een club, zwembad, theater, bar, koud bier (natuurlijk), filmdoek, biljart en tennisbaan. Wel even iets anders als een student hostel in Biharamulo......We zijn ook nog even naar het ziekenhuis gegaan wat voor de plantage bestemd was. Capaciteit van 250 bedden en de arts daar beaamde dat ie het erg druk had nadat we de wards rond waren gelopen waar nauwelijks een levende ziel was te bekennen. Een ochtend visite met 10 patienten is enorme werkstress..... Jullie weten natuurlijk wat het vervoermiddel is in Africa (ja Landcruiser dus), en ik hoop dat jullie een beetje medelijden met me hebben als ik vertel dat we met een geimporteerde LADA uit Nederland zo'n 500 kilometer hebben afgelegd in Ethiopia. De wegen zijn hier echter van asfalt, leuk denk je. Nee. Want het begrip "pothole" is hier tot een kunst verheven. Met tranen in mijn ogen keek ik naar de Landcruisers die ons passeerden terwijl we met 30 km/uur over de weg hobbelden. De chauffeur zei dat ie nog nooit zoiets had gedaan en dat herhaling niet meer voor zou komen. Het arme Ladaatje leeft gelukkig nog..... Na een bezoek aan het meer van Langano en een hotel met uitzicht zijn we teruggegaan naar Addis. Daar aangekomen kwam het reisgezelschap uit Nederland aan (allemaal grijze hoofden) en moest er natuurlijk een biertje gedronken worden ter kennismaking. Morgen vertrekken we met de club naar LaliBela waar de 11, uit de rots gehouwen, kerken staan. Ben benieuwd! Voorlopig was dit het laatste verhaaltje want we gaan nu op safari! De gelegenheid tot stroom zal niet al te groot zijn en de e-mail zal ook wel een shida zijn. Als er een gelegenheid zich voordoet dan volgt er meer nieuws! O ja, bijna vergeten, aan de trouwe lezers; prettige feestdagen en een gelukkig nieuwjaar! Tutaonana e-mail! Daktari Jan.

30 november 1999

Gert in Tanzania Jambo!!! Jaja hier alweer een bericht uit KENYA! Op het moment zit ik een tres chique hotel in Nairobi want ik had eens wat behoefte aan luxe. 3 maanden misschien 4 keer een warme douche laat je smachten naar een gelegenheid met stromend warm water. Hotel "Marble" in Nairobi dus.... Maar voordat ik verder ga vertellen over Nairobi zijn er natuurlijk een paar andere verhaaltjes voor het slapen gaan. Het co-schap Biharamulo zit er dus op! De laatste weken van ons co-schap was Dr. Annet afwezig want die moest naar Zanzibar om daar een "congres" bij te wonen en daarna moest ze natuurlijk 2 weken vakantie houden. Hmmmm, gaat wel erg vaak naar Zanzibar want tijdens de eerste twee weken was ze ook al afwezig. Begeleidig was dus niet optimaal, kun je je bedenken als de begeleiding 1/3 van het co-schap afwezig is.....Volgens mij moet Zanzibar wel erg aantrekkelijk zijn dus daar moeten we maar even een kort bezoek plegen. Gedurende de periode dat Annet afwezig was werd het ineens rustig (want het regenseizoen begon). Wat gebeurt er nu in het regenseizoen? Vraag je je dan af. Wel, iedereen die ziek of gezond is gaat dan in zijn of haar shamba (moestuin) werken om daar nog wat extra centjes mee te verdienen. Dit houdt dus in dat de patienten populatie dramatisch daalt. Iedereen met een malaria meningitis staat dan nog rustig een paar dagen te werken waarna ze naar het ziekenhuis worden gebracht, meer dood dan levend. De diensten waren ook redelijk rustig dus. De laatste weken zijn we bezig geweest met de study-task. Die zou in den beginne over beenmergontstekingen gaan en we hadden zo'n 400 speciale pillen meegenomen (1 gulden per stuk) om de patienten te behandelen zoals ze behandeld worden in Nederland. Het plan was om een vergelijkend onderzoekje te doen van 10 patienten die behandeld worden met de pillen uit Nederland en 10 patienten die op de locale manier behandeld worden. Nu kwam daar dus een probleem uit de pan gerezen. Dr. Annet wou er niet aan, om elke keer als iemand met een beenmergontsteking zich presenteerde, deze patient te behandelen op een manier zoals ze dat doen in Nederland; op de ok met zeer steriele omstandigheden. Dus de patienten werden geopereerd in het EHBO kamertje van het ziekenhuis waar twee minuten eerder iemand had gelegen, al brakend, aan de diarree of heftig bloedend. Dus toen ging het onderzoek maar over de local traditional healers. Dat zijn een plaatselijke shamanen die met een heleboel hocus pocus een patient behandelen en hier en daar een tufje groenten, kruiden of niet nader omschreven ingredienten in een open wond gooien. Drie hebben we er bezocht en dat was wel erg lachen..... de eerste behandelde zijn patienten met een houten stokje (temperatuurmeter), een koehoorn (een soort magisch instrument) en een potje met prut waar je niet lekker van werd. Met een scheermesje worden dan kleine sneetjes in de huid gemaakt en daarop worden kruiden gegooid. Op magische manier wordt dan de aandoening uit, bijvoorbeeld, de buik gehaald (een prutje weet ik veel wat, wat de healer al van tevoren in zijn hand heeft). Dus daarvan hebben we maar wat foto's genomen. Het probleem met veel van de patienten die eerst naar een local healer gaan is dat ze dan te laat komen bij het ziekenhuis met misschien wel een fatale aandoening. Wel schijnt er een aantal patienten geholpen te worden. Of het dan om een werkelijk aandoening gaat of "iets" wat meer tussen de oren zit, blijft natuurlijk een groot raadsel. We zijn tevens alle patienten van het ziekenhuis langs gegaan om te vragen hoe, wat en wanneer zij een bezoek hadden gepleegd aan de traditional healer. Een helboel waren mogal geheimzinnig. Wel interressant..... Voor ons afscheid uit Bihar hebben we nog een afscheidsfeestje gehouden (Dr. Annet wou dit liever niet omdat dit alleen maar geld zou "kosten"). Dus toen hebben we een geit opgekocht bij de lokale geitenman. Ongeveer 16 kilo (voor 40 piek) vlees en een mannetje daarbij die de boel op de BBQ legt. S' avonds zaten we dus met het halve ziekenhuis in de "serengeti-bar" en heeft iedereen daar met smaak de geit verorberd. Lekker geitje......het was dus weer erg gezellig. De laatste avond van ons verblijf hebben we in Robert's gespendeerd met een paar van onze vrienden uit het ziekenhuis. Een van de anastaesisten werd zo emotioneel dat ie begon met huilen midden in de bar. "It is to soon!". Polle sana, is dan het enige wat je kan zeggen; een soort excuus in Swahili wat je met een bepaalde klemtoon moet zeggen om iemands leed een beetje te verzachten in een nare situatie. De volgende dag zijn we vertrokken met de bus naar Bukoba, een plaats aan Lake Victoria, en zijn toen naar Uganda vertrokken richting Kampala! Kampala: wat een geweldige stad!!! ongeveer 1,5 miljoen mensen op elkaar gepakt en ze hebben allemaal een auto en een claxon, Dar Es Salaam is daar niks bij vergeleken. Een stad met een mix van westerse en afrikaanse culturen, met de bovenhand afrika. Kamal en ik zijn daar dus gearriveerd met een daladal busje uit bukoba. Ongeveer 6 uur lang in een toyota minibus gezeten met 20 ander mensen breekt je wel een beetje op. Zeker met die wegen van Tanzania denk je dan. No way, want de slechte wegen zorgen ervoor dat de chauffeurs langzaam rijden. In Uganda zij er echter asfalt wegen die er toe leiden dat chauffeurs maar wat harder gaan rijden. Met 140 kilometer per uur in een volgepakt blik zitten doet je bloed wel wat sneller stromen......Affijn, de sigaret erna smaakte goed. Een kennis van ons uit biharamulo had gezegd dat, als we ooit in Kampala waren, we de bar "Al's bar" moesten bezoeken. Dat hebben we de eersteavond maar ook gedaan. Wat een tent. Verschillende bars met twee pooltafels en goede, harde westerse rock and roll!! Daarbij was de tent ook nog eens gevuld met de locale dames die zo mooi zijn dat je U tegen ze zegt. Echter, als je aan het poolen bent en een van deze dames grijpt, in de blinde hoek, naar de andere "keu", dan wil je wel eens een balletje missen. Dus niet alleen het scheve biljart zorgde ervoor dat er slecht werd gespeeld. Na twee dagen Kampala heb ik afscheid genomen van Kamal, na al die tijd in Biharamulo een vriend door weer en wind. Als je met iemand zo'n drie maanden een geweldige tijd hebt doorgebracht (en ook een heleboel shitty situaties samen hebt doorstaan) is afscheid altijd moeilijk. Kamal checkt Kampala nog even uit terwijl ik het visum voor ethiopia ga regelen in Nairobi. Over twee maanden zien we elkaar weer en hebben natuurlijk een heleboel verhalen te vertellen. Dus ik in de bus van Kampala naar Nairobi. Weer een bus die met een donderend geweld over de wegen gaat en inhaalt op momenten waar je dat juist niet moet doen. Ik weet niet wat die gasten hier in Afrika bezielt, dacht ik eerst. Maar je raakt er wel aan gewend dat je net steeds niet frontaal op een ander botst. Twaalf uur lang in the bus from hell gezeten en toen aangekomen in Nairobi, Kenya. Uitgstapt en gekropen naar het dichtsbijzijnde hotel wat er redelijk uitzag. Dat was dus het "Marble" hotel. Veel marmer dus. Voor 100 gulden per nacht zit je in een kamer waar je niet lekker van wordt, zo sjiek. Met een bad en een warme douche. YEAH! Ik heb me meteen vergrepen aan de roomservice, een koud biertje en een warm bad. Vandaag door de stad geslenterd en het visum voor ethiopia geregeld. Morgen afhalen om tien uur. Dus nog wat tijd over om leuke dingen te doen. Vanavond ga ik maar lekker chillen in een restaurant "Carnivoor" genaamd. Ben benieuwd wat daar op het menu staat........ De rest horen jullie nog! Tutaonana baaday!!! DaktariJan.

23 november 1999

Goed, het is alweer wat later in het co-schap en er is natuurlijk een heleboel te vertellen! Om nog even een verhaal af te maken: die man van die brommer-tuimel partij is weer terug aan het werk en is erg blij dat zijn gezicht weer een beetje heel is. Ik geloof dat hij zijn snor maar weer heeft laten staan (die hadden wij namelijk ervan af geschoren). Echter, hij werkt niet voor het ziekenhuis maar zowaar voor de bank! Zeker verkeerd doorgekomen die avond. Nu levert dat natuurlijk voor "ons" daktaris een voordeeltje op; hij was erg dankbaar dat zijn bovenlip nog in 1 stuk op zijn gezicht zat dus we hoefden geen commissie meer te betalen voor onze traveller cheques. Helemaal al niet meer toen we de bankmanager in Robert's apezat tegenkwamen en hij ons kwijtschelding van commissie-gelden beloofde. Zo verdien je nog eens wat in Tanzania. Waar doktertje spelen al niet goed voor is. Hehehe. Afgelopen twee maanden zijn we nog enkele keren met de landcruiser ("hercules") naar Mwanza gegaan om daar even de sleur van Biharamulo te doorbreken. Elke keer weer een groot avontuur, die weg dan. Laatste keer dat we naar Mwanza gingen met dat beest, haalden we Cor op, die ons op kwam zoeken in Afrika. Zijn eerste indruk was niet al te best van Tanzania want hij was al diverse keren genept (waaronder 20 $ betaald voor een colaatje). Wij hebben hem toen maar even naar het Tilapia gebracht en daar even laten "chillen". Eenmaal daar moesten we hem natuurlijk voorbereiden op de trip naar Biharamulo...... ik beloofde Cor dat het een hell of a ride zou worden. Dat werd het dus ook, want drie uur later werden we van de weg gedrukt door een tegenligger en vlogen we al tuimelend (450 graden precies) over de kop. Nou da's lekker. Het geluk was dat we niet al te snel reden en de kooi achter zorgde ervoor dat de klap niet helemaal op de bestuurderscabine kwam. Affijn, wij zitten daar met z'n drieen voorin, in gekantelde positie en we kijken elkaar aan van OK? Eenmaal uit Hercules gekropen, was een van de eerste vragen die we elkaar stelden ( nadat we natuurlijk gekeken hadden of we in orde waren) of de fles whiskey (die Cor had meegenomen uit NL) nog heel was. Gelukkig wel dus. Een ander probleempje was dat de sleutels van het contact uit de auto waren geejaculeerd. Die vinden we nooit terug, dacht ik nog. Toen ik uit de auto sprong kwam mijn hand, twee centimeter van de sleutels vandaan, op de grond terecht. Snel maar het contact weer afgezet. Die dag hadden we blijkbaar verschillende bescherm-engeltjes. Letterlijk en figuurlijk, want er stopte een priester met zijn gevolg om ons te helpen. Ineens stonden er een mannetje of 30 om ons heen, die ons hielpen Hercules weer op zijn pootjes te zetten. En wonder boven wonder startte ie ook nog. Wauw, ik werd op slag verliefd op die auto. In NL komt zo'n ding echt wel voor de deur te staan....... Eenmaal aangekomen in Biharamulo (met een gebroken knalpijp en wat blikschade) moesten we natuurlijk het heugdelijke feit vieren dat we nog op deze aardbol stonden. Het werd dus weer laat in Robert's. De werkster: ongeveer 6 weken hebben we haar kookkunsten moeten doorstaan. Elke dag ging ik weer met lood in mijn schoenen naar huis vanwege het niet al te culinair spectaculaire eten van haar. Wat een ramp. in den beginne denk je van; nou da's best te eten. Na 6 weken hetzelfde gegeten te hebben, is je maag uitgeblust en moe van de sleur van het aanbod. Dus; de werkster toen maar met een glimlach naar huis gestuurd. Ze wist ons nog wel in vloeiend engels naar haar loon te vragen. Hmmmmm. Dus nu hebben we een nieuwe: "Edith". Geweldig mens en kookt nog lekker ook nog. En doet voor de helft van de prijs de boodschappen. En het grote fijne genot is dat ze engels spreekt. En elke ochtend is een genot, als je geen oorlog hoeft te voeren met handen en voeten om iemand uit te leggen hoeveel cola's ze moet halen. Dus dat gaat wel lekker. Laatst hebben we nog gebroederlijk samen een haan geslacht voor de coque au vin. Het mes was een beetje bot dus dat was lekker zagen. De haan die elke ochtend onder mijn raam staat is op mysterieuze wijze verdwenen........... Nadien hebben we ontdekt dat Robert's ook nog een restaurant heeft. Hmmmm. Voor een paar centen kun je daar lekker eten en het scheelt je ook nog eens een afwas. Dus nu zitten we niet alleen elke avond in Robert's maar ook nog eens s'middags. "Waarom blijf je dan daar niet gewoon zitten?" vraag je je dan af.... al verschillende keren gedaan (afgevraagd dus). Gevaar- lijke verleidingen, hier in Bihar. Wel komt het erop neer dat je bijna elke avond in Robert's zit vanwege het feit dat we geen electriciteit hebben (Robert's wel). Dus we moeten elke avond wel! De generator: heeft onlangs dus de pijp aan maarten gegeven. De mechanics die eraan begonnen te sleutelen waren meer automonteurs dan generatormonteurs. Dat zijn blijkbaar twee dingen die niet samen gaan. Dus binnen de kortste keren lag die generator overhoop en was de "injectorpump" eruit gesloopt. Zes man al rokend, in een hok waar de bezine/diesel luchten hangen, kijken dan met een ernstige blik naar een stuk equipment. "Dat kan alleen in Mwanza gerepareerd worden". Dus iedereen vertrekt weer met de noorderzon en de onderdelen worden wel of niet naar de shop in Mwanza gestuurd? Hmmm, dit verhaal komt me weer bekend voor. Wel nog een mannetje kunnen regelen die de vering van de landcruiser wist af te stellen (hij had die dag toch niks meer te doen en was al betaald door het ziekenhuis). Wat je trouwens al niet kan doen met een lasapparaat en een landcruiser; wonderen! Het is gewoon kunst, zo'n auto/monster! Ik hou het even weer hierboij want het is hier nu pikkedonker zodat ik niks meer kan zien (ik zit nu in een zaaltje in het ziekenhuis) dus binnenkort zal ik weer wat opsturen.

13 oktober 1999

Nadat we waren gearriveerd met de bus in Biharmulo werden we aardig onthaald door een plaatselijke non met Amerikaans accent. Glaasje water? De patron van het ziekenhuis werd opgehaald en die vertelde ons vrolijk dat we de volgende dag ons op de overdracht moesten voegen om 8 uur s'ochtends. Biharamulo zelf leek in den beginne een dorp/verzameling "huisjes" op de anus van de aardbol. Wel hebben we een aardig huisje met 4 slaapkamers en een keuken, een douche waar we regelmatig worden aangevallen door de kakkerlakken en de hagedissen, spinnen en hagedissen vinden het ook leuk om ons te bezoeken. Verder hebben we een werkster bij de inboedel gekregen die geen woord engels spreekt na 5 jaar gewerkt te hebben voor de nederlandse co-assistenten. Vreemd....... haar vragen boodschappen te doen is elke ochtend weer een avontuur. De eerste twee weken waren rustig in het ziekenhuis omdat de medical officer in charge, Dr.Annet, nog op vakantie was. Alles leek wel erg polle polle te gaan en we raakten al in de stress omdat het zo rustig was. Het tempo is hier wat anders dan in nederland en ik was benieuwd of ik wel ooit weer zal kunnen wennen aan het tempo in nederland. Dit alles VOORDAT Annet kwam. We zijn toen op een blauwe donderdag met de jeep van het ziekenhuis op mobile clinic gegaan, een soort druppel op een gloeiende plaat. Mobile clinic houdt in dat je naar een lokaal praktijkje in the middle of nowhere gaat en daar in een dag alle moeilijke patienten ziet, en eventueel meeneemt naar het ziekenhuis. Polle polle dachten we. No way dus. Annet kwam en als een wervelwind neergestreken uit de boot van Mwanza. Begon iedereen en alles uit te schelden en aan het werk te zetten. Vanaf dat moment was er dus weing rust meer. We moesten meteen met een volle week dienst beginnen en de trip terug naar het ziekenhuis was het laatste relaxeer-moment dat we hadden. Tanzania is een mooi land alleen het begrip weg bestaat hier niet, dus de gemiddelde "goeie" weg bestaat uit een verzameling kuilen en keien die NIET worden vermeden door de driver van het ziekenhuis. Leuk als je achterin de laadbak zit. De tweede dag dat Annet werden we meteen de ok opgegooid en mochten we dingen doen waar de co's in NL alleen van kunnen dromen. Tevens kregen we elk onze eigen afdeling, ik doe de children's ward. Elke ochtend word ik begroet door het gegil van zo'n 40 kinderen tot 12 jaar die allemaal erg ziek zijn. Soms is het moeilijk het hoofd koel te houden als er weer een dood kind in je handen word gedrukt. De dood is hier onderdeel van het dagelijkse leven en je wordt er na verloop van tijd ook wel een beetje laconiek door. Een dag hier met drie doden op de afdeling is heel normaal......... Goed, om dit alles een beetje te relativeren hebben we een geweldig cafe ontdekt: "Robert's", een soort Miami beach club achtig terras waar je koude biertjes kan drinken. Een probleem echter, iedereen denkt dat je rijk bent en de mensen komen als vliegen op ons af. Wel goed voor de contacten en we zijn al zelfs een soort local celebrities geworden en natuurlijk ook kennis gemaakt met de andere local celebrities. Kortom, als je je hier wil bezatten in Biharamulo dan lukt je dat ook. Wel moet je oppassen voor de dames want voor je het weet ben je getrouwd hier. Jaja. Na de weekdienst "kregen" we een weekendje vrij van Dr. Annet en we regelden een auto van het ziekenhuis. Toyota landcruiser, 9 jaar oud, 4.4 liter diesel met laadbak en een start probleem. Met een volle tank zijn we toen vrijdag vertrokken om de andere co's op te zoeken in Mwanza. De motor moest wel draaiende gehouden worden anders werd het duwen. Dat gebeurde dus ook. Halverwege Mwanza tijdens een pitstop sloeg de motor af en dachten we; we duwen wel even. Dat monster weegt echter 2 ton. Toen kwamen er een paar Tanzanianen uit een auto gesprongen en wilden ons wel helpen, maar niet met duwen. Ze rommelden wat met de motor en er sprongen wat onderdelen weg die niet mochten wegspringen. Ons humeur werd er niet beter op. En die gasten gingen toen maar weer snel weg. Onze redding; een truck formaat boot die ons wel wou voortrekken om te starten. Hebben jullie een ketting? Ja. Formaat oceaanboot ketting om de bumper en trekken maar! De auto startte wel en de bumper wou ook al gaan vliegen. Snel toen naar Sengerema gereden (vlak voor Mwanza) waar twee andere co's zaten en de auto daar geparkeerd en snel een biertje wezen pakken. De patient die we van Biharamulo hadden meegenomen (om in Sengerema Hospital af te leveren) heeft de trip wonder boven wonder ook overleefd. Zat achterin de laadbak omdat er voor geen ruimte meer was. Af en toe na een grote kuil (en mijn rijstijl) moesten we even achter kijken of ie niet de wagen uit gelanceerd was. Het is ons niet gelukt. Misschien dat dat de reden was dat ie niet wou helpen met duwen. Volgende dag in Mwanza!!! Geweldig. Tilapia hotel met zwembad. Warme douches met stromend water en ongelooflijk lekkere pizza's in Kuleana Pizzaria. S'avonds swingen in de enige discotheek op Tanzaniaanse muziek (hotel "deluxe", the place to be!). De bezoekers daar vonden ons zo slecht dansen dat ze het maar op zich namen om ons afrikaans dansen te leren zodat we niet helemaal voor lul stonden. Geweldig! Volgende dag eilandje bezocht in het Victoria Lake; met de boemel boot erheen en terug. Dat die boot niet zonk is een miracel. Je leeft hier echt, zoals ze dat noemen, "on the edge". Na het eiland maar weer snel een biertje wezen pakken aan het zwembad. De trip terug naar Biharamulo was weer een avontuur; met onze stoere landcruiser denderend over de wegen terug gereden naar Bihar.. Af en toe moeilijk om de overstekende kippen, geiten en koeien te missen en hier en daar een verdwaalde fietser, maar alles ging gelukkig goed.... Eenmaal teruggekomen in het ziekenhuis moesten we meteen weer aan de slag. Op medisch vlak zijn hier net zoveel avonturen te beleven als op het reisvlak. Als hier, bijvoorbeeld, een vechtpartij wordt beslecht dan gebeurt dat niet met de blote vuist maar met de plaatselijke machete ("Panga" genaamd); een kapmes van een halve meter lang. De wonden die je dan ziet zijn niet te geloven. Laatst twee vrouwen die waren beroofd van een slordige 100 dollar en daarbij waren bewerkt met een Panga. Elk had zo'n 30 snij- en steekwonden die tot op het bot toe waren. En dan moet je maar gaan hechten want iets anders kun je hier niet doen. Zo'n 3 uur bezig geweest met hechten (botvliezen, pezen, spieren, huid) en dan maar hopen dat ze het overleven (in dit geval gelukkig wel) met een bak aan antibiotica. Ook kun je s'nachts tijdens je dienst wakker gemaakt worden voor ongelukken van diverse aard.... iemand die met zijn zatte kop op de brommer s'nachts gaat rijden op de Tanzaniaanse wegen is natuurlijk vragen om ongelukken (was ook nog ?ns een medewerker van het ziekenhuis). Dus over de kop gevlogen. Een gezicht wat er half afhangt om 1 uur s'nachts is not a pretty site. Maar weer gaan hechten dan! (je leert hier wel goed hechten). Goed luitjes, ik hoop dat alles well gaat in NL en ik stop nu even met schrijven. Ik zou zo zeggen: kwaheri en tot de volgende mail. Groetjes en liefs, Gert-Jan.

2 oktober 1999

Volgens de laatste gegevens gaat het goed met Gert. Het is vanuit Biharamulo vrij lastig om e-mails te versturen (voor de techneuten onder jullie, dit gaat via radio packaging). Gert heeft beloofd binnenkort weer een verhaal te sturen. Zodra dit binnen is horen jullie er natuurlijk meer van......5 in de Bush is wel vernieuwd, dus veel leesplezier !!

4 september 1999

Goed, ik weet niet precies waar we gebleven ware dus ik zal maar even beginnen bij de YMCA. Nadat we terugkwamen van de Universiteit zijn we met wat andere backpackers gaan eten bij een Indiaas restaurant waarvan de eigenaar zeer "cool" was, echter zijn eten was erg hot! Mijn god wat was die chicken Teera heet! Zo'n hete kip heb ik nog nooit gegeten. De anderen geloof ik ook niet want die werden wel erg stil. We hadden nog niet eens het heetste gegeten want dat was de chicken "vindaloup"........maar niet geprobeerd. Goed het weekend was dus begonnen. Zaterdag: onder de douche helemaal ingezeept toen het water werd afgesloten. Daarna een ontbijt van de keuken van het YMCA; een gebakken ei waarvan de eierdooier was ontsnapt, niet echt haute cuisine. Toen stad ingelopen waar we weer werden begroet door de gillende bussen en schreeuwende claxons. We hebben toen meteen de volgende les geleerd: alles is afdingbaar (dit omdat we voor een stadsplattegrondje die dag ongeveer 15 $ kwijt waren).... Met onze nieuwe handels geest liepen we stad verder in. Aha! Internet cafe: redding. Lekker mailen. Die avond zijn we weer naar de Indiaan gegaan waar de volgende aanslag op onze smaakpappillen werd gedaan: chicken Kashmiri! Bijna het leven gelaten......... De nachten in Dar Es Salaam zijn erg heet en vochtig, als je je beweegt in bed dan vallen de zweetdruppels van je af dus dan blijf je maar stil liggen zodat je niet het hele bed nat maakt. Muggen: stikt er hier van dus s'avonds lekker insmeren met een goedje (deet) dat de muggen juist lijkt aan te trekken. Maar toen leerden we Valencio kennen, the man at the right place at the right time! Valencio is de taxi-driver van de YMCA. In zijn VW busje rijdt hij de klanten rond voor een vriendelijk prijsje en hij kent Dar op zijn broekzak. Die moeten we hebben, dachten we. Totdat Valencio het op zich nam om ons Swahili tijdens de ritjes te leren. Als een professor uit mijn nachtmerries wist hij ons het gevoel te geven dat we oerdom waren omdat we nog geen Swahili kenden. We kregen zelfs overhoringen de dag nadat we van hem nieuwe woorden geleerd hadden. Erg leuk als je met een kater achter een gebakken ei (nog steeds geen eierdooier) zit. Het leedvermaak bij Valencio werd er alleen maar groter op. Valencio kwam steeds hoger in onze achting te staan; hij was`zo'n beetje de belichaming van de rots in de branding. Hakuna matata! De meest wijze uitspraak van de wereld. Valencio had er nog duizenden in zijn broekzak. Polle polle!!!!!! In Swahili zijn er ontelbare uitspraken die aangeven dat je rustig moet doen, zo vertelde Valencio..... ik mag die Tanzanianen wel. Nadat we zondag hadden doorgebracht aan het strand (waar we de enige blanken waren) zijn we maandag de administratieve wereld van Tanzania ingedoken. Eerst naar de universiteit. De kerel die vrijdag in de bespreking zat was nu wel aanwezig. Wonder. Met een gezicht alsof ie net een zure appel had gegeten/nodig naar de wc moest, werden we naar een ander kantoortje gebonjourd. Daar mochten we honderd van onze kostbare dollars afstaan en kregen we een recuutje. Kom maar terug als je je Residence permit hebt geregeld, kregen we te horen. Goed, dat gaat gesmeerd dachten we. Op naar het Immigration Office! Valencio bracht ons weer met zijn busje en bereidde ons een beetje voor op wat er komen gaat. Polle polle. Om een lang verhaal kort te houden; we hebben zo'n 4 dagen erover gedaan om het shit-stempeltje te regelen. 1e dag: 3 uur wachten tot ze de papieren hadden gevonden. 2e dag: betalen voor het residence permit----3 uur in de rij staan. 3e dag: 2,5 uur wachten op stempel die jezelf ook wel kan zetten. 4e dag: terug naar de universiteit om een papiertje te regelen waar onze namen op staan (half uurtje, valt mee). Overdags moesten we dus polle polle doen om van het in de rij staan te bekomen. Ondertussen zijn onze vrouwelijke collega's gearriveerd en hebben we ze passend ontvangen: we hebben Valencio gevraagd om met zijn gevaarlijke kop op te meiden af te stomen zodra ze het vliegveld uit kwamen. Valencio kon dit wel waarderen.......Toen we op het vliegveld waren hebben we maar wat foto's gemaakt toen de dames door V werden overvallen en ze werd gezegd: You, you and you! Let's go!!! De blik van de dames was er een van angst, irritatie en vermoeidheid. Staat op de foto......heheheheh. Echter, de dames lachten het laatst en het best; zij hadden al een beetje verwacht dat wij ze kwamen ophalen en het meeste voorwerk voor de residence permit was al gedaan. Zij konden daarom hun residence permit afhalen binnen 4 dagen (waar wij anderhalve week over deden). De een na laatste dag in DSM zijn we door Valencio naar de plaatselijke vismarkt gebracht om daar over te stappen op de veerboot naar een Bounty strand. De tegenstelling was schrijnend; de vismarkt was een grote puinzooi van vergane doeken die moesten dienen als bescherming tegen de zon terwijl de mensen door elkaar krioelden tussen de resten vis. De stank was niet te harden. Verbaasd hebben we met z'n zessen dit tafereel bekeken. Op een gegeven moment werd ik aangesproken door "Eddie" die met mij naar Nederland wou. Al wijzend naar een berg rottende visresten zei hij; "Tanzania is a fucking country, I want to go to Holland". Mijn gevoel werd er niet beter op. Toen we daarna het strand bereikten waren de extremen compleet; wit zand, tropische rieten hutjes en koud bier. De laatste dag in DSM was aangebroken, de administratie was geregeld en het werd tijd om de trein op te gaan zoeken. Heel deca hebben we met z'n zessen een (welja) 2e klasse coupe afgehuurd. We werden door Valencio bij het station afgezet met nog wat laatste Swahili lessen en hij verwacht ons pas terug als we vloeiend Swahili kunnen spreken. Leuk. Toch was ik 'm wel gaan waarderen die norse professor..... De trein was een avontuur op zich. De coupe zag eruit alsof er een granaat in was gegooid en de kleur (een gezellig bruincafe kleurtje) ervan was geen verf. We vertrokken uit DSM en het werd tijd om te eten in het "5" sterren restaurant van de trein naar Mwanza. Aldaar werden we begroet door alweer een rijk aroma van verschillende luchten; bier, zweet, rook, kookluchten. Hmmmmm, ik kreeg er honger van. Na twee biertjes begon de entourage al wat beter te lijken evenals de kip die mij werd voorgeschoteld. Ondertussen werden we lastiggevallen door "James" de homofiele tanzaniaanse commando met 11 vingers die mij maar steeds een hand wou geven. De kip met blote handen naar binnen gewerkt; er was geen bestek---the one way ticket for a Dehli Belly! Diezelfde avond kwam bij mij de kip er weer uit gevlogen en die wist net een conducteur te vermijden in volle vlucht. Goed, de kop was eraf! De volgende dag werden we getrakteerd op mooie uitzichten vanuit de trein; ruige natuur en echte Afrikaanse dorpjes. Maar niks gegeten. Na een treinreis van 40 uur arriveerden we eindelijk in Mwanza. Vies, smerig stormden we naar het dichtstbijzijnde hotel en de prijs maakte ons geen bal uit, als er maar een douche was. Kamal en ik hebben toen een kamer van 70$ genomen en de anderen waren al vertrokken naar hun stageplaatsen. Onze bus vertrok pas de volgende dag; dus lekker gegeten en biertjes in het hotel. Op een gegeven moment werden we onopgemerkt omsingeld door 8 plaatselijke zeer strakke jonge "dames" die ons nogal lonkend aan zaten te kijken. Jaja, het werd tijd om te gaan slapen. De volgende dag was het mooie weer vertrokken en renden we in de moesson naar de bus die ons ging brengen naar BIHARAMULO. Een trip van 8 uur. De bus (formaat tank met brullende motor) was volgepakt met mensen en de keiharde Tanzaniaanse muziek begeleidde ons de rest van de trip. Volgens mij zijn we tijdens de busreis enkele keren bijna frontaal tegen andere bussen gereden maar gelukkig was het uitzicht beperkt door de kleine ruitjes. Om 3 uur arriveerden we Biharamulo!

27 augustus 1999

Hier alweer eeen tweede verhaaltje en het zal eventjes het laatste zijn want vandaag vertrekken we naar Mwanza.
Goed, waar waren we gebleven. Oja, net gearriveerd in de YMCA. Dus nadat we de spullen gedumpt hadden in de YMCA leek het ons verstandig om zo snel mogelijk te beginnen met het regelen van de Residence permit (werkvergunning). Het was zo rond 11 uur dat onze tocht begon. Eerst naar de Universiteit; MUHUMBILI UNIV.. Vanaf het moment dat we naar buiten kwamen werden we vastgeplakt aan Joseph, een "GOOOOOD FRIEND". Hij nam de verantwoordelijke taak op zich om ons als persoonlijke gids te begeleiden. Hmmmmmmm.. Affijn, na het plezier van de taxi mochten we het plezier van de local busses gaan beleven. Wel goedkoper, maar nu weet ik hoe een sardientje zich moet voelen in een blikje zalm. Na een overstap in een andere bus ,waarbij we bijna het leven lieten, arriveerden we samen met Joseph (nadat we natuurlijk ook zijn bus hadden betaald) op het terrein van de medische faculteit. Hier aangekomen zijn we door Joseph rondgeleid/verdwaald; hij wist ook niet waar we moesten zijn. We werden van kastje naar muur gestuurd, alle andere faculteiten waren er wel, echter de medische was niet te vinden. Leuk, het was zo'n 3 uur later dat we eindelijk een vaag laag-gebouwtje vonden waar we moesten zijn. Daar al redelijk chago, er vandaan komend waren we nog chagrijniger want de kerel die we moesten hebben was in vergadering. Kom Maandag maar terug. Goed dachten wij, kunnen we lekker naar de YMCA koud bier gaan drinken. Echter de bussen waren allemaal vertrokken dus toen heeft "joseph", die waarschijnlijk dacht "hoe langer ik met die duffe blanken optrek hoe meer geld ik los kan weken" ons de "touristische" route langs de SNELWEG laten zien. Hongerig, chago en zeer dorstig kwamen we zo'n 4-5 uur later aan. We bedankten Joseph en we vertelden hem dat we zijn vrienden waren en dat onze wegen helaas moesten scheiden.... drie dollar armer (Joseph) terug in de YMCA. De eerste les: "good friend" is hier net iets anders, voor ons Mzungu, dan in NL. Good my friends, wordt vervolgd. Kwaheri.

Een persoonlijke E-mail
Wil je Gert-Jan een persoonlijke e-mail sturen ?

25 augustus 1999

Lieve mensies,
Na het afscheid op Schiphol leek alles smooth te verlopen bij het opstappen, en in Londen even wachten op de vlucht naar Dar Es Salaam. 6 uur moeten wachten, toch nog maar even naar de bio om StarWars te gaan kijken? Kamal en Michiel moesten mij tegenhouden......... Om de tijd te doden zijn we maar een aardig etablissement inged(r)o(n)ken waar ze alleen maar single malts verkochten. De eigenaar poogde ons nog na 3 whiskeys een fles van 3500 pond aan te smeren maar toen we uitlegde dat we studenten waren mochten we ook een goedkoop flesje kopen. Gewapend met twee flessen whiskey en 10 pakjes Marlboro stapten we in het vliegtuig naar Dar Es Salaam. Toen we in het vliegtuig zaten heb ik nauwelijks kunnen slapen omdat ik tussen michiel en kamal ingeperst zat en we zaten net onder het videoscherm (in het vliegtuig naar Dar Es Salaam). De film werd er niet beter op... Na een tussenstop in Entebbe in DSM aangekomen, was een van onze collega's zo slim om te zeggen dat we als studenten gingen werken in het ziekenhuis terwijl we als toeristen in het land aankwamen. In een land als Tanzania kan dat niet al te goed ontvangen worden want zo staat het niet in de regels. We werden bijna meteen een heel vies, klein en zeer rommelig kantoortje ingesmeten en we moesten daar wachten tot er een belangrijke pief onze papieren na kwam kijken. De muren van dit kamertje bestonden niet uit bakstenen maar uit stapels dossiers. Ik zat me af te vragen of deze dossiers van onze voorgangers waren. Er kwam een klein mannetje uit een doosje gesprongen die ons op zeer relaxte wijze vroeg wat we nou precies kwamen doen in Tanzania. Na uitleg en gewiebel met een pak sjieke papieren met veel stempels ging deze belangrijke ambtenaar naar zijn andere belangrijke collega om te "overleggen". Die AK-47 van de douanier maakte het er niet echt beter op....... Na de belangrijke vergadering werden we door de meest norse man van de aardbol naar het visa-hokje geleid en werden we toch nog toegelaten tot Tanzania. Hij zij nog wel dat als we geen Residence-permit regelden dat we na 3 maanden moesten opdonderen. Fijn. Onze nicotine behoefte was al tot zo'n 200% gestegen en het werd er niet beter op toen we het vliegveld afkwamen. Het leek alsof er zo'n 10.000 taxi-chauffeurs op ons afstormden om hun diensten aan te bieden. Na veel handelen en 10 sigaretten later konden we een taxi nemen voor een vriendelijk prijsje. Deze taxi was ook een hoofdstuk apart. De taxi zelf zag er redelijk uit maar toen we op de weg zaten ontstonden er allerlei geluiden die mij eerder aan een stoomlocomotief deden denken dan aan een auto. Tevens leek het alsof we met een lekke band reden maar dat was iets anders volgens de chauffeur........ Even later een oververhitte motor die zo'n beetje vanzelf de motorkap opendeed. Hakuna matata en een beetje water doen wonderen. Polle polle (rustig aan, rustig aan) volgens de taxi-driver. Ons Swahili werd al steeds beter. Ons gevoel niet zo. We zijn toch nog veilig aangekomen in de YMCA waar we een schone kamer met klamboe en ventilator kregen. De wc's en douches bevonden zich in dezelfde ruimte en als iemand hard doucht dan kan degene die rustig "zit" er nat van worden, mits er natuurlijk water is (de kraan word om zoveel uur namelijk dicht-gedraaid). Dar Es Salaam is op zichzelf al een belevenis. Bij binnenkomst in een stad met 3 miljoen mensen moet je wel even slikken. Zeker voor zo'n provinciaaltje als ik. De geur: smog, zweet, pies, sigaretten, etensluchten en dat allemaal in 1 pakketje. Mijn neus bijholten waren de eerste dag behoorlijk geshockeerd. Het openbaar vervoer is in handen van prive-bus-ondernemingen en de taxi's. He you! Taxi let's go! De hoofdstraat van DSM is een grote buslijn volgepropt met mensen die tegen elkaar gillen en claxoneren. De hand van de locals hier lijkt te zijn vastgeplakt aan de claxon van hun ijzeren paard. Ook wel even wennen trouwens, die verkeerde kant van de weg rijden. Al enkele keren een confrontatie met een volle bus maar net weten te vermijden. Verkeersregels bestaan nauwelijks: survival of the fittest! Geweldig!

Een persoonlijke E-mail
Wil je Gert-Jan een persoonlijke e-mail sturen ?