319 IH/GH leerjaar 1

leesvaardigheid

1. De deelnemer kan beroepsrelevante teksten in het En­gels lezen en begrijpen (45).

Hij/zij kan:

•  ­schriftelijke afspraken met betrekking tot beroepsgerichte contacten met buitenlandse bedrijven lezen en begrijpen,

•  ­bij afspraken behorende bevestigingen, mutaties en annuleringen lezen en begrijpen,

•  ­advertenties, folders, brochures en eenvoudige artikelen met algemene beroepsrelevante informatie over bedrijven lezen en begrijpen,

•  ­algemene beroepsrelevante informatie over beroepen en functies binnen bedrijven lezen en begrijpen,

•  ­teksten met productinformatie (met beschrijving van de kenmerken van een product, zoals kleuren, grondstoffen, materialen, afmetingen, modellen, gebruiksmogelijkheden en verpakkingswijzen) en diensten zoals transport, douane, bank en verzekeringszaken lezen en begrijpen,

•  ­handleidingen, gebruiksaanwijzingen en wettelijke voorschriften (milieuaspecten) die bij een product horen, lezen en begrijpen,

•  ­niet-specialistische teksten lezen en begrijpen over onderwerpen die in meer of mindere mate verband houden met zijn/haar toekomstige beroep en de bedrijfstak waarin hij/zij werkzaam zou kunnen zijn,

•  ­teksten lezen en begrijpen waarin informatie wordt gegeven over:

•  offertes

•  prijzen

•  kortingen

•  betalingsvoorwaarden

•  transportregeling

•  douanezaken

•  serviceverlening (garantie)

•  ­­teksten waarin klachten centraal staan lezen en begrijpen, en wel zodanig dat hij/zij:

•  de aard van de klacht begrijpt

•  weet hoe de klacht moet worden afgehandeld of naar wie deze moet worden doorverwezen,

•  ­correspondentie met informatie over de volgende onderwerpen lezen en begrijpen:

•  afwijkingen in de kwaliteit van een product

•  problemen rondom levering van goederen

•  problemen rondom diensten, vervoer, verzekering, douaneformaliteiten en regeling financiering

•  problemen rondom facturering en betaling

•  toepassing service- en garantieafspraken,

•  de volgende tekstsoorten in een moderne vreemde taal lezen en begrijpen:

•  ­handleidingen en productbeschrijvingen

•  ­garantiebewijzen

•  ­omverpakkingen en bescheiden

•  ­wettelijke voorschriften (milieuaspecten)

•  ­correspondentie omtrent bestellingen en klachten

•  ­informatie over diensten (vervoer, verzekering, douaneformaliteiten, financiering)

en wel zodanig dat:

•  de bijbehorende producten en goederen en diensten gecontroleerd kunnen worden

•  de functie en werking van bijbehorende producten en goederen en diensten in de moedertaal aan consumenten uitgelegd kunnen worden

•  de gewenste vervolgactie ondernomen kan worden,

•  niet-specialistische teksten lezen en begrijpen over onderwerpen die in meer of mindere mate verband houden met zijn/haar toekomstige beroep en de bedrijfstak waarin hij/zij werkzaam zou kunnen zijn,

•  ­tek­sten lezen en be­grijpen over onderwer­pen die inge­bracht kunnen worden tijdens informele fases in beroepscontacten.

schrijfvaardigheid

5. De deelnemer kan beroepsrelevante teksten in het En­gels schrijven (45).

Hij/zij kan:

•  ­met gebruikmaking van relevante naslagwerken en met behulp van voldoende inhoudelijke aanwijzingen eenvoudige correspondentie (standaardbrief­, standaardfax en memo) schrijven betrekking hebbende op:

•  het maken van een eenvoudige afspraak

•  het bevestigen, wijzigen en annuleren van een eerder gemaakte afspraak

•  offertes

•  prijzen

•  kortingen

•  betalingsvoorwaarden

•  transportregelingen

•  douanezaken

•  serviceverlening (garantie).

•  ­beroepsrelevante formulieren invullen,

•  ­­met gebruikmaking van relevante naslagwerken en met behulp van voldoende inhoudelijke aanwijzingen eenvoudige correspondentie (standaardbrief en -fax) schrijven voor het aanvragen van:

•  productinformatie

•  informatie over diensten

•  handleidingen, gebruiksaanwijzingen

•  wettelijke voorschriften (milieuaspecten),

•  ­een formulier invullen waarmee productinformatie wordt aange­vraagd,

•  ­met gebruikmaking van relevante naslagwerken en met behulp van voldoende inhoudelijke aanwijzingen een eenvoudige begeleidende standaardbrief schrijven bij de toezending van:

•  productinfor­ma­tie

•  informatie over diensten

•  handleidingen, gebruiksaanwijzingen

•  wettelijke voorschriften (milieuaspecten),

•  formulieren invullen

•  ­eenvoudige brieven, faxen en memo' s schrijven

en wel zodanig dat:

•  op begrijpelijke en eenduidige wijze informatie wordt verstrekt aan klanten en/of aangevraagd

•  op begrijpelijke en eenduidige wijze wijzigingen op eerdere afspraken worden doorgegeven.

•  ­met gebruikmaking van relevante naslagwerken en met behulp van voldoende inhoudelijke aanwijzingen een eenvoudige brief schrijven over problemen rondom de uitvoering van een bestelling of betaling,

•  ­met gebruikmaking van relevante naslagwerken en met behulp van voldoende inhoudelijke aanwijzingen een eenvoudige brief of fax schrijven over de afhandeling van een klacht.

luistervaardigheid

2. De deelnemer kan tijdens persoonlijke contacten in het Engels sprekers bij ontvangst verstaan en begrijpen (45).

Hij/zij kan:

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contac­ten, met name bij ontvangst, uitgifte en expeditie van goederen, sprekers van het Engels/Duits/Frans/Spaans etc. bij kennismaking­ en verwelkoming verstaan en begrij­pen,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten sprekers van het Engels verstaan en begrijpen bij het maken van afspraken en het doorgeven van bevestigingen, mutaties en annuleringen,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten sprekers van het Engels verstaan en begrijpen als het gaat om algemene informatie, mededelingen en beroepsrelevante berichten over en binnen bedrijven,

•  ­standaarduitdrukkingen en conventies bij persoonlijke en telefonische contac­ten verstaan en begrijpen,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten sprekers van het Engels verstaan en begrijpen als het gaat om:

•  kenmerken van een product (zoals kleuren, afmetingen, grondstoffen , materialen, modellen, gebruiksmogelijkhe­den en verpakkingswijzen) en diensten (transport, douane, verzekering, financiering)

•  instructies voor het gebruik van het desbetreffende product

•  wettelijke voorschriften (milieuaspecten) betreffende een product,

•  ­productinformatie, gebruiksaanwijzingen en instructies verstrekt via audiovisuele middelen (zoals instructievideo' s, antwoordapparatuur en omroepinstallaties) verstaan en begrijpen,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten sprekers van het Engels verstaan en begrijpen als het gaat om:

•  offertes

•  prijzen

•  kortingen

•  betalingsvoorwaarden

•  transportregelingen

•  douanezaken

•  serviceverlening (garantie),

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten sprekers van het Engels verstaan en begrijpen als het gaat om:

•  productinformatie

•  informatie over diensten (vervoer, verzekeringen, douaneformaliteiten en financiering)

•  bestelling, betaling en facturering van goederen

•  beschrijving en afhandeling van klachten

en wel zodanig dat:

•  de informatie die gevraagd of gegeven wordt, op correcte wijze kan worden verwerkt

•  het verzoek op correcte wijze kan worden afgehandeld,

•  ­informatie betreffende de koop en verkoop van producten en verstrekt via audiovisuele apparatuur verstaan en begrijpen,

•  ­­tijdens persoonlijke en telefonische contacten sprekers van het Engels verstaan en begrijpen als het gaat om klachten en de afhandeling ervan,

•  niet-specialistisch audiovisueel materiaal verstaan en begrijpen over onderwerpen die in meer of mindere mate verband houden met zijn/haar toekomstige beroep en de bedrijfstak waarin hij/zij werkzaam zou kunnen zijn,

•  ­sprekers van het Engels verstaan en be­grijpen wanneer zij spreken over eenvoudige onderwer­pen die inge­bracht kunnen worden tijdens informele fases in beroepscontacten,

spreekvaardigheid

3. De deelnemer kan tijdens persoonlijke contacten een zakelijk gesprek voeren in het Engels (45).

4. De deelnemer kan tijdens telefonische contacten een zakelijk gesprek voeren in het Engels (45).

Hij/zij kan:

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten met sprekers van het Engels/Duits/Frans/Spaans etc. een niet-complex gesprek voeren waarin het volgende aan de orde komt:

•  kennismaken en verwelkomen

•  doorverwijzen naar c.q. doorverbinden met gewenste afdeling

•  doorverwijzen naar c.q. doorverbinden met gewenste persoon

•  verwijzen naar gewenste artikel

•  verwijzen naar gewenste afdeling binnen bedrijf

•  afspraken maken

•  doorgeven van bevestigingen, mutaties en annuleringen die betrekking hebben op eerder gemaakte afspraken,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten met sprekers van het Engels/Duits/Frans/Spaans etc. een niet-complex gesprek voeren waarin het volgende aan de orde komt:

•  algemene informatie over bedrijven

•  beroepen en functies binnen die bedrijven,

•  ­standaarduitdrukkingen en conventies toepassen die van belang zijn bij de totstandkoming en uitvoering van persoonlijke en telefonische contac­ten,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten met sprekers van het Engels/Duits/Frans/Spaans etc. een gesprek voeren over kenmerken van een product, zoals kleuren, afmetingen, grondstoffen, materialen, modellen, gebruiksmogelijkheden en verpakkings­wijzen;
het gaat hierbij om:

•  het beschrijven van het desbetreffende product

•  het stellen en beantwoorden van relevante vragen

•  het verzoeken om en verwijzen naar reclame- en informatiemateriaal

•  het verzoeken om informatiemateri­aal op te sturen

•  het toezeggen informatiemateriaal op te sturen,

•  ­gesprek voeren over diensten, het regelen van vervoer, afsluiten van verzekering, regeling van financiering en afspraken over douaneformaliteiten,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten met sprekers van het Engels/Duits/Frans/Spaans etc. een gesprek voeren over handleidingen, gebruiksaanwijzingen en wettelijke voorschriften (milieuaspecten);
het gaat hierbij om:

•  het vragen om en geven van een toelichting op gedrukte informatie

•  het stellen en beantwoorden van vragen

•  het verzoeken om nadere informatie op te sturen

•  het toezeggen informatiemateriaal op te sturen,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten met sprekers van het Engels/Duits/Frans/Spaans etc. een gesprek voeren over:

•  offertes

•  prijzen

•  kortingen

•  betalingsvoorwaarden

•  transportregelingen

•  douanezaken

•  serviceverlening (garantie)

het gaat hierbij om:

•  het vragen om en geven van een toelichting op gedrukte informatie

•  het stellen en beantwoorden van vragen

•  het verzoeken om nadere informatie op te sturen

•  het toezeggen informatiemateriaal op te sturen,

•  ­als initiatiefnemer of “ontvanger” van een persoonlijk of telefonisch gesprek:

•  ­iemand verwelkomen en een gesprek aangaan

•  ­klachten bespreken

•  ­vragen en antwoorden over service en garantie formuleren

•  ­productinformatie vragen en verschaffen

•  ­informatie over diensten vragen en verschaffen

•  ­informatie over leverings- en betalingsmogelijkheden vragen en verschaffen

en wel zodanig dat:

•  de gesprekspartner op klantvriendelijke wijze en in begrijpelijke taal te woord wordt gestaan

•  de gesprekspartner de benodigde informatie geeft of krijgt

•  de gesprekpartner of hijzelf/zijzelf indien nodig naar de gewenste afdeling/persoon wordt begeleid of doorverwezen.

•  ­een gesprek voeren over:

•  ­niet-specialistische onderwerpen die in meer of mindere mate verband houden met zijn/haar toekomstige beroep en de bedrijfstak waarin hij/zij werkzaam zou kunnen zijn,

•  ­algemene onderwerpen

en wel zodanig dat deze onderwerpen inge­bracht kunnen worden tijdens informele fases in beroepscontacten,

•  een gesprek voeren over niet-specialistische onderwerpen die in meer of mindere mate verband houden met zijn/haar toekomstige beroep en de bedrijfstak waarin hij/zij werkzaam zou kunnen zijn,

•  een gesprek voeren over eenvoudige onderwerpen die inge­bracht kunnen worden tijdens informele fases in beroepscontacten,

•  ­tijdens persoonlijke en telefonische contacten met sprekers van het Engels een gesprek voeren waarin de klacht en de afhandeling daarvan centraal staan; de deelnemer kan tijdens het gesprek:

•  informatie vragen of geven over de aard van de klacht

•  informatie vragen of geven over de desbetreffende levering van product of dienst

•  voorstellen doen of vragen voor afhandeling van de klacht.