Studiewijzer Nederlands semester 3 periode 2

Case 3

nummer

Omschrijving

paraaf

1A

Voorbeelden op schrift

 

2A

Aanpak op schrift

 

2C

Opdracht op schrift

 

2F

Opdracht op schrift

 

3A

Gewerkt met: (3)

Verzamelde gegevens op schrift

 

3E

Gewerkt met: (1)

 

5A

cd-rom

 

5E

cd-rom

 

6A

cd-rom

 

1C

cd-rom

 

1D

cd-rom

 

1E

Vertel aan: (1)

 

2B

Opdracht op schrift

 

2E

cd-rom

 

3C

cd-rom

 

3D

cd-rom

 

3G

cd-rom

 

4B

cd-rom

 

4E

cd-rom

 

4F

cd-rom

 

5B

Opdracht op schrift

 

5D

cd-rom

 

5F

cd-rom

 

5H

Gewerkt met: (3)

 

 

6C

Besprokene op schrift

 

6D

cd-rom

 

6E

Opdracht op schrift

 

6F

cd-rom

 

6G

Gewerkt met: (1)

 

1B

Opdracht op schrift

 

1F

Gewerkt met: (1)

Verhaal op schrift

 

2D

Gewerkt met: (1)

Opdracht op schrift

 

2G

Gewerkt met: (1)

Opdracht op schrift

 

3B

Gewerkt met:

 

3F

Gepresenteerd aan: (2)

 

4A

Opdracht op schrift

 

4D

Voer opdracht uit

 

5C

Opdracht op schrift

 

5G

Gewerkt met: (1)

 

6B

Opdracht op schrift

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting:

Je maakt de oefeningen in de volgorde zoals ze op deze studiewijzer vermeld staan.

De luisteroefeningen van 3.2 en 3.5 staan op: snelkoppelingen ROC-breed.

De cd-rom-oefeningen kopieer je naar een Wordbestand zodat je niet teveel papier gebruikt.

Achter de cijfers die tussen haakjes staan, vermeld je de personen die met jou aan de opdracht gewerkt hebben.

De oefeningen die je voltooid hebt vink je af.

Als er staat: Opdracht op schrift, dan bewaar je deze in een map samen met de gekopieerde cd-rom-oefeningen.

Van tijd tot tijd controleert je docent je vorderingen aan de hand van je studiewijzer en je map. Ook controleert hij of je de theorie bestudeert van het werkboek  en de theorie van het opzoekboek  waarnaar wordt verwezen door het werkboek. (op de pagina’s  49 en 51 van het werkboek staan verwijzingen).

In de tweede toetsweek krijg je een MC-toets over de stof van de cases 3 en 4.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Studiewijzer Nederlands semester 3 periode 2

Case 4

nummer

  v

Omschrijving

paraaf

1A

 

Opdracht op schrift

 

1C

 

Opdracht op schrift

 

2A

 

Opdracht op schrift

 

2C

 

cd-rom

 

2G

 

Gewerkt met: (3)

Opdracht op schrift

 

3C

 

Opdracht op schrift

 

3G

 

Gewerkt met: (1)

Opdracht op schrift

 

4A

 

cd-rom

 

5A

 

Opdracht op schrift

 

6C

 

cd-rom

 

1B

 

cd-rom

 

1E

 

cd-rom

 

1F

 

Opdracht op schrift

 

2D

 

cd-rom

 

2E

 

cd-rom

 

3A

 

Opdracht op schrift

 

3B

 

cd-rom

 

3D

 

cd-rom

 

3H

 

Gewerkt met: (1)

Opdracht op schrift

 

4B

 

Opdracht op schrift

 

4E

 

Gewerkt met: (1)

Opdracht op schrift

 

4F

 

Gewerkt met: (1)

Opdracht op schrift

 

4G

 

cd-rom

 

4H

 

cd-rom

 

5D

 

Gewerkt met: (3)

Opdracht op schrift

 

6A

 

Opdracht op schrift

 

6D

 

cd-rom

 

6E

 

Opdracht op schrift

 

6F

 

Opdracht op schrift

 

1D

 

Opdracht op schrift

 

2B

 

Gewerkt met: (1)

Opdracht op schrift

 

2F

 

Gewerkt met: (3)

Opdracht op schrift

 

3E

 

Gewerkt met: (3)

Opdracht op schrift

 

3F

 

Gewerkt met: (3)

Opdracht op schrift

 

4C

 

cd-rom

 

4D

 

Opdracht op schrift

 

5B

 

Opdracht op schrift

 

5C

 

cd-rom

 

5E

 

Gewerkt met: (3)

 

6B

 

Opdracht op schrift

 

6G

 

cd-rom

 

 

 

 

 

Toelichting:

Je maakt de oefeningen in de volgorde zoals ze op deze studiewijzer vermeld staan.

De luisteroefeningen van 4.2 en 4.5 staan op: snelkoppelingen ROC-breed.

De cd-rom-oefeningen kopieer je naar een Wordbestand zodat je niet teveel papier gebruikt.

De oefeningen die je voltooid hebt vink je af.

Achter de cijfers die tussen haakjes staan, vermeld je de personen die met jou aan de opdracht gewerkt hebben.

Als er staat: Opdracht op schrift, dan bewaar je deze in een map samen met de gekopieerde cd-rom-oefeningen.

Van tijd tot tijd controleert je docent je vorderingen aan de hand van je studiewijzer en je map. Ook controleert hij of je de theorie bestudeert die in het werkboek staat en de theorie  van het opzoekboek waarnaar wordt verwezen door het werkboek (op de pagina’s 63 en 64 van het werkboek staan verwijzingen).

In de tweede  toetsweek krijg je een MC-toets over de stof van de cases 3 en  4.