Een PacketShaper voor Kahosl.

Maarten Laruelle (4 Elict)

Hoofdstuk 1: Inleiding

Met dit korte document is het de bedoeling een overzicht te geven van de mogelijkheden die een PacketShaper 1000 biedt. Dit document is gebaseerd op de ``Getting Started Guide'' (versie 4.0) die bij het toestel wordt geleverd.

Wat?

PacketShaper 1000 geeft de netwerk administrator de mogelijkheid om:

PacketShaper 1000 doet dit door:

Waar?

De PacketShaper 1000 wordt geplaatst tussen de WAN router en de hub/switch naar het locale netwerk. Deze hardware box vereist geen herconfiguratie van het netwerk, hij wordt gewoon op de lijn geplaatst. Het is ook mogelijk om het toestel te plaatsen voor een specifiek te controleren server binnen het netwerk.

Hoofdstuk 2: PolicyConsole Guided Setup

Er zijn twee verschillende manieren om de PacketShaper te configureren. Men kan gebruik maken van de PolicyConsole webbrowser interface of de command-line interface. Dit laatste met behulp van een terminal.1Alvorens te beginnen configureren zijn er een aantal dingen die men best bij de hand heeft. Een overzicht:

Begin

Een van de volgende webbrowsers is noodzakelijk om de PolicyConsole deftig weer te geven:

Let wel op de volgende configuratie van uw browser:

Starten van de PolicyConsole Guided Setup

Aangezien u nog nooit de PacketShaper hebt gebruikt, is het noodzakelijk dat u in uw browser achter de Location een van volgende URL's ingeeft: ``http://207.78.98.254'' of ``http://unconfigured.packetshaper.com''.

Guided Setup

Spijtig genoeg is daar momenteel nog geen screenshot van. Er wordt op een overzichtelijke manier gevraagd naar de gegevens, die eerder werden gespecificeerd als bij de hand te houden. Telkens staat er een duidelijk stuk uitleg bij. Zelf hebben we, zoals eerder vermeld, gebruik gemaakt van de command line interface. Dit door een ``oude'' seriële terminal aan de PacketShaper te hangen, automatisch werd bij het opstarten een programma geladen en gevraagd naar een paswoord. Met behulp van ``touchpwd='' konden we binnen de 30 seconden het ongekende oude paswoord verzetten naar een eigen creatie. Vervolgens met se gu (setup guide) werden we door de zelfde configuratie geleid als hierboven. Nu waren wij in staat om via een browser in het lokale netwerk de PolicyConsole te benaderen. Als we dat laatste doen komen we op een PolicyConsole login venster. Hier dienen we het paswoord te geven om toegang te krijgen tot de PacketShaper home page. Vervolgens krijgen we het venster dat is weergegeven in figuur1.



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/Openingsvenster.eps}}



Figuur 1.

Controleren van de configuratie

Om de configuratie te controleren, klikt u op de Setup in de navigatie balk bovenaan de pagina. Vervolgens wordt het Basic Configuration venster gelanceerd dat te zien is in onderstaande figuur 2.



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/PCSetup.eps}}



Figuur 2.
De gegevens in dit venster geven huidige configuratie van de PacketShaper weer. U kan in dit venster de configuratie wijzigingen, door de nieuwe gegevens in te vullen en op ``Apply Changes'' te klikken. Door op ``Cancel'' te klikken kan u steeds terugkeren naar de gegevens zoals ze waren voor u ze veranderde.

Hoofdstuk 3: PacketShaper Quick Start

In dit hoofdstukje wordt een overzicht gegeven van de mogelijkheden die PacketShaper biedt. Voor meer gedetailleerde hulp is het aangeraden even een kijkje te nemen in de ``PacketShaper Reference Guide''.

Verschillende stappen voor bandbreedte-beheer

Wanneer de basis configuratie van de PacketShaper klaar is, kan u de configuratie aanpassen aan de noden van uw netwerk. Hiervoor is het noodzakelijk dat u inlogt in de PacketShaper met ``touch-acces''2. Er zijn drie fasen die u dient te volgen:

  1. Maak een ``Classification Tree'', een boomstructuur waarin alle netwerkverkeer opgedeeld is. Zie figuur 3 om een idee te krijgen wat een ``Classification Tree'' is.
  2. Definieer ``Policies'' en partities voor belangrijke klassen.
  3. Beheer de activiteit in de verschillende klassen.


\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/TrafficClassVenster.eps}}



Figuur 3.

Het maken van een ``Classification Tree''

PacketShaper stelt het netwerkverkeer voor in ``traffic classes''. Er wordt een hiërarchische boom aangemaakt die een ouder-kind relatie voorstelt (zie figuur 3). Een ``traffic class'' definieert de criteria die PacketShaper gebruikt om netwerk verkeer te identificeren. Deze ``traffic classes'' kunnen zeer ruim gedefinieerd zijn, maar ook zeer specifiek. Het is zelfs mogelijk om poorten, IP adressen, application/service en URL's te definieren om uw netwerkverkeer beter te kunnen karakteriseren.

Enkele voorbeelden:

Gebruik van ``Traffic Discovery'' om de ``Traffic Classes'' te maken

Het is dus mogelijk om de verkeers-classificatie-boom automatisch te laten genereren door de PacketShaper maar daarbij is het ook mogelijk om zelf klassen te definieren. PacketShaper's ``Traffic Discovery'' feature maakt zelf een nieuwe klasse aan telkens het een vorm van netwerkverkeer detecteert die nog niet in de boom voorkwam. Het is mogelijk deze feature aan of af te zetten in het ``Basic Configuration'' venster, zodat het globaal te werk gaat, maar ook binnen de verschillende klassen is het mogelijk om de feature selectief te laten werken.

In figuur 2, links in het venster, ziet u de hiërarchische boom die opgedeeld is in twee hoofddelen, namelijk de ``Inbound'' en ``Outbound'' klassen.

Elke kind-klasse vertelt iets over het type van zijn ouder, maar specificeert op zijn beurt deze klasse verder. Bijvoorbeeld, de eerste HTTP klasse in figuur 3,specificeert verkeer dat gebruik maakt van het HTTP protocol. Maar aangezien de ouder klasse ``Outside'' is, voldoet alle verkeer in de klasse van het type HTTP ook aan het type ``Outside'' en zo verder aan de eigenschappen van zijn groot- en overgrootouder klassen.

Men spreekt over de ``matching rule'' als men het heeft over de specificaties die er aan een bepaalde klasse zijn toegekend. Zo zijn daar de specifieke IP adressen, de applicaties of de poort nummers.

Aanduiden van de richting

Een ``matching rule'' definieert niet alleen het type van verkeer, maar geeft ook aan in welke richting het verkeer loopt en, voor IP verkeer, zelfs de locatie van de server. Dit alles op basis van volgende uitdrukkingen :

``Inbound/Outbound'' en ``Inside/Outside'' en ``Global''

``Inbound/Outbound''
Definieert de richting waarin de pakketjes zich hebben verplaatst, relatief gezien ten opzichte van de ``Inside'' ``Outside'' poorten op de PacketShaper. Als u zich aan de typische opstelling van de PacketShaper houdt (``Outside'' aan de zijde van de WAN router en ``Inside'' aan de zijde van het lokale netwerk), betekent ``Inbound'' verkeer, verkeer dat van buitenuit komt met een bestemming in het lokale netwerk.
``Inside/Outside''
Specificeert de locatie van de server. Deze onderverdeling is gemaakt omdat vele netwerken, binnen hun geheel, vaak zowel servers als clients hebben staan. Het is bijvoorbeeld perfect mogelijk om een webserver te hebben staan in het netwerk en ondertussen de gebruikers de mogelijkheid te geven op Internet te surfen. Om dan te kunnen weten of bepaalde HTTP trafiek van de clients komt of van de server, is deze opsplitsing gemaakt. Bij verkeer waar het niet duidelijk is wie client is en wie server, bijvoorbeeld ``voice over IP'', wordt de initiatiefnemer aangeduid als client en de beantwoorder als server.
``Global''
Is een aparte folder die gebruikt wordt om kind klassen in te groeperen, waarvan het netwerkverkeer niet onder de categorie IP thuishoort.

Manueel aanmaken van ``Traffic Classes''

Bovenop de klassen die PacketShaper kan aanmaken, is het ook mogelijk om zelf een verfijning te maken van het netwerk verkeer. Er zijn twee manieren om de manueel aangemaakte klassen te definieren:

Even een overzicht van de te volgen stappen om zelf klassen aan te maken.We gaan er van uit dat u gebruik maakt van de ``PolicyConsole''.

  1. Ga naar het ``Traffic Class'' window, door op ``Manage'' te klikken. De knop ``Manage'' vindt u in de navigatie bar bovenaan in het venster.
  2. Specificeer een klasse door op de betreffende klasse te klikken in de boom links in het venster.
  3. In het ``Traffic Class'' venster, klik op ``New Class'' om een kind aan te maken van de geselecteerde klasse.3
  4. Definieer de attributen voor het type van verkeer dat PacketShaper moet klassificeren (de ``matching rule'').
De klassen bevinden zich dus in een pad van ouders en grootouders, ze kunnen een willekeurige naam krijgen. De naam kan altijd veranderd worden.

Voorbeeld van een klassificatie strategie

De meest aan te raden manier om een klassificatie op te bouwen is door te beginnen met het definieren van een ouder ``Traffic Class'' die bestaat uit een groep van IP adressen, bijvoorbeeld een specifiek deel van het netwerk (labo klas van de studenten, ...). Vervolgens de ``PacketShaper Traffic Discovery'' laten uitmaken welk verkeer er allemaal van en naar die klasse loopt of zelfs specifiek applicatie gerichte kind klassen aanmaken. Nu is het belangrijk dat aan de ouder klasse een deel van de bandbreedte (``Partition'') wordt toegekend en dat er een orde van belangrijkheid (``Rate Policy'') wordt opgesteld voor de verschillende klassen.

Vastleggen van ``Policies'' en ``Partitions''

Wanneer de de klassificatie boom is opgesteld, is het de bedoeling dat u de ``policies'' en ``partitions'' gebruikt om de verschillende vormen van netwerkverkeer te controleren.

Het is alleen noodzakelijk ``policies/partitions'' te definieren voor deze vormen van verkeer die een speciale behandeling vereisen. Stel dat u gebruik maakt van ``Voice over IP'' dan is het logisch dat deze klasse een prioritaire behandeling krijgt, ten opzichte van bijvoorbeeld elektronische post of misschien zelfs een Unreal speler. Het is duidelijk dat de bandbreedte van de speler beperkt wordt, zodat deze zeker niet in het vaarwater komt van de VoIP.

De verschillende types van ``Policies'' en ``Partities''

De volgende mechanismen worden gebruikt om de bandbreedte te controleren:

``Partition''

Partities zetten vaste beperkingen voor de bandbreedte, zoals daar zijn een minimale, een maximale of beide, voor een volledige klasse.

Voorbeelden:

``Rate Policy''

Terwijl een partitie de beperkingen vastlegt voor een bepaalde klasse, is het met een ``Rate Policy'' mogelijk om voor elke sessie binnen de klasse een minimale bandbreedte te voorzien. Om op ons ``VoIP'' voorbeeldje nog eens terug te komen. Stel dat we er een klasse voor hebben gemaakt die VOIP noemt. Deze klasse hebben we bijvoorbeeld een maximale grootte gegarandeerd van 256Kbps. Om nu te voorkomen dat meerdere gesprekken binnen deze klasse in elkaars vaarwater terecht komen, zorgen we met behulp van de ``Rate Policy'' ervoor dat elke sessie die binnen de klasse wordt aangevat een vaste minimale bandbreedte wordt toegekend, stel 17.5Kbps per sessie. Een ander voorbeeldje kan zijn dat u een bepaald lokaal (subnet) toelaat HTTP verkeer te genereren, maar dat elke sessie maximaal tot 15Kbps van de bandbreedte mag pieken, ook weer om andere kritiek applicaties niet te hinderen.

``Priority Policy''

Hier wordt enkel de relatieve belangrijkheid van een bepaald type van verkeer gedefinieerd, zonder enig minimum of maximum voor de bandbreedte vast te leggen. Dit is meer bedoeld voor verkeer dat gebruik maakt van kleine, transactie gerichte pakketjes (zoals daar is telnet,..). Zodoende kan u bijvoorbeeld een telnet sessie een prioriteit5 van 3 toekennen terwijl een spel als Doom een prioriteit van 0 toegewezen krijgt. Allemaal een kwestie van de belangrijke applicaties niet te laten belemmeren door minder belangrijke of zelfs onbelangrijke sessies.

Andere policy types

Meer geavanceerde types komen verder in dit werkje nog even aan bod in het stukje 'Andere ``Policy'' en controle configuraties'.

De eigenschappen van ``Policies'' en ``Partitions''

Wanneer u een ``Policy'' of ``Partition'' aanmaakt binnen uw netwerk, definieert u eigenlijk hoe dat deel van het netwerkverkeer dient behandeld te worden, ten opzichte van ander verkeer binnen uw netwerk. U bepaalt dus hoe de PacketShaper dient te reageren op aanvragen voor bandbreedte.

Uitlenen van overtollige bandbreedte

Zowel partities als policies lenen hun overtollige bandbreedte uit, zodat deze niet verloren gaat. Nogmaals het ``VoIP'' voorbeeldje: We hebben bijvoorbeeld een gegarandeerde bandbreedte van 21.5Kbps toegekend aan de sessie. Wanneer er nu een stilte valt in de conversatie, hoe kort deze stilte ook is, kan de PacketShaper de breedte verminderen tot 3Kbps, gedurende de stilte.Hierdoor kan de sessie behouden blijven zonder kwaliteitsverlies en is de PacketShaper tijdelijk in staat ander verkeer door te laten. Dit alles om er ook voor te zorgen dat de kostbare WAN resources niet verloren gaan.

``Burst''

Zowel partities als policies kunnen de toelating krijgen om overtollige of vrije bandbreedte in te palmen, dit noemt men ``burst'' mode. U hoeft er alleen maar voor te zorgen dat de partities en policies in de ``burstable'' mode staan en dat hun prioriteit hoger is dan de andere. De mate waarin er overtollige bandbreedte kan opgeëist worden is ook weer beperkbaar. Zo kan een subnet een gegarandeerd deel van 256Kbps toegewezen krijgen, ``burstable'' tot een maximum van 512Kbps.

De combinatie van ``Rate Policies'' en ``Partitions''

Het is dus perfect mogelijk een combinatie op te zetten van ``Rate Policies'' en ``Partitions''. De ``Rate Policies'' controleren de bandbreedte van de verschillende sessies binnen een klasse. De ``Partitions'' definieren de bandbreedte van een klasse. Aangezien de netwerk-verkeer-boom hiërarchisch is opgebouwd kan u een klasse specificeren om de bandbreedte van een groep van IP adressen te beperken. Stel bijvoorbeeld dat we deze klasse een partitie van de bandbreedte geven van 202Kbps ``burstable'' tot 453Kbps indien er overtollige bandbreedte is. Nu kan u binnen deze klasse voor verschillende sessies andere ``Rate Policies'' definieren. Bijvoorbeeld elke FTP sessie is beperkt tot 20Kbps, ``burstable'' tot de volledige bandbreedte beschikbaar voor de klasse wanneer er geen ander netwerkverkeer aanwezig is.

Wanneer iemand nu met behulp van een programma 's nachts een FTP sessie laat lopen, kan hij, aangezien er vermoedelijk geen ander verkeer aanwezig is op dit tijdstip, tot een breedte van 453Kbps geraken. Wanneer er echter op de lijn ook ander verkeer aan de gang is, kan zijn klasse niet meer beschikken over de overtollige bandbreedte en zal hij, verondersteld de enige van zijn segment, beschikken over een breedte van 202Kbps. Is zijn collega van hetzelfde deelnetwerk ook op het idee gekomen om op hetzelfde tijdstip gebruik te maken van het FTP, dan zullen ze de beschikbare breedte evenredig delen en elk 101Kbps krijgen. Als zij echter overdag gebruik maken van FTP, terwijl er ook massa's ander verkeer (van hun klasse) aanwezig is, zullen zij enkel zeker zijn van de toegekende minimale breedte van 20Kbps.

Het gebruik van ``Policies''

Aangezien elk netwerk verschillend is en zijn eigen noden kent, bestaat er niet zo iets als een algemene regel voor het bepalen van de te volgen politiek. Na verloop van tijd kunnen de eisen die u stelt aan het netwerk veranderen of kunnen er nieuwe vormen van verkeer bijkomen.

Op dit moment is de meest geliefde vorm van beheer voor TCP/IP verkeer de ``Rate Policy''. De PacketShaper is in staat de TCP pakketjes effectief te herschapen, aanpassen, zodat ze binnen de beschikbare bandbreedte door kunnen. De ``Priority Policy'' daarentegen past het verkeer aan door een wachtrij op te bouwen indien dit noodzakelijk is. Deze laatste oplossing is meestal niet zo krachtig en efficiënt als ``Rate Control''.

``Rate Control'' is ook geschikt voor het regelen van UDP verkeer. UDP heeft niet het verbindingsgeorienteerde controle mechanisme zoals bij TCP dat PacketShaper kan afhandelen. Maar UDP is nog altijd beter af met het regel-mechanisme dat PacketShaper gebruikt bij ``Rate Control''.

Noot:
Een belangrijke vuistregel is te beginnen met een ``Rate Policy'' met een gegarandeerde bandbreedte van 0, ``burstable'' met een zekere prioriteit, zonder limiet op de ``burst''. Doorloop de netwerk-verkeer-boom, die gevonden is door ``Traffic Discovery'' op uw netwerk, en ken relatieve prioriteiten toe6. Klassen waar geen prioriteit is aan toegekend zullen automatisch de standaard meekrijgen welke 3 bedraagt.

Bepalen van ``Policy Types''

Met behulp van Packetshaper's ``Graph'' optie is het mogelijk een visuele voorstelling te krijgen van de hoeveelheid bandbreedte die een bepaalde klasse heeft gebruikt. Bepaalde klassen gebruiken zo weinig bandbreedte dat ze meestal geen behoefte hebben aan een te volgen politiek. Meestal is het zelfs zo dat 3 of 4 ``Policies'', op de meest of minst belangrijke activiteiten, voldoende zijn om een efficiënte verdeling te maken van het netwerkverkeer. PacketShaper genereert voor dit soort analyses zeer handige taart-voorstellingen van het verbruikte netwerkverkeer.

Het is aan te raden minstens een verdeling te definieren voor HTTP, FTP en SMTP aangezien deze drie types het meest voorkomen en het meest elastisch zijn. Als we een ``Rate Policy'' voor deze drie definieren, kan PacketShaper deze drie met behulp van de ``TCP Rate Control Engine'' in goede banen leiden. Een goede begin regel is een ``Rate Policy'' met een gegarandeerde bandbreedte van 0Kbps, ``burstable'' op een prioriteit van 3, zonder ``burst'' limiet.

Als u niet echt zeker bent van welke ``Policy'' u dient te definieren, kan u steeds vertrekken van de ``Suggested Policy''. Voor onbelangrijk verkeer binnen uw netwerk7 is het zelfs niet noodzakelijk enige politiek te bepalen.

Andere ``Policy'' en controle configuraties

Bovenop de eerder gedefinieerde ``Partition'', ``Rate Policy'' en ``Priority Policy'' types bestaan er in de PacketShaper nog enkele meer gespecialiseerde types. Een overzichtje.

``Discard Policy''

Deze regel kan je vergelijken met een vorm van ``Firewall''. Het biedt de mogelijkheid om bepaalde trafiek die niet gewenst is compleet te negeren, zonder zelfs een TCP weigeringsbericht terug te zenden. Dit biedt voor sommige toepassingen een redelijke vorm van beveiliging door aanvragen van buiten uit direct te beëindigen. Het kan zelfs op een redelijke manier bepaalde servers onzichtbaar maken voor de buitenwereld.

``Never-Admit Policy''

Deze regel kan gebruikt worden om te voorkomen dat een server op bepaalde aanvragen antwoord. Hij kan ook gebruikt worden om deze TCP aanvragen direct te weigeren, of door te sturen naar een andere server of URL.

``Ignore Policy''

Wordt gebruikt wanneer trafiek van het ene subnet naar het andere gaat door de WAN router. Dit is perfect mogelijk zonder dat daarom deze trafiek naar buiten dreigt te lopen. Aangezien het dan waarschijnlijk niet nodig is voor de PacketShaper om zich met deze vorm van verkeer bezig te houden, kan hij deze best gewoon laten passeren.

``Admission Control''

Deze regel kan u helpen wanneer er een nieuwe vorm van verkeer opduikt die een gegarandeerde minimale bandbreedte vraagt die niet beschikbaar is. U kan hiermee de nieuwe weigeren, ``squeezen8'' of omleiden naar een andere URL. Zie ondertstaande figuur 4.



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/AdmissionControl.eps}}



Figuur 4.

Het controleren van ``Traffic Class'' activiteit.

Wanneer u de verschillende klassen en regels hebt gedefinieerd, kan u ze controleren met behulp van ``PacketShaper's Policy Console Traffic Class Summary'' venster. Deze laatste toont een samenvatting van de activiteit binnen de verschillende klassen.

Dit venster geeft een overzicht van alle klassen en geeft per klasse het aantal sessies, de huidige bandbreedte die wordt gebruikt en de piek die werd gegenereerd sinds de laatste reset weer.

Dit venster geeft een fragmentopname van het moment dat u op de ``Monitor'' knop klikte. U kan steeds een nieuw overzicht krijgen door op ``Update'' te klikken of door gebruik te maken van de ``Reload'' functie in uw browser. Hieronder in figuur 5 een voorbeeld.



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/MonitorVenster.eps}}



Figuur 5.

Analyse van de ``Top User''

Het is mogelijk om PacketShaper in te stellen om een overzicht te krijgen van de IP adressen die het meeste netwerkverkeer genereren of ontvangen binnen bepaalde klassen. Klik op het oortje of de microfoon in de ``Traffic Class Summary'' om dit overzicht te krijgen. Zie onderstaande figuur 6.



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/TopLuisteraars.eps}}



Figuur 6.

De volgende stap

Nu hebt u een goed idee wat PacketShaper allemaal kan. Maar om een verdere fijnregeling te bekomen verwijzen we liefst door naar de ``PacketShaper Reference Guide''. Hierin staan verder specificatie regels voor het aanpassen van snelheden per gebruiker of per server.

Hieronder volgt nog een kort overzicht van een aantal rapporten die PacketShaper voor u kan genereren.

Eerst en vooral is er het venster om de rapporten te genereren.



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/REportGenerator.eps}}



Figuur 7.

Een verslagje over het gebruik van de verbinding en de pieken



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/LinkGebruikPiekEnGRootte.eps}}



Figuur 8.

Het gebruik van de Partities



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/PartitieGebruik.eps}}



Figuur 9.

Overzicht van de verschillende servers per IP adres



\resizebox*{14cm}{10cm}{\includegraphics{ps/OverzichtvandeserversperIP.eps}}



Figuur 10.

Over dit dokument ...

Een PacketShaper voor Kahosl.

This document was generated using the LaTeX2HTML translator Version 99.2beta6 (1.42)

Copyright © 1993, 1994, 1995, 1996, Nikos Drakos, Computer Based Learning Unit, University of Leeds.
Copyright © 1997, 1998, 1999, Ross Moore, Mathematics Department, Macquarie University, Sydney.

The command line arguments were:
latex2html -no_subdir -split 0 -show_section_numbers /home/gandalf/PS2.tex

The translation was initiated by Debian Linux User on 2000-05-02


Voetnoot

... terminal.1
Wij hebben gebruik gemaakt van de command-line interface om de eerste configuratie te doen. Dit om meerdere redenen:

... ``touch-acces''2
Gebruik hiervoor het ``touch-paswoord''
... klasse.3
Normaal wordt er verondersteld vanuit de wortel van de boom een basis klasse te kiezen (``Inbound'' of ``Outbound'') en daarin een specificatie te doen. Maar PacketShaper laat ook toe om binnen de HTTP klasse van de ``Inbound'' traffiek een specifieke webserver apart te definieren.Met andere woorden het is mogelijk voor een bepaalde ``URL'' een ``TrafficClass'' aan te maken.
... 256Kbps4
Kilo bits per seconde
... prioriteit5
Hogere prioriteit is belangrijker verkeer.
... toe6
Zeven is de hoogste prioriteit en nul de laagste.
... netwerk7
De heel kleine of onzichtbare taartpuntjes.
... ``squeezen8
Hierdoor wordt er een minimale hoeveelheid van bandbreedte gebruikt om de aanvrager wakker te houden, de rest van de actie wordt in de wachtrij geplaatst tot de noodzakelijke bandbreedte vrij komt.

Debian Linux User 2000-05-02