S.C.H.C. anno 1996:
To get an impression of how SCHC developed
itself the last 90 years, one should first know a couple of facts about SCHC in 1996 to be
able to place these in a historical perspective.
So the following numbers show SCHC in the anniversary year
1.430 members
79 hockey
teams for senior teams consisting of:
19 men teams
(H1 overgangsklasse), 17 ladies teams (D1 overgangsklasse), 6 men veterans teams (national
Volvo competition KNHB) en 5 ladies veterans teams.
And for the juniors consists of:
18 boys
teams (A1 & B1 inter-district competition), 22 girls teams
6 crickett
eams
Fitness
hockey
9 board
members and one technical manager
Team
committees ladies, men en youth
Veterans en
youth coordinators
Match
secretaries seniors and juniors
Umpire
committee, except for men 1, ladies 1 and boys and girls A1,B1 all matches are being
umpired by SCHC (C) umpires
Anniversary
committee
9 pitches
from wich 3 artificial sand-turf with lighting
Club
magazine Stichtenaar, 61 years old with during the winter period weekly 24-28 pagines and
in the summer a separate cricket issue
Administraton
and management of reservations concerning renting of fields, requests for lighting, clubhouse and bar
Automated
members administration
U.G.H.C. anno 1906:
40 members
2 hockey
teams (men-seniors)
7 board
members
1 piece of
grass
S.C.H.C.
in historical perspective:
1906-1927 Pioneer fase
1906-1927 Utrechtse Mixed Hockeyclub
1913-1914 Ladies 1 National Champion
1922-1927 Stichtse Cricket Club
1927
Unification into
"S.C.H.C."
1927-1955 S.C.H.C.
period of the Kesslerfields
1940-1945
1945-1955
1955-1996
Heideparkfields
1958-1959 Men 1 National Champion
1973-1974 Major Leage mens hockey
1970-1996 S.C.H.C.
Ladies hockey
1981-1982 Major
Leage Ladies hockey
On 22nd of November 1906 the "Utrechtse
Mixed Hockey Club" was founded by initiative of members of the Utrecht
Student Corps and Genie-officers.
This meeting took place in hotel Restaurant Terminus at the Stationsplein in Utrecht.
The Genie-officers were based at the Kromhout base at the Prins Hendriklaan in Utrecht;
this base is still there while the earlier mentioned restaurant was destroyed when they
build city center "Hoog Catherijne".
The club started with 40 members, who paid a contribution of 2 - not devaluated - guilders
per year. In 1996 that amount has grown to 418 guilders yearly.
The hockey activities took place on a wet piece of grass at the border of the County
Utrecht, the Willem Barentzstraat around nr. 31. the entry gate to this terrain still
stands and lies at the backside of the Karel Doormanlaan behind the RVS towers.
The first board consisted out of the
following members:
| De heer |
F. van Loenen Martinet |
1st chairman |
| De heer |
P.Vos |
2nd chairman |
| Mejuffrouw |
E. van der Meulen |
1st secretary |
| Mejuffrouw |
L. Verloop |
2nd secretary |
| De heer |
H.A.M. van Hoffen |
treasurer |
| De heer |
M.J.W. Verloop |
commissary of equipment |
| Mejuffrouw |
H. Muller |
commissary of equipment |
In the clubs rules in those days the following
line says a lot: "The wearing of hatpins during the game is forbidden".
In 1898 the "Nederlandse Hockey- en Bandy
Bond" (Dutch Hockey and Bandy Union) was founded, strictly for gentlemen, since 1938
better known as Koninklijke Nederlandse Hockey Bond or Royal
Dutch Hockey Association (Link to KNHB).
(Bandy: English name for an ice sport which is a combination of soccer and hockey.)
In the season 1908-1909 the U.G.H.C.
participates for the first time to the official Dutch hockey competition with two men
teams.. Mr. Janette Walen from hockeyclub "Utrecht" is made boardmember in the
Hockey Foundation meeting at 26th September 1908.
Utrecht 1, placed in the division A of the
second class finishes second that year (behind "De Musschen"). The following
season Utrecht 1 becomes champion of that division but does not promote to the 1st class
since they lost in the promotion match against the champion of division B:
"Victoria".
In 1908 betrekt de hockeyclub
"Utrecht" overigens een droger speelterrein bij Heidepark in het dorpje
"Station De Bilt". Deze accomodatie kent de luxe van een klein houten huisje.
Alhoewel nog zeer primitief - zonder kleedgelegenheid - konden de dames zich links achter
de open deuren omkleden en de heren rechts. Met veel succes werd er een renteloze lening
van Fl. 5,- aandelen uitgeschreven waardoor er spoedig geld was om kleedkamers aan te
bouwen. Dankzij de vader van een der speelsters kwam er ook een pompinstallatie waardoor
er in stromend water voorzien was.
Penningmeester, W.C. Mees heeft de lening keurig afgelost.
In die tijd was de clubliefde van de leden zo groot dat zij de (zomer)vakantie gebruikten
om all (winter)schade weer in orde te brengen, zoals het verdelgen van mollen, het
aanbrengen van zoden in de slagcirkel, e.d. Elk jaar weer werd Sinterklaas gevierd waarbij
de leden geschenken gaven voor de inventaris en alles wat verder nodig was. De thee werd
zelf verzorgd en verder werd alles meegebracht. Een bonnenstelsel met maandelijks
afrekening met 5 cent per kopje thee leverde een winst van 50% op die werd besteed aan de
nodige extra's. Afgezien van verbeterde accomodatie betekent dit tevens een betere
verbinding met de binnenstad van Utrecht, de paardentram versus de ijzeren spoorweg.
Competitie heren, later ook wel dames, werd
afgewisseld door mixed-partijen. Vol animo werd geoefend in hardlopen en sprinten. Succes
bleef dan ook niet uit. Het Damesteam bleef drie jaar aaneen kampioen. In die tijd werd er
2x 45 minuten gespeeld met een oranje bal en een tweezijdige stick.
De grootste overwinning was 18-0 tegen Victoria.
Studenten en officieren werden lid, waaronder ook vele Afrikanen die in Utrecht
studeerden.
Pas
in oktober 1911 wordt de Dames Hockey Bond opgericht. Oprichters waren mevrouw
Walen-Froger en de dames Tromp en Dolleman.
De Utrechtse dames hebben zich daarom de eerste jaren moeten beperken tot het spelen van
vriendschappelijke wedstrijden. De nieuwe Dames Bond heeft met haar competitie al
onmiddelijk succes. Acht damesteams schrijven zich in voor de competitie en worden
ingedeeld in twee afdelingen. Het Utrecht 1 damesteam wordt met "T.O.G.O.",
"H.D.M." en "Victoria" ingedeeld in afdeling A.
In tegenstelling tot het heren 1 team behaalt
het Utrecht 1 damesteam reeds in het seizoen 1913-1914 haar eerste succes. Het wordt
kampioen van Nederland.
In datzelfde seizoen worden niet minder dan 5 Utrecht dames opgenomen in de selectie van
het Nederlands Damesteam dat in Engeland in internationaal verband gaat spelen. Ondanks
dat in aldaar de internationale spelregels gelden en niet ons spel met de
"sinaasappel", blijft het Nederlands damesteam met twee overwinningen en een
gelijk spel ongeslagen. De Utrecht speelsters in het Nederlands team waren de dames Bake,
Janette Walen, Key, Muller en Wijnstroom.
Het dorpje "Station De Bilt", waar
sinds 1910 het hockeyveld gesitueerd is, is inmiddels in de loop der jaren sterk in
inwonersaantal gegroeid. Deze groei is het gevolg van de toenemende trend tot een
"trek naar buiten" van uit de grote steden, in dit geval met name de stad
Utrecht. In 1917 besluit de gemeenteraad het "Station De Bilt" om te dopen in
"Bilthoven". Vanaf 1917 speelt de hockeyclub "Utrecht" voortaan in
Bilthoven, gemeente de Bilt.
Het Utrecht 1 herenteam in de afdeling II A,
menigmaal de gedoodverfde kampioen, moet helaas nog jaren wachten op promotie. Promotie
naar de eerste klasse - destijds de hoogste afdeling - wordt voor het eerst bereikt in
seizoen 1920 - 1921.
In verband met de in 1928 in Amsterdam te houden
Olympische Spelen komt in de Nederlandse hockeywereld de discussie op gang of nu de
Engelse- of de Hollandse spelregels gehanteerd moeten worden. Voor het seizoen 1925 - 1926
resulteert dit zelfs in twee afzonderlijke competities. De een met Hollandse- en de ander
met Engelse spelregels.
Het Bilthovense "Utrecht" heeft zich te lang aan de Hollandse spelregels
gehouden. Deze keuze blijkt voor "Utrecht" bijna fataal als in 1927 de Engelse
spelregels in Nederland algemeen worden ingevoerd. De meeste spelers blijken zich niet aan
de nieuwe speelwijze te kunnen aanpassen met als hockeyresultaat van 8 wedstrijden een
doelsaldo van 1 voor en 48 tegen. En masse hangen de "Utrecht" leden hun
hockeystick aan de Bilthovense wilgen met als gevolg dat het 1e klasseschap met
tien man verdedigd moet worden tegen de Haagse Lyce�sten. Resultaat: degradatie naar de 2e
klasse.
In 1921 laat Mr. J.H.H. (D�) Kessler, die zelf
voor de Haage Cricket Club speelt, in Bilthoven een (cricket)veld aanleggen ter plaatse
van de huidige Terborchlaan; een veld dat in kwaliteit zijn tijd ver vooruit zou blijken
te zijn. Een en ander komt andere cricketenthousiastelingen ter ore en een jaar later
wordt op 28 februari 1922 opgericht: de "Stichtse Cricket Club" ofwel
"S.C.C.".
Oprichters hiervan waren de heren Mr. J.H.H. (D�) Kessler en Jhr. G.F. (Hein) van Tets.
Al spoedig wordt het Bilthovense veld in de
cricketwereld een alom bekend begrip en vinden zelfs buitenlandse cricketverenigingen het
een eer om hierop te komen spelen. Ontmoetingen zoals de "Flamingo's - Free
Foresters" zijn hier regelmatig een voorbeeld van geweest.
Omdat het veld niet wordt gebruikt voor hockey heeft het in de winter rust en is daarom in
die tijd dan ook het kwalitatief beste cricketveld van Nederland.
Hoewel het veld in de eerste jaren voornamelijk
gebruikt wordt voor vriendschappelijke wedstrijden, wordt toch al in 1923 deelgenomen aan
de competitie van de Stichtse Cricket Bond.
In de jaren 1924 en 1925 wordt in combinatie met Hilversum - onder de naam
"Hilversum" - goede resultaten behaald in de 1e klasse, terwijl ook aan de
competitie van de Stichtse Cricket Bond wordt deelgenomen.
De combinatie met Hilversum blijkt echter niet ideaal te zijn en in 1926 probeert S.C.C.
het dan ook alleen in de 1e klasse en blijkt een redelijke middenmoter.
Als de heer Kessler in 1926 naar het buitenland
vertrekt, komen de internationale wedstrijden in Bilthoven helaas te vervallen. Dit brengt
de S.C.C. in zodanige financi�le problemen dat zij niet alleen verder kan gaan.
Zo kan geconstateerd worden dat begin 1927 in Bilthoven er
een zielentogende "Utrechtse Gemengde Hockey Club" en een noodlijdende
"Stichtse Cricket Club" op sterven na dood zijn.
Drie inwoners van Bilthoven met jeugdige kinderen,
belangstellenden voor zowel cricket- als de hockeysport nemen het initiatief tot de
vorming van een algemene sportclub in Bilthoven.
Het voorlopige comit�, betstaat uit de heren Ir. Th. M.
Mundt, Dr. Ir. W. Hupkes en J.M. Kakebeeke, besluit met 35 belangstellenden in Hotel de
Leyen op 15 mei 1927 op te richten: de "Stichtse Cricket- en Hockey
Club" ofwel kortweg "S.C.H.C.".
De leden van de "Utrechtse Gemengde Hockeyclub" en
"S.C.C." gaan vanaf 1927 verder onder de naam "S.C.H.C.".
Tegenwoordig zou men dit in eenvoudig Nederlands ongetwijfeld
als volgt hebben samengevat:
De Hockeyclub Utrecht en de Stichtse Cricket Club zijn per 15 mei 1927 een synergetische
fusie aangegaan met als doel een pluriforme sportbeoefening ten behoeve van Bilthoven,
gemeente De Bilt.
Voor de hockeyers betekent dit een verplaatsing van het oude
"mollenveldje" dat voor het Engelse spel volledig ongeschikt was, naar het
fraaie (cricket)veld aan de Vermeerlaan, later ook aangeduid als de
"Kesslervelden" (The Oval). De hockeyers hebben nu de beschikking over twee
hockeyvelden.
Ondanks goede voornemens en veel enthousiasme heeft het
nieuwe S.C.H.C. een moeizame start. De cricketafdeling heeft nog maar weinig leden en dus
weinig geld. Tussen hockey- en cricketleden is nog wel wat onbegrip en irritatie over en
weer, hetzij over het omploegen van het cricketveld door die gekloste hockeyschoenen,
hetzij over het bederven van de hockeyvelden door het leggen van een pitch van ca. 40
vierkante meter in die velden.
De twee sportculturen moeten nog even aan elkaar wennen.
Door het vertrek van enige prominente spelers gaat de
S.C.H.C. cricketafdeling met wisselend succes van start in de tweede klasse van de Nederlandse
Cricket Bond. Door de geringe populariteit voor cricket bij de Bilthovense
bevolking moet S.C.H.C. zich echter terugtrekken uit de N.C.B. Wederom wordt overgegaan
tot een combinatie met Hilversum.
Tot 1933 wordt onder de naam "Hilversum Bilthoven Combinatie" in de
overgangsklasse gespeeld, de latere I-B klasse. In 1931 en 1932 wordt weliswaar het
kampioenschap behaald, zonder promotie naar de 1e klasse. Bekende Stichtse
Cricketspelers (tevens hockeyers) in die jaren zijn de spelers: Labouchere, Hooft
Graafland en de gebroeders Breuning.
In 1934 wordt weer onder de naam S.C.H.C. deelgenomen aan de
Nederlandse cricket competitie.
Ondanks dat er geen kampioenschappen in de overgangsklasse worden behaald, blijft
S.C.H.C.-I in het Sticht een geduchte tegenstander evenals S.C.H.C.-II.
De Hockeyers, die nog steeds onder de naam
"Utrecht" uitkomen, behalen in het seizoen 1929-1930 hun eerste succes. Het
kampioenschap van de 2e klasse. Hoewel promotie naar de 1e klasse
uitblijft, kan worden overgestapt naar de nieuw ingestelde promotieklasse.
Een verdere verjonging van het eerste team brengt in 1934
heren I promotie naar de westelijke 1e klasse. In dat jaar gaan zowel hockey
als cricket voor het eerst deelnemen aan de competities onder de naam
"S.C.H.C.". Van 1934 tot en met 1937 speelt het hockey heren I team in de
hoogste afdeling.

Players of the team wich
promoted to the Westerly 1st class at the end of the season1933-1934:
Standing from left to right: Welsink, v. Donselaar, B.
Havinga, J. Havinga, Wolsak, Cuperus, Vriesendorp.
Sitting from left to right: H. Breuning, C. Breuning, Storm
van �s-Gravensande, Baarschers.
The club grows on healthy and has already more than 200
members.
New activities are started like:
a club magazine
with the name: "The Stichtenaar"
new committees to
lead the bigger club
foundation of a
separate hockey youth division (the 1st in Nederland) lead by Co Obbink
a 3rd
hockeypitch, situated between the cemetry and the C.Q. van Daalen-weide.
Then the second World War breaks out in 1940.
In de beginperiode van de bezetting kan de sportbeoefening redelijk vrij zijn gang gaan en
slaagt S.C.H.C. er in een Batavierenploeg naar Utrecht te krijgen, echter onder voorwaarde
dat er tegen een stadselftal wordt gespeeld en geen clubteam. Op 26 augustus 1940 vindt in
het Utrechtse stadion "Galgenwaard" een treffen plaats tussen het Utrechtse
elftal en de Batavieren. Het Utrechtse elftal betstaat uit 2 spelers van Kampong, 1 speler
van Voordaan en Baarn en 7 Stichtenaren, te weten: de heren Kok, Borren, van Manen,
Kakebeeke, ten Hoopen, Obbink en van Donselaar.
De overwinning van het Utrechtse team, 3-0, wordt gevierd in Hotel-restaurant Terminus in
Utrecht.
De bezetter wordt al snel actief op sportgebied en de
hockeyclubs ontvangen op 17 december 1940 een rondschrijven van het KNHB bestuur dat op
"dringend verzoek" van Karel Lotsy de diverse Nederlandse bonden aanbeveelt tot
��n organisatie te geraken.
De Nederlandse Dames Hockey Bond,
de Zuid-Hollandse Bond en de Zuid-Nederlandse Hockey
Bond worden opgeheven en worden onderafdelingen van het KNHB. Het voorlopige
bestuur van de hoofdbond van de KNHB wordt aangevuld met de praeses van de voormalige
NDHB. De voorlopige status heeft geduurd tot na de bevrijding. De KNHB zal daarna haar
naam nimmer meer wijzigen. Na de brief van 17-12-1940 wordt gedurende de oorlog overigens
wel stilletjes in het blad "Hockey Sport" de koninklijke "K"
verwijderd en heet de bond N.H.B.
De competities in alle afdelingen blijven in de oorlog
doorgang vinden inclusief promotie / degradatie wedstrijden en het kampioenschap van
Nederland. Zelfs in het seizoen 1943-1944 strijden Hilversum, P.W. en H.T.C.C. nog om het
kampioenschap van Nederland.
In 1940 wordt de S.C.H.C. cricketafdeling door de bijzondere
omstandigheden ingedeeld in de 1e klasse en speelt hierin ook in 1941. Door de
bezetting heeft de cricketcompetitie, meer dan bij hockey, een onregelmatig verloop. In
1942 wordt dan ook weer cricket gespeeld in de 2e klasse. Voor het cricket is
er in de jaren �44 en �45 geen sprake meer van een geregelde competitie.
In 1942 S.C.H.C. organises a simple and modest 3rd
lustrum (1927-1942) with an honorary match, friendly games and a youth tournament.
Om voor de S.C.H.C. jeugd in die moeilijke jaren iets te
doen, organiseert Co Obbink in het kader van de jeugdopleiding in 1943 een zeilkamp in
Friesland.
Tijdens dit zeilkamp komt Co Obbink door verdrinking om het leven in een poging om enkele
jeugdleden te redden. Een tragisch verlies voor S.C.H.C.
Uit archiefmateriaal en foto�s uit die periode blijkt
dat het hockey zeer veel publiek trekt, vooral bij belangrijke beslissings- en
vriendschappelijke wedstrijden, zowel op het S.C.H.C. terrein dat hiervoor erg in trek is,
als in het Wagener stadion. De kampioenswedstrijd H.D.M. � Venlo (0-0) is
hier een goed voorbeeld van en levert door de 0-0 overigens gemakshalve twee Nederlandse
kampioenen op.
Op 16 november 1945 verschijnt in "Hockey Sport" de
lijst met namen van de gesneuvelde hockey(st)ers. Op deze lijst komen gelukkig geen
Stichtenaren voor. Reden waarom S.C.H.C. geen eigen gedenkteken heeft en waarom door de
Stichtse na de totstandkoming van het monument in het Wagener stadion in Amstelveen extra
aandacht en begeleiding is besteed om wekelijks een bloemlegging te laten verzorgen door
vier steeds wisselende hockeyverenigingen.
Op 15 september 1946 vindt de onthulling plaats van "Het Monument in onze
Harten".
De wekelijkse bloemenhulde door de verenigingen zal zo�n 20 jaar geschieden en wordt
daarna voortgezet op offici�le gedenkdagen.
In het eerste hockeyseizoen na de oorlog spelen er al weer
zeven heren- en vier damesteams van S.C.H.C., waarbij de heren van start gaan in de
promotieklasse en de dames in de 1e klasse.
S.C.H.C. cricket gaat na de oorlog van start in de 2e klasse A. In 1948 moet
het cricket, na vertrek van steeds meer spelers, in 1949 uitkomen in de 3e
klasse. Het bestaan van de cricketafdeling hangt aan een zijden draadje en blijft
voornamelijk door het grote doorzettingsvermogen van de gebroeders van Benthem en de heer
Dubru bestaan. In 1951 viert het Stichtse cricket zijn wederoptreden in de 2e
klasse met een kampioenschap en promotie naar de 2e klasse A.
Hoewel de hockey resultaten van de dames en heren in de
naoorlogse jaren vrij pover blijven, bloeit het clubleven echter op. In 1951 telt de
"Stichtse" al meer dan 350 leden.
Door het overlijden van erelid Mr. J.H.H. Kessler op 3
september 1943 was het mogelijk geworden dat het Koninklijk Huis de
"Kesslervelden" en directe omgeving uit de nalatenschap kon kopen. Ondanks dat
na de oorlog met veel moeite nog enige verlenging van het huurcontract kon worden
verkregen, bleek het huren van deze vertrouwde locatie op langere termijn financieel niet
haalbaar en moest er worden omgezien naar een nieuwe locatie voor S.C.H.C.
Op 4 september 1948 wordt ter gelegenheid van een Utrechtse
sportweek in het stadion Galgenwaard de eerste kunstlicht-hockeywedstrijd in Nederland
gespeeld. Dit was het treffen tussen een Utrechts elftal en de Batavieren, 0-1. Stichtse
spelers in het Utrechtse team waren: Sywerts van Reesema, Kluyver, Berrevoets, A. en H.
Bloembergen, Snoep en Vos.
Thanks to the efforts of chairman Hans Blijdenstein,
treasurer Teddy Dubru and the local Government of Bilthoven S.C.H.C. returns in 1955 to
the Heidepark, where the "Heidemaatschappij" � as a logic result of their
name � had cleared a space for SCHC.

In 1955 komen hierdoor vijf uitstekende velden ter
beschikking van S.C.H.C. Op het 5e veld krijgt de plaatselijke
korfbalvereniging beperkte faciliteiten.
Op deze nieuwe locatie, later gedoopt tot de "Blijdenstein weide", is goed
hockey mogelijk hetgeen inspirerend werkt. Na promotie in 1955 naar de hoogste Westelijke
1e klasse levert dit reeds in seizoen �56-�57 een 2e
plaats in deze klasse op met slechts een geringe achterstand op Amsterdam.
In het seizoen �58-�59 slaat de Stichtse toe en
behaalt met 3 punten voorsprong op Laren het kampioenschap van de Westelijke 1e
klasse. Met Groninger studenten, D.K.S. en Venlo moet S.C.H.C. strijden om het
kampioenschap van Nederland. Een uniek feit met unieke gebeurtenissen.
Gedenkwaardig is de reis naar Groningen voor de wedstrijd
tegen de Groninger Studenten. De grote reis naar het Noorden wordt gemaakt door op de
botter van Jan Sauer over te steken van Huizen naar Lemmer. De Zuiderzee blijft gelukkig
rustig en het gezelschap, verrijkt met enkele Stichtse bestuursleden en de voor deze
wedstrijd aangewezen Westelijke scheidsrechter Herreburgh, bereikt zonder averij of
schipbreuk te hebben geleden het hoge Noorden.
Daar aangekomen op zondagmorgen wordt een ambtenaar van Rijkswaterstaat bereid gevonden om
de invasie per rijwiel te begeleiden om bij gesloten bruggen voor doorgang te zorgen. De
annalen vermelden niet of deze Waterstater tot aan Groningen is meegefietst.
Alhoewel in Bilthoven met 10-0 van de Groninger Studenten was gewonnen, behaalt S.C.H.C.
vijf minuten voor tijd een moeizame 0-1 overwinning. Maar ja de reis zat nog in de
zeemansbenen.
After a perfect reception with diner at the mensa of
Groningen the jurney back home is done for safety reasons by train.How and wether it did
or not, the ship of Jan Sauer came back is until now still unknow.
Also the ladies hockey is inspired and becomes champion in
the promotion class in the season �60-�61. Despite this championship they don't
promote to the 1st class.

National champion 1958-1959
Players of the team wich, at the end of the season 1958-1959 became
champion of The Netherlands:
Stading from left to right: F. Hooghiemstra, H. Both,
J.M. de Muinck Keizer, W. Herbers, J.C. van Coowillegen, R. Meijer, J.W.
Verloop, P. Verhoeff.
Kneeling from left to right: E. Zwier, B. Dorhout en de
reserves A. Mattart, J. Leenhuis.
(P. v.d. Laan is missing on this picture)
Evenals na de 2e wereldoorlog zijn de hockeyers
actief met mixed hockey wedstrijden, jaarlijkse hockeydagen en bekerwedstrijden,
georganiseerd door de K.N.H.B. Deze activiteiten groeien naar een groot aantal tournooien
van de verenigingen, begeleid door de K.N.H.B., voor zowel dames, heren, senioren,
junioren, veteranen, alsmede bedrijfshockey.
Historisch gezien is voor onze vereniging het "Obbink-Tillemijn (Zwaardemaker)"
jeugdtournooi het belangrijkste tournooi.
De cricketafdeling bloeit weer op en draait op volle toeren.
In 1962 resulteert dit � voor het eerst na ruim 20 jaar � in promotie naar de 1e
klasse in de afdeling B, de cricket "promotieklasse".
During the years the cricket- and hockey results remain
excellent.
In het lustrumseizoen �61-�62 behalen de
"Golden Boys" van het heren 1 hockey nog een zilveren 2e plaats
in de westelijke 1e klasse achter kampioen Amsterdam.
Los daarvan treden prestaties van diverse individuele S.C.H.C. spelers en speelsters op de
voorgrond en zijn zij op diverse internationale tournooien actief, waaronder de Olympische
Spelen.
In her existence from 1927 until 1962 S.C.H.C. brings forth
the following hockey internationals: Hooghiemstra (43x), van Gooswilligen (35x), Zwier
(30x), Leemhuis (28x), Herbers (4x), Both (2x), Cuperus (2x voor de oorlog), Overdijkink
(3x) en J.W. Verloop (1x).
Met name in de periode 1957-1962 is S.C.H.C. een regelmatige
hofleverancier van het Nederlandse herenhockey team. Van de in totaal 148 uitverkiezingen
vinden er daarvan liefst 111 plaats gedurende deze jaren. Een illustratie van de
Stichtse hockey kwaliteit uit die tijd.
Op 13 september 1947 werd besloten tot het aanvaarden van een
Hoofdklasse, maar de invoering daarvan werd minstens 2 jaar opgeschort. Deze opschorting
duurde echter ruim 25 jaar.
Tot aan de invoering van de Hoofdklasse was de competitie regionaal opgezet voor Noord,
Zuid, Oost en West. Reserve teams konden in dezelfde klasse spelen als het eerste team. Zo
speelden voor de oorlog Gooi I en II in de Westelijke 1e klasse.
In �74-�74 worden Amsterdam, H.G.C., Kampong en
Schaerwijde uit regio West, 4 teams uit Zuid, 2 teams uit Noord en 2 uit Oost ingedeeld in
de heren Hoofdklasse. Onder de Hoofdklasse wordt eerst een 1e klasse geformeerd
met drie afdelingen van elk 10 teams. S.C.H.C. speelt in de 1e klasse A.
Alle 1e elftallen worden de standaard teams en de overige elftallen heten
reserve teams en spelen voortaan in een reserve klasse.
In het seizoen �80-�81 zijn er ��nmalig twee Hoofdklassen van 10 teams met
S.C.H.C. en Kampong in de afdeling B. In het seizoen daarna speelt S.C.H.C. een klasse
lager, de Overgangsklasse.
In 1984 keert S.C.H.C., onder bezielend coach: Ren� Winteraaken weer terug in de
Hoofdklasse waarin we tot en met het seizoen �92-�93 zullen blijven spelen; met
als beste resultaat een 6e plaats. Bekende namen uit die tijd zijn o.a.:
v.d. Meer, W. v. Esveld, Vosters, de Vink, J. Mundt, Haandrikman,
Poortenaar, Beentjes, gebr. Brinkman, gebr. v. Gessel, Marree en Hemelraad.
In het seizoen �94-�95 blokkeert Victoria, zoals in 1910 ook al het geval was!,
Heren 1 de weg naar de hoogste afdeling van de KNHB. In 1996 moet Heren 1, met slechts
��n punt verschil, promotie toestaan aan E.H.V. uit Enschede.
Het jaar daarna verruilden S.C.H.C. en E.H.V. van plek. In een zinderende finale van het
seizoen werd S.C.H.C. kampioen en mocht derhalve terugkeren in de Hoofdklasse.

In the season �97-�98 Pinok� lost the race against
degradation to S.C.H.C. (both teams had the same gamepoints but SCHC had better goal
for/against figures). This happened in the last match of the season. Pinok� had to win
with more than 1 goal difference from SCHC but the final score was 2-1. Funny enough the
same scenario happened in '91-'92. Also in the last match of the season Pinok� dropped
out of the Major Leage against SCHC. L�histoire se rep�te.
In the season �70-�71 ladies 1st team promotes from
the 2nd to the 1st class and the following season
even becomes second in the end ranking behind Amsterdam. In the season �73-�74
they fall down one level to the 2nd class and in �77-�78 again
further down to the 3rd class.
The Major Leage for woman is introduced copied from the model
of the men with standard (1st) teams and reserve teams (2-xx) in reserve classes.
From the bottom of the 3rd division in
�78-�79 S.C.H.C. ladies 1 climbs up and plays one level under the Major
Leage since�90-�91.
Ladies 1 reaches in the anniversary year 1996 the 3rd place in the
"Overgangsklasse".
A last memorable thing happened in the anniversary year
�96: At S.C.H.C. youth hockey a recordbreaking number of 6 players of boys A1
were chosen for the preliminary selection of the National Youth team (National under 18
selection).
TO BE CONTINUED (UNDER
CONSTRUCTION)