|
IK
BLEEF ACHTER!!
Ik stond voor een groot raam en keek naar buiten.
Het huis waarin ik was stond op een heuvel en was omringd door bergen. Ik
keek uit op de velden onder aan de heuvel. Het was een prachtige dag.
Ik kon niet zeggen hoe laat het was, maar het leek er op dat het achter in de middag was want de zon begon alreeds te dalen achter de bergen. Plotseling zag ik ver boven de bergen, vanuit de ruimte een soort ruimteschip afdalen. Het was heel groot en toen het aan het dalen was draaide het ruimteschip een beetje en ik kon de grote letters lezen die erop geschreven stonden. De naam van het ruimteschip was: HET NIEUWE JERUZALEM. Het luchtschip kwam steeds lager en bleef uiteindelijk in de lucht hangen boven het huis waarin ik mij bevond. Waar ik stond kon ik het ruimteschip duidelijk zien. Plotseling zag ik de deuren van het ruimteschip opengaan en verschillende grote engelen kwamen eruit en vlogen weg in alle winderichtingen. Even later zag ik ze terugkeren en onder hun armen hadden ze bundels met mensen, die ze terug in het schip brachten en daarna gingen ze weer weg om nog meer mensen te halen. Ik vroeg mij af wat dit betekende. Maar ik bleef rustig staan. Ik dacht bij mezelf, Ze zullen mij ook wel komen ophalen. Voor zover ik wist was alles ok met mij en was ik klaar om weg te gaan. Niets tussen mij en mijn Heiland, dacht ik. Dus bleef ik gewoon rustig staan wachten tot de engelen mij zouden komen halen. Maar toen opeens zag ik hoe de deuren zich sloten en het ruimteschip begon weg te vliegen. Ze hadden mij achter gelaten! Ik was geschokt, ik rende naar de deur en naar buiten. Misschien als ik riep zouden ze zien dat ik nog hier was en mij alsnog komen halen. Er was vast een vergissing gemaakt. Dit kon mij niet gebeuren. Maar toen ik buiten kwam was het ruimteschip al verdwenen. Ik kan u niet vertellen hoe ik mij voelde. Het was afschuwelijk!!
Ik stond daar, geschokt en in totaal ongeloof. Ik zag hoe andere mensen
bezig waren de heuvel op te klimmen, ze hadden tassen en bundeltjes onder
hun armen, alsof ze op vakantie gingen. Zij waren net zo verbaasd als ik
dat het schip zonder hen vertrokken was.
Een man zei: “nou ja, dan zullen we de gevolgen onder ogen moeten zien”. En toen hoorde ik een stem zeggen: “Bidt dat je waardig bevonden zult worden….” Ik werd wakker, want het was een droom , met een bonzend hart en ik riep uit: “Heer, U heeft mij achter gelaten. Waarom? Ik begrijp het niet!” De droom was zo reëel dat ik opstond, vijf uur morgens vroeg en naar buiten keek om te zien of dit werkelijk gebeurd was en of er iets veranderd was. Toen zag ik mijn echtgenoot naast mij liggen in bed. In mijn gedachten kwam de tekst:”Twee zullen er in bed liggen en een zal meegenomen worden en de ander achter gelaten (Lucas 17:34) en ik slaakte een zucht van opluchting! Het was maar een droom, ik kon mijzelf nog bekeren. Ik riep uit naar de Heer en vroeg Hem mij te laten zien wat er aan de hand was. “Alstublieft Heer, ik wil niet achter gelaten worden!” Het eerste wat de Heer mij liet zien was dat er Trots en Hoogmoed in mijn hart was en nog andere dingen waarvan ik mij onbewust was. Ik ben zo dankbaar dat Hij mij deze gelegenheid gegeven heeft en ik zal nooit meer vanzelfsprekend aannemen Dat alles met mij ok is. Ik weet nu wat het betekent om DE HERE TE VREZEN! Ik dacht aan wat Hij gezegd had in mijn droom: “Bidt dat je waardig bevonden mag worden…” Ik ging zoeken in het Woord van God en vond twee teksten die van toepassing waren op de droom. Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen. (Lucas 21:36 ) zodat wij zelf over u roemen bij de gemeenten Gods, vanwege uw volharding en uw geloof onder al uw vervolgingen en de verdrukkingen, die gij doorstaat: een bewijs van het rechtvaardige oordeel Gods, dat gij het Koninkrijk Gods waardig geacht zijt, voor hetwelk gij ook lijdt, indien het inderdaad recht is bij God, aan uw verdrukkers verdrukking te vergelden, en aan u, die verdrukt wordt, verkwikking tezamen met ons, bij de openbaring van de Here Jezus van de hemel met de engelen zijner kracht, in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen. Dezen zullen boeten met een eeuwig verderf, ver van het aangezicht des Heren en van de heerlijkheid zijner sterkte, wanneer Hij komt, om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en met verbazing aanschouwd te worden in allen, die tot geloof gekomen zijn, (2 Thess 1:4-10) Ik dacht na….”dat gij in staat moogt wezen te ontkomen…” Wat te ontkomen? Ik geloof dat beide teksten verwijzen naar dezelfde gebeurtenis. In het gebed dat Jezus ons leerde, bidden wij: “Leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwade.” (Heer laat ons alstublieft niet door het vuur hoeven gaan). Heeft u ook wel eens, net als ik, met volle borst gezongen: “Zendt Uw vuur Heer!” Nou dat gaat dus hierover. In mijn artikel “Gods reinigend vuur” schreef ik over Mattheus 13 vanaf vers 41. U kunt dit artikel vinden op mijn Homepage onder “Profetisch”. In het reinigend vuur van de Heer bevinden zich twee soorten mensen. Degenen die wenen zijn de Overwinnaars. Zij zullen ontkomen aan het oordeel, en niet verwijderd worden van het aangezicht van de Heer op die dag dat Hij komt om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen. Deze tekst in 2 Thess. Gaat niet over het hiernamaals. Wij staan op de drempel van de openbaring van de Heer in Zijn heiligen in Zijn heerlijkheid en Zijn sterkte. Bidt dat U waardig mag worden bevonden…! De mensen die beginnen te knarsetanden in het vuur zijn de rebellen. Jezus zal tegen hen zeggen: “Ik heb u nooit gekend”. (Matt. 7) Ik wil dit artikel afsluiten met een persoonlijke getuigenis. Een paar weken geleden moest ik naar de internist om toestemming te krijgen voor een operatie aan mijn ogen. Ik heb diabetes sinds 1987. En toen ik dat pas ontdekt had, beloofde de Heer mij dat Hij mij een dag zou genezen. Dus wat deed ik? Ik leefde in totale ontkenning al die jaren. Ik disciplineerde mijzelf niet en hield geen dieet. Ik moest pillen innemen en vond dat ik eea goed onder controle had. Niet dus. Ik moet toegeven dat ik mij de eerste maand van dit jaar (1998) niet erg goed gevoeld had. Mijn huisarts maande mij aan het rustiger aan te doen en mijn antwoord was: “Wat doet u wanneer mensen zeggen dat u het rustig aan moet doen, terwijl u het zo druk heb?” Ik had het druk, bijeenkomsten regelen, sprekers onderdak geven, hen rondrijden en vertalen… dus daar bleef het bij. Zij zei niets meer en lachte alleen. En nu was ik bij de internist. Hij keek naar de resultaten van het bloedonderzoek en zei:” ga je koffertje pakken, ik laat je nu in direct in het ziekenhuis opnemen.” Ik was geschokt, ik moest naar het ziekenhuis omdat ik moest leren mijzelf met insuline te injecteren. Mijn bloedsuikerwaarden waren erg hoog en totaal ontregeld. “U bent te jong”, zei de internist. Dit gebeurde twee dagen na deze droom, nadat ik de Heer had gevraagd mijn hart te reinigen, zodat ik niet achter gelaten zou worden. Thuisgekomen ging ik naar de Heer en jammerde: “ U had beloofd mij te genezen, tien jaar geleden, waarom deed U het niet?” Ik kreeg geen antwoord, dus stond ik op en ging naar de brievenbus. Daar was een brief van een profetische vriendin, Teri Earl en zei schreef dat ze van beroep verpleegster was en dat ze gezien had hoe vele rebelse mensen die weigerden zichzelf te disciplineren nu blind waren of in een rolstoel zaten. Alstublieft, ik zeg niet dat u uzelf in een zelfde positie bevindt omdat u rebels was. Dit was een direct woord van God voor mij, niet voor u. Ik had dit nog nooit zo gezien. Ja ik was rebels. Ik had goede raad niet opgevolgd. Ik wist het altijd beter. Mijn hart was vol rebellie! Weer werd mij een spiegel voorgehouden. Dank U Vader, dat U mij de conditie van mijn hart laat zien, zodat ik mij kan bekeren! Ik vroeg de Heer mij te vergeven en Hij zei tegen mij :”Kind, Ik houd van jou en Ik ben nu bezig jouw karakter te veranderen en wanneer Ik tevreden ben met het resultaat, genees Ik jou.” Natuurlijk ben ik niet volmaakt, absoluut niet! Maar de Heer werkt in mij, zodat ik niet achtergelaten zal worden! Froukje, Oss, 20 februari 1998 (vertaald uit het engels, 4 december 2003) |