OVER PROFETEN GESPROKEN                                                                                                                                                                 OVER PROFETEN GESPROKEN 

Hoofdstuk 4


HOE WEET IK DAT IK EEN PROFEET BEN?

In de Bijbel lezen we dat wij Gods maaksel zijn, geschapen in Christus Jezus om de goede werken te doen die God van tevoren voor ons voorbereid heeft (Ef. 2:10).  In Heb 3:1,2  worden wij deelgenoten der hemelse roeping genoemd. Wat betekent dat, wat is onze hemelse roeping? Wat zijn dat voor goede werken die God voor ons voorbereid heeft?

In de meeste kerken doet de pastor of de predikant bijna alles zelf. De leden van zijn gemeente betalen voor zijn diensten.  Ze dragen ook bij aan de kosten voor het onderhouden van het gebouw waar zij bij elkaar komen, soms zelfs drie keer per week. Ze verwachten dan gevoed te worden en daarna gaan ze weer naar huis. De volgende week komen ze weer terug om gevoed te worden, om nog een geestelijke maaltijd te nuttigen waardoor ze de volgende week weer aan kunnen. Ik hoorde een pastor een keer zeggen: Wanneer je naar een restaurant gaat, betaal je voor je voedsel, dus moet je ook geld geven aan de kerk want daar word je ook gevoed. Hij zei niet, Wanneer je het voedsel niet goed vindt wat er wordt opgediend, ga dan naar een ander restaurant. Hij zei ook niet, Wanneer er iets verkeerd is met het voedsel dat hier wordt opgediend kun je je beklag doen en je geld terug eisen. Je kunt opstaan en het restaurant verlaten. Ik vraag me af wat er zou gebeuren, als we dat werkelijk zouden doen? Ik heb vaak diensten bijgewoond waarin ik moeite had om wakker te blijven terwijl de pastor aan het spreken was. Hij serveerde opgewarmd eten of hij preekte een boodschap van iemand anders, niet wat hij zelf van de Heer ontvangen had voor de gemeente. Ik heb zelfs eens in een dienst gezeten waar de pastor preekte over iets wat hij gelezen had in het tijdschrift Het Beste. Ik zeg dit niet om de draak te steken met de predikers of ze te beledigen. Maar toch vraag ik me af wat er zou gebeuren wanneer in zo’n geval, de mensen op zouden staan en de deur uit zouden lopen. Maar natuurlijk is dit niet zoals het moet zijn in de kerk. Dit was nooit Gods bedoeling. Het gebouw is niet de kerk, wij zijn de kerk! Onze lichamen zijn de tempel van de Heilige Geest. Uit ons binnenste stroomt een rivier van levend water en wanneer wij bij elkaar komen om samen God te aanbidden en ieder het zijne bijdraagt en uitdeelt wat hij/zij ontvangen heeft van de Heer dan kan elke rivier stromen en voeden wij elkaar en op die manier zijn wij deelgenoten der hemelse roeping. Wij zijn samen met elkaar de voorraadkamer, niet het kerkgebouw.

Er zijn drie hoofdstukken in het Nieuwe Testament die spreken over gaven. Het eerste hoofdstuk is Romeinen 12 en dit hoofdstuk gaat over wat wij de genadegaven noemen. Dit zijn de gaven en de talenten die God ons meegegeven heeft voordat wij geboren werden.

uw ogen zagen mijn vormeloos begin; in uw boek waren zij alle opgeschreven, de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond. (Ps 139:16)

Voordat de wereld was gemaakt had God een boek waarin onze namen stonden en ook Zijn plan en doel voor ons leven. Dat zegt de Bijbel. God weet welke aanleg en talenten wij nodig hebben om de werken te doen die Hij van tevoren voor ons voorbereid heeft.

en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt. (1Cor 12:6)

Wanneer God u geroepen heeft om een profeet te zijn, zult u zich ervan bewust geworden zijn dat u zekere talenten en aanleg heeft, die anderen niet hebben. U bent in staat om het boven natuurlijke aan te raken. Dat vermogen kreeg u mee voor uw geboorte en wanneer u nooit tot bekering komt dan zal een waarzeggende geest in u komen wonen in plaats van de Heilige Geest en die zal dan gebruik maken van dat vermogen. Naast dit talent heeft u nog andere talenten ontvangen. Misschien een muzikaal talent of een leiderschap talent of een talent om te onderwijzen. Er zijn 7 genade gaven: profetie (het vermogen om in het bovennatuurlijke te bewegen), dienen, onderwijzen, vermanen/bemoedigen, mededelen, Leiding geven, barmhartigheid bewijzen. Ik heb een cursus gevolgd over deze gaven. Aan het einde van de cursus was er een test die men kon doen om uit te vinden welke van die gaven nu eigenlijk het sterkst ontwikkeld waren in ons leven. Maar wat er met die cursus niet goed was, was het feit dat men begon om de mensen in hokjes onder te brengen. Ik hoorde iemand b.v. zeggen, Ik ben een leider, dienen is niet mijn sterkste punt.  Ik heb die test ook gedaan samen met mijn echtgenoot en de uitkomst was wel grappig. Mijn man had sterke punten voor barmhartigheid en dienen en ik voor profetie en leiding geven. Als het nu omgekeerd was geweest dan paste e.e.a. goed in het kerkelijke plaatje, maar nu dus niet!!  Nevil McDonald, onze junior pastor in die tijd keek naar de resultaten van onze test en barstte in lachen uit. Nou, alleen God kon deze combinatie gemaakt hebben, zei hij. Maar zo werkt het niet.

Ten eerste vormen deze gaven het karakter van onze Here Jezus en wanneer u dus niet zo hoog scoort met bepaalde gaven dan is het de bedoeling dat die gaven wel ontwikkeld worden in uw leven. Want het Woord zegt dat wij bestemd zijn tot gelijkvormigheid aan het beeld van Gods Zoon. (Rom 8:29). U zult nog steeds uniek zijn en als het ware een bepaalde geur hebben. De gaven die God u gaf voor uw geboorte zullen altijd het sterkst ontwikkeld zijn, want die heeft u nodig voor het werk waarvoor God u geroepen heeft. Ten tweede moet u elk hoofdstuk over de gaven in zijn geheel lezen. Wanneer u dat doet zult u zien dat elke van deze hoofdstukken eindigt met de boodschap dat wij elkaar moeten liefhebben en respecteren en dat wij niet moeten denken dat wij beter zijn dan  onze broeder. We moeten juist denken dat de ander meer belangrijk is dan wijzelf. Deze gaven zijn er om ons te helpen elkaar te herkennen en eensgezind met elkaar te wandelen.

maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.  En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde.
(Ef 4:15-16)


Niet iedereen is geroepen om een profeet te zijn. Iedere gelovige kan profeteren door de gave van profetie. Die gave vinden we in 1 Cor 12. De gaven in dat hoofdstuk zijn de gaven van de Heilige Geest.

Er is verscheidenheid in gaven, maar het is dezelfde Geest; (1 Cor 12:4). (De Statenvertaling geeft hier een betere vertaling dan de NBG Bijbel.)

Gaven van de Geest worden ze hier genoemd, die gaven zijn niet van ons. De enige gave die wij hebben ontvangen is de Heilige Geest. Hij leeft in ons en is met ons. Hij is als het ware de Ploegbaas. God is de Architect en Jezus is de Bouwer. De Ploegbaas heeft een kist vol gereedschap en wanneer wij erop uitgestuurd worden om iets te doen, geeft de Heilige Geest ons alle gereedschap die wij nodig hebben om die taak uit te voeren. Ik geloof dat dat is wat Nicodemus bedoelde. Hij zei tegen Jezus:

Want Hij, die God gezonden heeft, die spreekt de woorden Gods, want Hij geeft de Geest niet met mate. (Joh 3:34)

In andere vertalingen lezen we dat de volle maat van de Geest wordt gegeven aan de man die God gezonden heeft. (Alle gaven die men voor de taak benodigt).

Dus de tijden dat God u er niet op uit stuurt bent u gewoon Zijn kind, een waardevol kind, zelfs wanneer u niet de hele tijd aan het rond rennen bent voor God, maar gewoon tijd doorbrengt in Zijn tegenwoordigheid.  Wat is het heerlijk om in die rust te kunnen zijn. Zou dit de rust zijn waarover we lezen in Hebreeën 4? We hoeven niet de hele tijd onszelf te bewijzen dat wij profeten zijn. De mensen om u heen zullen zien dat u werkelijk een profeet bent.

Maar nu hebben wij nog niet de vraag beantwoord. Hoe weten wij nu dat we geroepen zijn als profeet? Er zijn een paar richtlijnen in de Bijbel:

Toen zeide Hij: Hoort nu mijn woorden. Indien onder u een profeet is, dan maak Ik, de Here, Mij in een gezicht aan hem bekend, in een droom spreek Ik met hem. (Num 12:6)

God Zelf roept Zijn profeten en u zult het weten. Misschien roept God u in een visioen of een droom en misschien hoort U Zijn stem, zoals Samuel. Maar Hij zal Zich aan u bekend maken.

Ik kan me nog goed herinneren hoe God met mij sprak 33 jaar geleden. Eigenlijk riep God mij eerst bij mijn naam toen ik 9 jaar oud was. Maar ik kwam pas werkelijk tot bekering in 1969. Jezus kwam naar mij toe in een droom en God geeft mij nog steeds dromen en visioenen en Hij openbaarde Zichzelf ook aan mij door Zijn Woord. De tekst hierboven uit Numeri 12 was de eerste tekst die God mij gaf, aangaande mijn roeping en ik wist wat Hij wilde zeggen, want dat was mijn ervaring. In die dagen bezocht ik een Volle Evangelie Gemeente en bijna elke zondag, wanneer de pastor mensen uitnodigde om te getuigen, had ik iets om te delen. Of een droom of een visioen, welke ik die week had gehad. De pastor lachte dan tegen mij en zei, Dankjewel zuster, weer eens heeft de Heer door jou mijn boodschap bevestigd. Ik was gezegend omdat ik een herder had die ruimte maakte voor mij en anderen om onze gaven te beoefenen. Dit gebeurde dus heel vaak, maar pas later begon ik ook te profeteren, toen ik wat ouder was in de Heer en onderwezen werd over de gaven en de beweging van de Heilige Geest. Met een klein groepje kwamen wij wekelijks bij elkaar in een huiskamer en werden daar onderwezen door een dierbare broeder Arthur Morris over de werkingen van de Geest. Dat was zijn bediening, hij was een bemoediger en zorgde voor ons zoals een vader en moeder zorgen voor hun jonge kinderen. Onder zijn leiding leerden wij profeteren en boodschappen brengen in tongen en die vertalen enz. Kort nadat de Heer mij die tekst had gegeven in Numeri 12:6  kwam er een andere man van God in onze kerk. Deze man werd later mijn geestelijke vader. Pastor Nipper, een man die heel dicht bij God liep. Ik kan mij nog goed herinneren wat gebeurde toen hij de eerste keer naar onze kerk kwam. Ik zat met mijn rug naar het gangpad en voelde als het ware een wind achter langs mij voorbij gaan. Ik draaide mij om om te zien wat dat was en zag pastor Nipper naar voren lopen. Wat ik toen voelde was de tastbare aanwezigheid van de Heilige Geest , die altijd bij hem was. Deze pastor Nipper profeteerde over mij die eerste keer en de Heer zei, Ik zal je dingen laten zien en jij zult het aan de mensen vertellen. Dat was een bevestiging voor mij. Sindsdien zijn er vele profetieën geweest, die bevestigden dat God mij geroepen had om Zijn mondstuk te mogen zijn zo af en toe, zoals Hij dat wil en dan functioneer ik als een profetes.

en er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Here; (1 Cor 12:5)

Het laatste hoofdstuk over de gaven is  Efeziers 4. Dat zijn de gaven van Christus aan Zijn kerk.

En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars,  om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus (Ef 4:11) 

Het einddoel was dus weer dat wij  allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus. (Ef 4:13)

Jezus is Zelf onze Apostel, Profeet, Leraar, Evangelist en Herder. Hij is ons voorbeeld en uit Zichzelf goot Hij deze gaven in het Lichaam van Christus om de heiligen toe te rusten voor de bediening waartoe God hen geroepen heeft. Om hen tot volwassenheid te brengen, zodat zij hun rechtmatige plaats kunnen innemen in het Lichaam van Christus en van daaruit hun bediening kunnen uitoefenen. Wanneer wij volwassen worden in onze bediening, ontvangen wij van God een apostolische mantel en dan zijn wij in staat aan anderen door te geven wat wij zelf ontvangen hebben.

  

Home Page Gemaakt en Bewerkt 24 Oktober 2003 en geschreven door  Bergman Johannes  Homepage http://www.johannesjohn.coolix.com/