Het is een bekend feit dat de profeet meestal kijkt door een bril met zwart-witte lenzen. Iets is goed of slecht. Er is niets tussen in. Genade is een gave die maar langzaam groeit in het karakter van een profeet en het groeit het meest wanneer de profeet door een stukje lijden gaat in zijn leven. Wanneer de profeet uitvindt dat hij niet onfeilbaar is en ook zwakke plekken heeft, zal hij meer genade hebben voor iemand anders die in fouten vervalt. Dit geldt natuurlijk ook voor vrouwelijke profeten.

In 1 Cor. 13 vinden we een heel hoofdstuk dat gewijd is aan de liefde. Niet aan menselijke liefde maar aan Gods liefde.

Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, IK WARE NIETS. (1 Cor13:2)

 ‘Ik ware niets’. Nou, wat een uitspraak!  Ik heb dit schriftgedeelte degelijk onderzocht met behulp van mijn Strong’s Concordantie om uit te vinden wat hier nu eigenlijk gezegd wordt. Het liegt er niet om!  Dit is wat er eigenlijk staat:

Zelfs als ik de gave en het vermogen heb om Gods gedachten te kennen en ze door te geven aan anderen en ik kan begrijpen en zien wat normaal alleen gezien kan worden door goddelijke openbaring en ik bezit alle kennis over geestelijke dingen en ik ben in mijn relatie met u:





Wanneer u deze lijst doorleest, zoals ik ook gedaan heb, en u bent heel eerlijk met uzelf, dan zou het kunnen dat u hier toch eigenschappen zult vinden die ook op u van toepassing zijn. Nou is dat geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten en op te geven. We hebben Gods trouw bestudeerd en we weten dat we ons eigen hart niet kunnen veranderen. Gebrek aan liefde is een conditie van het hart. God moet een werk doen in ons hart en Hij wacht tot wij naar Hem toekomen en Hem vragen ons te veranderen. In de Bijbel vinden we Moab, die te trots was en niet wilde veranderen.

Moab heeft van zijn jeugd af rust gehad; het heeft stil op zijn droesem gelegen, het is niet overgegoten van het ene vat in het andere, en het is niet in ballingschap gegaan; daardoor is zijn smaak hem gebleven en is zijn geur niet veranderd. (Jer 48:11)

Zijn geur is niet veranderd, zegt de Bijbel. Hij heeft stil op zijn droesem gelegen.  In het boek Sefanja lezen we dat de dag des Heren komt als een dag, waarin God Zijn kerk zal onderzoeken en oordelen.

Zwijg voor het aangezicht van de Here Here, want nabij is de dag des Heren; want de Here heeft een offermaal bereid; Hij heeft zijn genodigden geheiligd. Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en Hij doet geen kwaad. (Sef 1:7,12)

Het goede nieuws is, dat er geen veroordeling is voor diegenen die in Christus Jezus zijn en naar de Geest wandelen ( Hem toelaten hun hart te veranderen). God houdt ons verantwoordelijk voor wat wij weten. Wanneer wij God toelaten een werk in ons hart te doen dan zullen we utivinden dat elke keer als God weer iets gedaan heeft in ons hart, onze zalving  groter wordt en wij meer autoriteit krijgen. Paulus wist dit ook en schreef aan de Corinthiers:

Nu raakt het mij zeer weinig, of ik al door u of door enig menselijk gericht beoordeeld word. Ja, ook mijzelf beoordeel ik niet.  Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik niet gerechtvaardigd; Hij, die mij beoordeelt is de Here.  Daarom, velt geen oordeel voor de tijd, dat de Here komt, die ook hetgeen in de duisternis verborgen is, aan het licht zal brengen en de raadslagen der harten openbaar maken. En dan zal aan elk zijn lof geworden van God. (1 Cor4:3-5)

We lezen ook in de Bijbel:

Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen;  en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wel iets is, zijn kracht te ontnemen,  opdat geen vlees zou roemen voor God. (1 Cor1:27-29)

Het is voor ons dus heel belangrijk om uit te vinden hoe God te werk gaat, wanneer Hij ons hart verandert, zodat wij samenwerken met Hem en niet tegen Hem strijden omdat we niet begrijpen wat God aan het doen is. Bent u ook zoals ik? Nou ja, ik heb al wel wat geleerd hoor de laatste dertig jaren, dus gebeurt het niet zo vaak meer. Maar toen ik nog een jonge Christen was en God iets in mijn leven wilde doen dan begon ik altijd gelijk te mopperen, tegengas te geven, te rebelleren en als ik dan eindelijk begreep wat er aan de hand was, dan had ik zo’n berouw. Dan riep ik, God ik hou zoveel van U en nu heb ik het alweer gedaan, vergeef me alstublieft?! En God vergaf me, elke keer weer. Maar soms duurde het zo lang voordat ik doorhad wat Hij aan het doen was en voelde ik dat ik Gods tijd verspild had en dat het allemaal mijn eigen schuld was. Ik kan me herinneren hoe ik een zondag in de kerk zat en bezig was met vergiffenis te vragen omdat ik weer eens tegengestribbeld had toen God een werk wilde doen. Plotseling stopte de spreekster midden in haar boodschap. Ze is een profetes. Ze wees naar me en vroeg me naar voren te komen want God had een boodschap voor me. Ik zal het nooit vergeten, zolang als ik leef!  Ik stond daar en God zei: Ik heb geen probleem met jouw rebellie, Ik maak me daar geen zorgen om, want Ik ken jouw hart! En wanneer ik klaar ben met jou, dan zul je een vreugde voor Mij zijn. Nodeloos te zeggen dat ik dit woord in mijn hart gekoesterd heb al die jaren. Groot is Uw trouw oh Heer!

Paulus schreef aan de Corinthiers:

want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken,  zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, (2 Cor 10:4-5)

Deze tekst vertelt ons dat ons denken kan rebelleren tegen God en dat er bolwerken zijn, die afgebroken moeten worden, omdat die bolwerken ons verhinderen om God werkelijk te leren kennen. Deze bolwerken komen vanuit ons verleden. Dingen die er met ons gebeurd zijn, waardoor wij muren opgetrokken hebben om onszelf te verdedigen en te beschermen en daaruit ontstonden zekere gedachten patronen. En wee degene, die te dichtbij komt en tegen die bolwerken aanbotst.  Een vriendin vertelde mij het volgende. U kunt zich dit zo voorstellen :

Uw ziel is als een kopje. De pijnlijke lessen en ervaringen in ons leven vullen dat kopje met hete thee. Wanneer iemand tegen u opbotst, kunt u raden wat er gebeurt. Die persoon krijgt hete thee over zich heen en dat doet pijn, dat brandt! Dus wij moeten God toelaten om dat kopje te legen en te vullen met Zijn liefde.

Het heeft heel lang geduurd voor ik de tekst begreep waarin staat dat wanneer ik een nieuwe schepping in Christus ben, alle oude dingen voorbij gegaan zijn en alles nieuw is.
(2 Cor 5:17)

Dat was niet wat ik ervoer nadat ik tot bekering was gekomen. Wat betekent het toch, vroeg ik mij af. En toen op een dag wist ik het. Toen ik nog in de wereld was, was ik een slaaf van de zonde. Ik had het beste verloren wat God aan de mens gegeven heeft, mijn vrije wil. En toen ik wedergeboren werd en Gods kind werd, was dat het eerste wat ik terug kreeg. Mijn vrije wil, het vermogen om een keuze te maken en nu moet ik dagelijks mijn kruis opnemen en Hem volgen. Dat betekent dat wanneer ik geconfronteerd wordt met een bepaalde situatie, ik een keuze moet maken. Zal ik reageren zoals ik altijd gedaan heb tot nu toe, of zal ik doen wat het Woord zegt? En wanneer ik dan de juiste keuze maak, worden mijn oude gedachten patronen uitgewist en de bolwerken afgebroken en alles wordt nieuw in deze situatie. En zo verandert de Heer mijn hart. Mijn denken wordt elke dag vernieuwd. Prijs de Heer! En dan kan ik in Gods liefde wandelen, want Hij stort Zijn liefde in mijn hart door Zijn Heilige Geest.

en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is, (Rom 5:5)

Gods gebod voor ons is dat wij God liefhebben met alles wat in ons is en onze naaste als onszelf.  En wanneer wij dat doen (niet in onze eigen kracht met menselijke liefde) dan zegt Jezus:

Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen. (Joh14:21,23)

De belangrijkste opdracht in ons leven is om de Heer te leren kennen. Wij zijn geschapen om een intieme liefdesrelatie met Hem te hebben.
In Matt. 7 zeiden de mensen tegen Hem, wij hebben toch grote wonderen gedaan in uw Naam en Hij zei toen, wijk van Mij , Ik heb u nooit gekend (u was nooit gewillig om de prijs te betalen om een innige verhouding met Mij te hebben).God wil die relatie met mij hebben, niet met mij, de profeet, maar met mijzelf, de persoon met al haar fouten en tekortkomingen. God verlangt ernaar ons onder Zijn vleugels te trekken zodat wij veilig zullen zijn voor dat wat komen gaat. Wij kunnen daar niet uit onszelf komen. God moet ons naar Zich toe trekken en ondertussen ons reinigen, want God is heilig!  Als wij zomaar dichtbij God zouden proberen te komen, in Zijn tegenwoordigheid (als dat zou kunnen) dan zouden we verteerd worden want God is een verterend vuur (Heb 12).

Laten wij daarvoor onze harten naar God uitreiken en Hem vragen om te komen en ons in Zijn tegenwoordigheid te brengen en ons te vullen met Zijn liefde. God laat Zich vinden.

Zoekt de Here, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. (Jes 55:6 )