Ted schenkt zich in de keuken een glas whisky in. Op dit moment is de muziek weer treurig en romantisch, het solo-instrument is een hobo. Ted hoort getik tegen het raam. Hij gaat kijken en op het moment dat hij een kraai voor het raam ziet zitten gaat de muziek over op niet-akoestische instrumenten en wordt er weer een thema van 4 noten gebruikt, gebaseerd op het akkoord Gmin6. Dit thema zakt telkens een halve toon, totdat we weer, vlak voordat de vogel door het glas heen komt zetten, een triller, dit keer een lage en vrij langzame, met als interval een kleine secunde. En als het glas gebroken is en de vogel weer weggevlogen, blijft een lage toon liggen die langzaam uitgefade wordt.
Scene 4
Als de meisjes in bed liggen komt hun kleine vogeltje, Egbert, terug.
Hij tikt tegen het raam, en als Jill het raam open doet en hem oppakt,
horen we in de laagte een A en 2 octaven hoger een Bes. Oftewel een kleine
none oftewel een kleine secunde en dat in combinatie met een vrij lage
en een vrij hoge toon die lang aangehouden wordt is dit weer een klassieke
spanningsopwekker.
Terwijl de meisjes Egbert in z'n kooi stoppen, komt een duif binnengevlogen.
We horen tremolostrijkers die een crescendo op een B spelen en dan de fluit,
met een themaatje dat dit keer op een Gmaj6 gebaseerd is.
De duiven komen binnenvliegen met een enorm en we horen alleen nog
wat hele lage tonen, pizzicato's lijken het wel.
Later, terwijl er steeds meer vogels binnen komen vliegen, hoern we
ook een fluitpartij en een harp. Wat ze spelen is niet goed hoorbaar door
het geklapper en geschreeuw van de vogels.
Als May de meisjes de kamer uit sleept, horen we weer een kleine secunde
thema (B Bes B Bes B G Bes B Bes B Fis)
De rest van de scene bestaat uit het gevecht van Ted tegen de vogels
terwijl een flink ensemble van strijkers en houtblazers op hoog tempo te
keer gaat. Als de laatste vogels uit het raam zijn verdwenen en de camera
naar Egberts omgevallen, lege kooi zwenkt, horen we alleen nog een enkele
stringpad een paar lange noten spelen met als belangrijkste intervallen
de grore terts en de reine kwart.
Scene 5
Het is avond. Ted hoort van Jill dat Joanne buiten is om Scout te zoeken.
We horen een hoge melodielijn, gespeeld door strings en een herhaling daarvan
in het laag, terwijl de hoge toon door blijft klinken. Het beeld switcht
naar de kleine Joanne, die met Scout naast zich door de donkere tuin loopt.
Terwijl ze angstig om zich heen kijkt, horen we een hoorn lange noten spelen
in een melancholieke melodie die regelmatig dissoneert met de begeleiding:
donkere strijkers die haast alleen maar vrij korte noten spelen.
Als Ted naar buiten komt om haar te halen, wordt de sfeer even iets
emotioneler: de dreigende krachtige hoorn wordt vervangen door de lichtere,
maar vooral expressievere fluit.
Dan zien we een buizerd landen op het dak van het huis, alle instrumenten
vallen weg, we horen alleen nog een piano die een vrij hoog steeds herhalend
thema, speelt, dat bestaat uit de noten D,B,D,Cis (grote terts, grote terts,
kleine secunde, kleine secunde).
Als de buizerd aanvalt, hoern we eerst een secundetriller op E, dan
op de B daaronder, verder omlaag tot naar G en tenslotte weer op de E,
een octaaf lager dan de eerste.
Scout vecht met de buizerd en we horen alleen wat paukgeroffel en het
klapwieken van vleugels. Even later als Ted Scout probeert te redden, horen
we weer lage, haast zoemende strijkers die een een razendsnel tremolo spelen
en in volume toenemen, om de angst en destructie aan te gevan en daar bovenop
horen we een vrij emotioneel piano-thema, om aan te geven dat het niet
alleen heel eng en spannend, maar ook heel zielig is.