Sebaldeburen

 
 
  
EXTRA BIJLAGE (behorende bij genealogie Fam J van Esch)
                     
            
SEBALDEBUREN - (Westerkwartier - Gron).
             
 
Verantwoording
  
Onderstaand de historische aantekeningen van Ds.Westendorp 
NH-predikant te Sebaldeburen en zijn wijde omgeving, (1797-1812),
ten tijde van Napoleon,en zijn belangstelling voor het "wel en wee" 
van zijn gemeente en dorpsbewoners.  
De aantekeningen van ds.Westendorp over het dorp Sebaldeburen,
en zijn kerkelijke gemeente,zijn zeer omvangrijk,
en uit zijn oorspronkelijk werk,heb ik een selectie gemaakt,en waar nodig 
geannoteerd voor afsluiting van bovengenoemde genealogie.
 
Mijn belangstelling voor het dorp Sebaldeburen komt voort uit het feit 
dat mijn moeder hier geboren is,(1904),en wel in het molenaarshuis 
van poldermolen De Eendracht,in de Sebaldebuursterpolder!
 
Naar vrije keuze heb ik uit de vele gegevens van ds.W.,(o.a. uit zijn werk): 
"Ds. Nicolaus Westendorp,Eerste Leerrede in de Nieuwe Kerk te 
Sebaldeburen 1809", en opnieuw uitgegeven in 1941,(heruitgave),
onderstaande aantekeningen samengesteld. 
 
In deze verhandeling is zoveel mogelijk ds.Westendorp aan het woord. 
Zijn spelling en schrijftrant uit die tijd heb ik overgenomen. 
Zijn tekst is niet gecorrigeerd!
Korte inhoud:
Ds N Westendorp,stond tijdens de eeuwwisseling (18e/19e eeuw) 
in het jaar 1800,als predikant in de NH-kerk te Sebaldeburen. 
Het was een man van bijzondere allure.
Hij was naast predikant,mede-oprichter van de Nieuwe NH-Kerk te 
Sebaldeburen,mede-oprichter van een grote watermolen in de 
Sebaldebuursterpolder,secr-penningmeester van dit Waterschap,
verhuurder van de Kerckelanden,en niet te vergeten zijn grote 
historische/en archeologische belangstelling voor het dorp Sebaldeburen,
en zijn wijde omgeving.
 
- Wie was ds. Nicolaus Westendorp?
- Waar komt de naam Sebaldeburen vandaan?
- Welke rol vervulde ds.W. bij het bouwen van een nieuwe
  NH-kerk te sebaldeburen?
- Wat was zijn rol bij het stichten van een een "groten
  watermolen?"
 
Tenslotte zij opgemerkt,dat door mij ingelaste gedeelten       
tussen rechte haken zijn geplaatst.
                                                             M Kuitert Rzn.

 

 

1. Waar komt de naam Sebaldeburen vandaan?

[Velen in den lande zullen nog nooit gehoord hebben van het dorp Sebaldeburen in de Prov Groningen.

      Zo zou het mij ook vergaan zijn,ware het niet dat mijn moeder in 1904 in dit dorp geboren is,en nog wel in het

      molenaarshuis van de poldermolen "De Eéndracht" in de Sebaldebuursterpolder, die we zonet uitvoerig hebben

      besproken in Poldermolen III.

 2. Hoe kwam de nieuwe NH-kerk in Sebaldeburen tot stand?

[Ds N Westendorp komt in 1797 in de Gemeente Sebaldeburen. De aanblik van de NH-kerk noemt hij deerniswaardig,en met de treurigsten aandoeningen had hij de kerk beschouwd. Er was geen herstellen aan! Een NIEUWE te zetten uit de kerkelijke goederen en inkomsten was niet mogelijk, dewijl dezelve niet eens toereikend waren tot onderhoud van Pastorij en Kosterij. Ook van de NH-Gemeente was er geen verwachting,want dezelve was klein,door andere inrigtingen bezwaard en bestond meestendeel uit veen- en arbeidslieden. Wel waren er plannen om een NIEUWE kerk te stichten. De Herv Gemeente verzocht dringend aan ds Westendorp,"na te denken aan middelen voor nieuwbouw"].

Ds Westendorp: - Eerst vervoegden wij ons bij de Deputaten der Synode. - Daarna werd een Verzoekschrift om hulp ingediend bij het Departementaal Bestuur van Stad en Landen te Groningen. (Gecommitteerden uit het Bestuur,w.o.

den Heer Winter,stellen een onderzoek in naar de "geheele gesteldheid en den toestand der Gemeente, de wegen,

paden en afstanden)".

 Tevens gaven wij eenige middelen op,welke zouden kunnen strekken,om onze Gemeente een nieuw Kerkgebouw

  te bezorgen.

-         Bij Besluit van 1 April 1805 door Deputaten der Synode, mocht de Gemeente S.,de kerkvoogden der gegoede Kerken in dit Departement uit-nodigen om uit hun "Kerkemiddelen",de Gemeente S,"tot het bouwen eener niewe Kerk te willen ondersteunen."

-         Van 33 Kerkgemeenten + van 1 particulier Heer werd een bedrag van,-na aftrek porten,enz.- van ƒ1966,- ontvangen.  DE uitslag - het bedrag - voldeed niet aan de verwachting. De Deputaten vervoegden zich opnieuw bij het Departementaal Bestuur, waar ze zich andermaal namens onze Gemeente S verzochten, aan te geven hoe te komen

-         tot verdere "middelen" tot opbouw van een nieuwe Kerk te Sebaldeburen.

-         De begroting werd opnieuw door de "bekwaamste vaklieden", bekeken!

-          De kosten tot het afbreken en stichten der nieuwe Kerk kon niet minder worden berekend, dan een totaal bedrag

      van 7000,- car.gls.

-         Het Departementaal Bestuur verleende bij Resolutie van 1 April 1806,aan ons (Gemeente S),de "vrijheid tot het doen eener Collecte bij de ingezetenen in dit Departement,tot vinding der overige gelden." Als Kerkgemeente hebben "wij ons hierop bevlijtigd,om deze collecte in dit Departement te bewerkstelligen,en door eenige dorpsgenooten te volvoeren." - De dorpsgenooten waren,"Meester Buist, Geert Eentjes, Jan Jans,en Beerend Harmsen Homan. Ze bezorgden ons de som van F1900,-.Te zamen met de Kerken een bedrag van F1900,- + F1966,- =F3866,-.

-         Na afloop van de collecte "vervoegden wij ons tot de Kerken van Drente,en daarna in Friesland,doch wierden beider wegen afgeslagen". - Tenslotte "Beproefden wij het bij het Bestuur van Holland, waardoor wij met de uiterste bescheidenheid gewezen wierden aan de Magistraten der Steden. Uit dien hoofde ben ik hier over in briefwisseling getreden,met eenigen ouderlingen der Hollandsche Gemeenten,en alhoewel enkele personen zeer ijverig waren,om ons dienst te doen,zo evenwel scheen er voor ons geen hoop meer te zijn."

-         TENSLOTTE ontwierp ds Westendorp,"derhalve eene tekening, met behulp eens Timmermans,een BESTEK,'t geen wij besloten te zullen volgen,indien het Departementaal Bestuur ons daartoe de vrijheid verleenen wilde.

     Wij erlangden dezelve bij Besluit van 2 Febr 1807,en tevens autorisatie (volmacht) tot het opnemen der

      te kortschietende penningen.

-   KORT DAARNA begonnen wij met het afbreken der Oude Kerk,en in November 1807 was eerst alles voltooid.

-         In dien tijd hebben wij onze godsdienstoefeningen gehouden in een boerenschuur naast de kerk.

-         Behalve de voorheen opgegevene som,waren door eenige lieden, gelijk ook door de Synoden van Groningen,Zuid-

      en Noordhol- land en Utrecht,ons nog bovendien eenige bijdragen gegeven.

-         De Provintie had ons een hoeveelheid oud-ijzer geschonken.

-         Ook brachten eenige materialen der Oude Kerk,welke wij niet gebruiken konden,nogal eenige honderd Guldens op.

-         Onze geheele Ontvangst over de jaren 1806,1807 en 1808, voor de Nieuwe Kerk bedroeg.......................F 6051,- En onze Uitgave...................................F 6085,-

-         ONDER de Ontvangst is in rekening gebracht de som van F1250,-,welke men had moeten negotiëren,om het werk te voltooien. De Kerk zal min of meer F 5600,- guldens gekost hebben; want er was 200 Guld.vorige schulde,en ook namen het gewone onderhoud en de renten iets weg.

-         ZONDER het gebruik van oude materialen,als steen in den grond,balken,gebinten,en een gedeelte der pannen,en indien ik niet zelve het dagelijksche opzigt gehouden had,waren de uitgaven voorzeker aanmerkelijk hooger gestegen." "ALLES is geschied onder het opzigt des Kerkeraads,in 1807 bestaande uit: N Westendorp, Predikant, Jan Hotses en Luurd Gaaikes, Ouderlingen, Goitsen Tyes en Beerend Andries, Diaconen, en de Gecommitteerden der Gemeente, Jan Fokkes en Harm Luitjens".

     TENSLOTTE,aldus ds Westendorp:"Het Kerkje,schoon zelfs gedeeltelijk uit de bouwstoffen der oude kerk gesticht,

     is fraai, en deszelfs uitwendige en inwendige inrigting,heeft de algemeene goedkeuring weggedragen.

     MEERMALEN drukt ons de gedachte,aan de penningen,welke onze Gemeente, bovendien reeds zeer met

    andere schulden bezwaard,... ten deze einde heeft moeten opnemen!

   Het zou boven verwachting zijn,indien deze of gene vriend van den godsdienst,aan HAAR in liefde gedacht.

   MEER dan waarschijnlijk zal zij,schoon dit om genoemde redenen zeer bezwaarlijk zij,zich ZELVE moeten helpen.

-         DE INKOMSTEN der Kerk bedragen meesttijds niet meer,maar wel minder, dan dertig Guldens,[doch bij buitengewoone duurte der hooilanden iets meer],en dus is aan deze zijde niets te hopen.

     Men heeft het onderhoud der Kerk,Pastorij en Kosterij,en de betaling der renten van de genegotieerde capitalen

     te behartigen,en dit slechts is naauwelijks bij de hoogste bezuiniging mogelijk, alhoewel ons hier de liefdegaven

     van onze,de beide Hollandsche en Utrechtsche Synoden te Stade komen, welke min of meer tezamen de SOM van

      vijftig guldens uitmaken. Voor mij ZELVEN heb ik niets nodig.

-         MAAR MIJNE GOEDE EN GELIEFDE GEMEENTE BEVELE IK AAN DE ZORGE VAN ALLE WELDENKENDEN". w.g. N.W.

-         [De NH-kerk van ds Westendorp te Sebaldeburen,staat heden ten dage nog steeds op dezelfde plaats, als ten tijde van Napoleon.

           NB: [Huidige adres: NH-kerk,Provincialeweg, Sebaldeburen!! De ingemetselde gedenkplaat bij de

           ingang v/d kerk,vermeld het jaartal 1809. Ds Westendorp was NH-predikant te Sebaldeburen van 1797-1812,

          en daarna NH-predikant te Losdorp (Gr),van 1812-1836,en aldaar overleden. Zijn graf met dat zijner vrouw ligt

          op het kerkhof,aan de Noordzijde van de toren]. [Een korte inhoud uit het werk van ds Westendorp,

          "Eerste leerrede in de Nieuwe Kerk te Sebaldeburen,1809, benevens een Oudheidkundige Verhandeling",

          volgt hieronder]:»» zie verder.

-         Noot:: In 1950 fungeerde als hulpprediker in de NH-kerk te Sebaldeburen en Lutjegast, drs. Albinus van den Ban,geboren in 1924, en overleden 31-12-1988 te Middelburg,(64 jaar). Drs.van den Ban was gehuwd X

      M Kool,en vader van 1 kind. Na Sebaldeburen,vertrok hij als hulpprediker naar Schiedam, en later als

      predikant naar Elkerzee (Zld),Kamperland, Abbenbroek en Heenvliet,Wyckel-Sloten en Nieuwerkerk (Zld)].

      Einde noot

     3. WAAR LIGT HET DORP SEBALDEBUREN,anno 1807?

-         Het dorp Sebaldeburen ligt in het Departement Stad en Landen van Groningen, in het District Westerkwartier.

     Wij zijn rijkelijk 3 uren gaans van Groningen. Eén Uure Gaans= gelijk aan 1200 Konings Roeden.

    2000 Konings   Roeden= 1 Duitse mijl= ± 7½ Km. 1200 Konings Roeden= 3/4 X 7½ Km= 4½ Km.

    Op oude kaarten wordt een Schaale gehanteerd van 1200 Konings Roeden= Eén Uure Gaans.

    Voorts worden wij omringd door Lutkegast,Grijpskerk,Oldekerk,Lucaswolde en Grootegast.

    Ik vertrouw dat deze aanwijzing genoeg zal zijn....

-         4. WAAR is de naam SEBALDEBUREN van afkomstig?

     Volgens ds Westendorp is het aan geen twijfel onderhevig,of de eerste Christen-kerk die te Sebaldeburen

     gesticht   werd,is genoemd naar een ouden Roomschen heilige SEBALDUS! En dus gesticht vóór de omwenteling

     in 1580. Er zijn ook verscheidene kerken in Duitsland,o.a. te Neurenberg, die naar deze "heilige" genoemd zijn.

 Deze kerken noemt men wel SEBALDS-kerken. Echter het gehele dorp S. heeft men genoemd naar Sebaldus,     Sebaldeburen,of "de buurt van Sebaldus",met dien verstande, "dat de rij huizen die in één lijn staan met de Kerk,

 het echte Sebaldeburen heet",dit ter onderscheiding van de andere gedeelten van het dorp,zoals b.v. "de Jouwer",

 "de Balk" en "het Zand",en ook de "Westerhorn", rekende men nog tot Sebaldeburen!

    5. Wie was SEBALDUS?

  De "heilige Sebaldus" was volgens ds W. de zoon van de Koning van Dacién, een landstreek boven of aan gene zijde

  van de Donau! Zijn verjaardag valt op 19 Augustus. Volgens Westendorp is het geen almanaks-heilige,hij heeft in de

  Acta Sanctorum niets aangaande hem,onder deze dagtekening kunnen vinden! Verder wordt verhaald uit

  zijn levensloop,dat men voor Sebaldus,een allervoortreffelijkste bruid had uitgezocht,maar dat Sebaldus in navolging

  van den "heiligen Alexus", de bruid, zijn ouders en al het zijne verlaten had,en zich tot een eenzaam heremieten

  leven begeven...,in hetzelve Gode opregtelijk gediend,en zijn leven door vele wonderwerken geschitterd had,

 onder dewelke zijn,"dat hij op zijn gebed een onder de asch gebakken brood voor zijne Reisgenooten erlangde, en

 dat hij, zijn grof bovenkleed op het water gelegd hebbende, aldus de rivier overtrok.

 " In andere uitgaven worden bij de "wonderen" andere bijvoegingen gebruikt,maar alle verhalen,ademen,volgens ds Westendorp,de geest der legende!

  6. Over de UITGESTREKTHEID van Sebaldeburen en haar grenzen.

 Voorheen strekte het Dorp zich noordwaarts uit,tot aan zee, zijnde verdeeld in 2 kluften,t.w. Sebaldeburen-boven

  en Sebaldeburen-beneden. Het eerstgenoemde gedeelte bevatte het dorp (het tegenwoordige) Sebaldeburen, en

 het laatstgenoemde gedeelte,het tegenwoordige Grijpskerk.

  "Hoewel deze kluftsbenamingen tot aan onzen tijd (1809) bij het Comptoir van Verponding*) gebruikelijk zijn, zoo

  wordt evenwel sinds langen tijd dit in het gewoon burgerlijk leven niet meer in acht genomen." *) Comptoir der Verponding: Kantoor der Grondbelasting. Van hogerhand opgelegde betaling van Verponding.

 Dat voorheen Sebaldeburen-boven en S-beneden,slechts één dorp uitmaakte, behoeft voor degenen die bekend zijn

 met de Klauwregisters*),van de streek Westerdeel Langewold geen nader bewijs. *) Klauwregisters.

 In de Ommelanden was v/h een dorp verdeeld in Kluften of Klauwen. (Klauwregisters - boekhouding van bezitters der Edele of Stemhebbende heerten,= haardsteden= Boerenplaatsen met tenminste 30 Grazen,Jukken of Deimten land. (zie verder *). BEWIJS wordt ook geleverd uit de Lijst van de Jaartax en Renten van Langhewoldts-amt van 1500,waar de volgende dorpen genoemd worden:

Fischvliet

F 60,-

Ruygwerdt, alias Grijpskerke

F 66,-

Suydthorn

F 83,-

Noordhorn

F 83,-

Olde-Kerk(incl latere Nieuwzijl).

F 58,-

Nije-Kerk

F 35,-

Faen

F 20,-

Lutkegast

F 40,-

Grootegast

F 34,-

Doesum

F 23,-

Opeynde

F 13,-

Sebaldebuyren

F 70,-

 
"In de Bulle van Paus Pius den IV van 7 Aug 1561,waarin onder anderen de 
kerkdorpen genoemd zijn,welke tot het Groninger bisdom zouden behooren,
wordt eerst opgenoemd Ruigewerdt, (alias Grijpskerk) en vervolgens Sebaldeburen.
Verder wordt in het "Register der Grastallen",anno 1556,(*1)
genoemd:
1. Sebaldeburen-boven
2. Sebaldeburen-beneden, en »»
3. Grijpskerke...De Uterdijcken/het Rugesant,(*²).
    (*1) Grastallen,(aantal) hierover moest Grondbelasting
           betaald worden.
           Aantal Grazen lands: één Gras= ± 50 are land.
           (Deze en eenige andere oude stukken heeft ds W.
           ingezien bij den Heer Driessen te Groningen)                     
    [(*²)   Het Rugesant ('t Ruige Sandt),het vroegere in de
            monding van het Reitdiep gelegen eiland Rau Sant,
            is later (± 1795),ingedijkt. De ontstaansgeschie-
            denis van deze polder is nauw verbonden met de van
            Friesche oorsprong - familie Teenstra - en wel de 
            gebroeders Douwe Marten en Aedsge ("Edske").    
            Het "Ruigezand" ligt ten Oosten van Munnikezijl.
            De 2 boerenhoeven van de gebr.Teenstra,zijn als
            (2 vierkantjes aangemerkt) op een kaartje uit1867,
            [Gem-atlas v Gron.uit de vorige eeuw].
            De oude boerenhoeven zijn heden ten dage (1995)
            nog in de Ruigezandsterpolder aanwezig,en de familie
            Gardeniers is één van de huidige bewoners van een
            Teenstra-boerderij].
            
Als men het één en ander vergelijkt,dan zal men zich niet meer verwonderen,
dat de Ingezetenen van Sebaldeburen - of het tegenwoordig genoemde Grijpskerk
- tot aan onzen tijd toe, (1809),graven op ons kerkhof bezeten hebben; dat hun 
doodpad herwaarts nog bekend is bij de heugenis van verscheidene lieden hier, 
en lijken van aldaar gestorvene Ingezetenen, op ons kerkhof, somtijds met scheepjes
aangevoerd,begraven zijn, dat voor eenige jaren de Ingezetenen van Grijpskerk 
mede wierden opgeroepen,om de kerkegraft rondom ons kerkhof te graven; 
dat het thans gezegde dorp Grijpskerk de kerk aldaar kortelings nog niet mede 
onderhield,en geene graven op dat kerkhof had,waar in zij evenwel bij onderlinge
 overeenkomst onlangs verandering gemaakt hebben." Aldus ds Westendorp. 
 
In oude tijden (13e eeuw) strekte het dorp Sebaldeburen zich uit tot aan de zee.
Toen Langewold*) werd bedijkt,waren de Waarden (bij Grijpskerk),nog onbekend!
*) Langewold was het "ambt",het Gericht,de Grietenij,
   (de Gemeente) waartoe Sebaldeburen behoorde,in vroeger tijden. Langewold is 
   het Noordelijk gedeelte van Het Wester Quartier,in de Prov Groningen.
 
De Waarden zijn dus van veel latere datum dan het oude dorp
Sebaldeburen,en de Waarden zijn ná de verleiding (omleiding)
der Lauwers,uit zee aangewassen. De vorige onbruikbaarheid der Waarden
(slikken,geulen,moerassen),blijkt zeer waarschijnlijkuit de benaming Ruigewaard.
De aangewassen kwelders (aanslijkingen) van de Waarden blijkt ook uit de 
benamingen (verdeling) in Wester-Middel-en Ooster-waard,maar ook uit de 
ligging der sluizen in oudere tijden,in de rigting van Nieuwzijl en Noordhorn.
Zelfs de "indijkingsbrief" van de Waarden is nog voorhanden,
volgens het oordeel van den Heer Driessen te Groningen.
Op den oude dijk rond Langewold zijn in latere tijden 
Grijpskerk en Nieuwzijl gebouwd.
De Waarden kwamen ten voordele van den aanliggende eigenaar,
die ook in hoofdzaak deze landen had ingedijkt,of mee helpen
indijken.
 
Het dorp Sebaldeburen grenst ten Oosten aan Oldekerk,
gescheiden door het Wolddiep.
Ten Zuiden van S.is Hajemasloot,liggende achter de venen,
maar door de veengraverijen is de Hajemasloot meest gedempt.
Ten Westen grenst S.aan de landen van Grootegast en Lutjegast,
die worden gescheiden door de Grootegaster-togt (kanaal).
 De grenzen ten Noorden tussen de beide kluften Sebaldeburen,
(boven en beneden),zijn volgens ds Westendorp,"zo onkenbaar
geworden,dat ik niet weet,hoe lang ik er ook naar gezogt heb,
waar dezelve te vinden zijn."
 
7.   OVER DE OORSPRONG EN HOEDANIGHEID ONZER LANDEN,ROND S.
De grond en omgeving waarop Sebaldeburen ligt,is in 't ver-
leden "opgehoogd,en aangevoerd door de zee."
In de lage landen zijn kort onder de bovengrond duizenden kleine steentjes 
gevonden,in het bijzonder in de leemlagen!
Ds Westendorp noemt deze vondst een "ondergrondse straatweg."
Ook zijn er fossielen van dieren gevonden,die er van nature
NIET thuis horen.
De zandhoogten van ons dorp S.,zijn de streken waarop "Het Zand" en de "Jouwer" liggen!
We onderscheiden achtereenvolgens: Hoge,Middel en Lage landen en venen.
"De Middel-landen zijn leemachtig. Onze Lage-landen meestal
"knipperig",zwart-zandig,en ook nog enkele veenachtig.
 
De helling der landen heeft een treffende overeenkomst met het zeestrand!" Aldus ds Westendorp.
 
- Voor enige eeuwen terug waren deze landen begroeid met bossen. 
Een oude kaart van de oudheidkundige Alting,vermeld in vorige tijden: VEEL WOUDEN! 
Ook de namen Langewold, Oostwold,enzovoort,herinnert aan WOUDEN!
Bovendien is het heden ten dage (1809) nog merkbaar,en worden er jaarlijks 
nog "menigvuldige boomstammen en stronken",bij werkzaamheden uit de grond gehaald!
"Ons dorp Sebaldeburen heeft vele lage veenlanden en kleen-
dobben,inzonderheid aan de Zuidzijde,waar zeer aanmerkelijke graverijen zijn."
In onze Zuidermedens (hooilanden),aldua ds W.,vinden wij dikwijls in de grond "
geheele boomstammen",op een diepte van 2 tot 12 voet.
Of deze bomen voorheen op de venen gegroeid zijn,en op den duur door ouderdom 
of ziekte zijn omgewaaid,of dat ze van elders zijn aangespoeld,daarover zijn ze het,
volgens ds W.nog niet eens!
Men heeft bomen aangetroffen,die dwars overelkaar lagen,
en de veengrond rondom deze bomen was opgevuld met een menigte rechtopstaande takken.
Ook zijn stammen gevonden die door brand beschadigd waren,en uit houtskool 
bestonden. Meestal was het berkenhout.  Merkwaardig is wel dat de toppen der 
bomen (de kruin),praktisch allemaal liggen naar het Zuidoosten.
Veel bomen liggen naast hun stoel.*)
Een andere verklaring over de wijze op welke manier deze stammen en boomstronken 
hier terecht zijn gekomen,is de mogelijkheid van een overstroming door een stormvloed.
Dat de bomen hier wel gegroeid zijn,maar door de bewoners dezer streken voor 
verschillende doeleinden gekapt/gerooid zijn,lijkt me onwaarschijnlijk.
    *) Voor wie meer wil weten:
       zie bij Berkheij-Natuurl.Hist.v.Holland,
       II dl,II stuk,pag.431-629.
 
8.  WANNEER IS HET DORP SEBALDEBUREN GESTICHT?
 
Volgend ds W.,is het niet mogelijk precies na te gaan,wanneer de EERSTE 
bewoners hier zijn komen wonen!
Hij schrijft: "Dat hetgeen hij aantreft bij Romeinsche schrijvers,hem het volste 
recht geeft om te zeggen,dat dit Gewest reeds lang voor Jezus geboorte is 
bewoond geweest!
Dominee memoreert: Dat in het jaar 785 reeds geheel Fries-
land,waaronder ook dit Gewest meegerekend werd,den Christelijken Godsdienst 
had aangenomen!
Nog eerder was in 667 in Friesland reeds een koning Adgill,
"te wiens tijde het Christendom door duizenden werd aangenomen".
Volgens Westendorp,"moeten deze landen toen al aanmerkelijk bevolkt zijn geweest! 
Wel ging een groot aantal mensen uit deze streken naar Engeland in die tijd,
daar kregen ze zo sterk de overhand,dat de regeringsvorm in Engeland,de regtspleging,
gewoonten,wetten en taal,nog lange tijd overeenstemde met die van het oude en 
tegenwoordige Friesland". Aldus ds W.
Als bewijs van deze uittocht naar Engeland voert hij een zekere Emmius ten tonele,
afkomstig uit Grootziel - District Emden,Oost-Friesland,die verzekerde dat veel Friezen 
in deze togt naar Engeland,gedeeld hebben.
 
Uit de oudste berichten van deze landen welke door de Romeinen bewaard zijn gebleven,
aldus ds W.,kunnen we aannemen dat de eerste bewoners hon domicilie of hun hutten 
bouwden in de Wouden en op de Zandhoogten.
Van Sebaldeburen en Langewold durft ds Westendorp geen voorspelling te doen,
omtrent de eerste nederzettingen.
Wel is hij van mening dat Vredewold*),eerder bewoond is geweest dan Langewold. 
*) Vredewold is geen dorp,maar het Zuidelijk gebied (gedeelte) van Westerkwartier.
Als redenen voert hij aan:
- De hoogten van Vredewold waren onafgescheiden verbonden met
  de naburige Drentse hoogten.
- Daarentegen was de hoogte van Langewold van alle anderen
  afgescheiden door moerassen en zeer laagliggende landen!  
- Ons dorp Sebaldeburen,ligt gedeltelijk met Grootegast en
  Doesum op dezelfde hoogte. 
  (Groote gast= zandland-hoogte)
  (Lutjegast of kleine gast).
- een ander gedeelte,"Het Zand",beslaat het westelijk gedeelte 
  der zandhoogte,op welke Oosterzand en Niekerk grotendeels gebouwd zijn.
- "De Jouwer" is met Kuzemer verbonden. "De Jouwer",streek aan het Wolddiep,
  "gaande van de Jouwer tot het Trekdiep." (Trekschuiten).
- Grijpskerk dat v/h tot Sebaldeburen behoorde,ligt op den Ouden dijk,
  en is van latere datum.
- Terugkernd naar Sebaldeburen,kunnen we aannemen dat de naam Sebaldeburen
  ontstaan is bij de invoering van het Christendom,en de nadruk van de naam 
  Sebaldeburen gelegd wordt op de huizen in de omgeving van de kerk!
  De andere en oorspronkelijke namen,zoals "Het Zand" en "De
  Jouwer",en de "Westerhorn",buurten ook behorend tot het dorp
  Sebaldeburen,die namen bestonden reeds vóór de invoering van het Christendom,
  en vóór de stichting der Kerk!
  De huizen in de omtrek van de Kerk liggen op dezelfde hoogte als Grootegast. 
  Evenzo is het ongeveer met het naburige Oldekerk.  
  Kort samengevat,de naam Sebaldeburen is dus ontstaan met de komst van het 
  Christendom,omstreeks het eind v/d 8e eeuw.
  In de oudheid was het een groot Gewest.
  Echter in 1809 ten tijde dat ds Westendorp,"deze oudheidkundige verhandeling 
  te boek stelde",was haar uitgestrektheid al drastisch ingeperkt,en was er geen 
  sprake meer van een Sebaldeburen boven- en beneden!
  De namen van de buurtschappen Sebaldeburen - zoals "Het  Zand","De Jouwer",
  en "Westerhorn", enz., zijn tot op heden blijven bestaan,met dien verstande dat 
  ze kunnen behoren tot een andere Gemeente dan Sebaldeburen!
  [(Sebaldeburen behoort tot de Gem Grootegast. Grootegast is de geboorteplaats 
  v/d (her)schrijver dezer bijlage.]
 
9. IETS over het BEDIJKEN, 
inzonderheid met betrekking tot Langewold,het gebied rond Sebaldeburen.
 
Van de Romeinen weten wij,dat ze zich al vroeg in ons Vaderland bezig hielden met 
"dijken",om de gedurige overstromingen van de lage landen te beteugelen.
Ten tijde van keizer Nero,heeft één hunner bevelhebbers
Paulinus Pompejus in ons Vaderland,"het eiland der Batavieren,
DE BETUWE",ingedijkt!
In de tijd van Bonifatius waren er in Friesland nog geen dijken. Uit die tijd wordt 
verhaald dat de Friezen,"een maaksel hadden gelijk een heuvel van wegen,
onderhevig aan de dagelijksen eb en vloed."
Hiermee bedoelt de schrijver de vliebergen,terpen of wierden,de oudste wijze van 
zeewering!
In het Noorden van de Provincie Groningen is in de 9e eeuw al sprake van de aan 
zee gelegen dorpen: Usquert,Warffum en Holwierde,die toen reeds waren ingedijkt.
Uit 2 Volksbesluiten van 1207 en 1272 wordt gesproken over een "dijkregter" van 
den dijk,welke rondom het gebied van Langewold gelegd is.
Dit is het eerste bericht dat ds Westendorp tegenkomt over de bedijking rond Langewold.
Vroeger werd in gedeelten het Landschap ingedijkt.
De overblijfselen zijn in ons Gewest (1809) nog duidelijk te zien!
Dus was ook Langewold met dijken omringd,en op de meeste plaatsen zijn deze dijken 
in het Landschap nog te ontdekken,
en worden op sommige kaarten van de Provincie vrij nauwkeurig aangegeven,alhoewel 
door de aanleg van zwaardere dijken en de bouw van sluizen,veel dijken zijn vervallen,
geëgaliseerd of afgegraven!
De Oude Dijk is ten Zuiden van Sebaldeburen,door de venen,
nog duidelijk te onderkennen. Door het "baggelen" zijn wel hele stukken dijk 
weggegraven. (De boeren zijn zeer gasteld op het hooi van de dijken,het is beter voor 
de paarden,dan het "meeden-hooi",wordt er gezegd)! Veel landerijen heetten hier nog 
"de dijken" en "de dijkvenne."
Achter Grootegast is de Oude Dijk op sommige plaatsen nog zichtbaar. Voorts loopt de 
dijk door Lucaswolde,en achter Opende naar het riviertje De Lauwers,en vervolgens 
ten Oosten van Strobos op kleine afstand,tot Visvliet,hetwelk op deze Oude Dijk gebouwd is.
Vandaar gaat de dijk tot Grijpskerk en Niezijl,welke beide dorpen ook op de dijk gebouwd zijn.
Nu loopt de dijk verder achter Noordhorn,en wordt weer zichtbaar in de nabijheid van 
Den Horn en de Westerdijken.
 
Vervolgens gaat de dijk richting Niekerk en Oldekerk,waar we nog duidelijker dan elders,
de dijk kunnen waarnemen!
Op veel dijken zijn later wegen aangelegd.
- Volgens ds Westendorp is eerst Langewold,daarna Vrede- 
  wold,*)1,vervolgens Middagsterland,*)2,daarna Humster-
  land,*)3,en eindelijk De Waard,*)4,ingedijkt,wat betreft het 
  Westerkwartier.»»»voetnoten-zie volgende bladzijde»»»
 
 
Door de indijking van Langewold werden de ingezetenen onderling meer met elkaar 
verbonden,en in belangen verenigd!
In een Warfbesluit,  *)5,van 1456,werd door de gezamenlijke Landschappen besloten,
dat men alle Zeedijken 6 jaar lang,elk jaar 2 zoden zou verhogen,en 1 zode verbreden!
*)1. Vredewold= de Gouw,(de streek) ten Zuiden van Langewold,
      grenzende aan Drenthe; omvattende de tegenwoordige Gemeenten Marum en Leek.
*)2. Middagsterland= het Oostelijk deel van 't Westerkwartier,
      de Gemeenten Ezinge,Aduard en Hoogkerk,(bij Groningen).
*)3. Humsterland= (ook wel Hugemerthi) of Westerkwartier,o.a,
      de Gemeenten Oldehove en Niehove. Volk van geweldige 
      kracht en vlugheid!
*)4. De Waard= Vruchtbare streek ten N.van Grijpskerk,vormde 
      oudtijds een eigen grietenij: "De Ruigewaard",met OosterMiddel en Westerwaard,
      en met Kommerzijl.
 *)5 Warfbesluit= De Warven waren de vergaderingen van de Gezamenlijke Rechters 
      en Hovelingen,De HEREN van het Dorp! De Westerwarf voor 't Westerkwartier 
      kwam samen te Sebaldeburen.(Gewestelijk Bestuur/rechtspraak,etc).
 
10. IETS OVER SLUIZEN,WATERKERINGEN en CANALEN
met betrekking tot het Gewest Sebaldeburen.    
 
Bij de indijking (landaanwinninng) deed zich als vanzelf de noodzaak voor om het 
overtollige binnenwater te lozen op zee!
De eerste dijken waren zomerdijken.(De dijken bleken te laag en niet sterk genoeg).
Maar ook de eerste sluizen,min of meer afgestemd op het zomerwater,waren niet bestand 
tegen de stormen en watervloeden in herfst en winter!
In de 13e eeuw toen men ook het winterwater van binnen en van buiten wilde beheersen,
en er enige scheepvaart kwam op de canalen,kwamen er meerdere sluizen.
De zwaardere sluizen,de dubbele of kolksluizen,(later schutsluizen) waren een uitvinding 
van de 14e eeuw.
De voorgeschiedenis van dit Gewest,vóór de 14e eeuw,wat betreft "waterbeheersing",
waren een aaneenschakeling van dijkdoorbraken en watersnoden!
 
De oudste Zijlbrief van het Gewest Sebaldeburen is die van 1313,waarin voorkomt "de Zijl" 
te Aduard.
(Waarvan restanten heden ten dage nog aanwezig zijn)!
In de oudste Zijlbrieven,gelijk dezen van Aduard,wordt wel van vorige-Zijlbrieven gesproken,
doch in 't Register der Charters, komt geen enkel stuk voor,betreffende "sluizen" wat ouder is!
De Zijl te Aduard werd in 1407 in het Aduarder-Zijlvest,met zijn landerijen in de "Schepperij" 
(Waterschap) opgenomen. noot: Charterboek= Boek waarin de oude oorkonden zijn 
afgedrukt.Er bestaat ook een Oorkondenboek van Groningen.                                           
-  Tot aan de 14e eeuw is alles wat betreft de bouw van,
   "sluizen in de zeewering",uiterst summier!
Maar in de 14e eeuw verandert het één en ander:
De "Schepperen",(Schepperij) gaan meer "zorg en ijver" besteden,om de landen van 
het water te bevrijden.
 
In sommige polders worden in overleg met de ingezetenen "afwaterings-sluisjes" gebouwd,
(sluisje met een enkel stel deuren),en halverwege de 15e eeuw verschijnen de Watermolens
in het Landschap. De ingelanden dienden er zelf voor te zorgen dat hun afwateringskanalen 
goed in orde waren. 
Ook boekt men in de 14e eeuw vorderingen in de Landbouw en Veeteelt,en de Koophandel 
begint te floreren.
Ook op het gebied van de afwatering maakt men vorderingen;
men durft het aan om 3 sluizen te bouwen in de monding van de Fivel. 
(Fivelgo - Oost-Groningen).
 
-  Volgens ds Westendorp,was het Noordelijk gedeelte van Westerkwartier,
   genaamd Langewold,één grote polder.
   Langewold had zijn eigen "waterlossingen en sluizen". 
   De canalen waarlangs het binnenwater naar zee werd afgevoerd,
   zijn voor een gedeelte "oorspronkelijke kreken",deels door de natuur zelf 
   gevormd,deels door de onvermoeide ijver onzer voorvaderen verbeterd,of 
   opnieuw aangelegd!
   Eén sluis voor het gehele Landschap-Langewold was onvoldoende,men 
   heeft er 2 aangelegd, en "zover de heugenis reikt", waren dit de "Visvlieter 
   en de Oxwerder sluizen." De OXWERDER-sluis diende voor het gebied 
   Langewold-Oosterdeel,en de VISVLIETER-sluis, voor Langewold-Westerdeel.
   Van de eerste,aldus ds W.,zijn nog vele bescheiden over,van de andere 
   sluis weinige!
   "Het komt mij voor",aldus de schrijver,"dat de VISVLIETER-sluis,eerst 
   meer binnenwaarts op 
   de hoogte van de Westerhorn gelegen hebbe,anders kan ik mij de aanslijking 
   der WAARDEN als later niet verklaren. Hier heeft waarschijnlijk de eerste en 
   oudste dijk en sluis gelegen."
   Van tijd tot tijd ontstond achter de sluizen,door "aanslijking" nieuw land,zodat 
   men de sluis uiteindelijk moest verleggen!
   Thans zijn er meer Zijlvestenijen of polders,die gebruik maken van één sluis,t.w. 
   "De Kommerzijl",en met name de Zijlvesten: De Homster,Bomster en de Nijesloter.
 
- Sebaldeburen behoort thans (1807) gedeeltelijk onder
  "Kommerzijl",en gedeeltelijk onder "Monnikezijl!"
De "Monnikezijl" loost het water van verscheidene landen in Friesland,ook het water van 
Opende, Doesum, Lutjegast, Grootegast,Sebaldeburen,(gedeeltelijk boven- en beneden),
en verder van de Waarden en Visvliet naar zee!
Naar het laatste dorp werd de sluis oudtijds genoemd,omdat de sluis daar lag,doch ten tijde 
van het Gerkesklooster was deze sluis door de Monniken,"reeds 3 onderscheidene reizen 
uitgelegd". Dat kwam door de aanwas van WAARDEN onder Langewold,en door de aanwas 
van Uiterlanden of Uiterdijcken in Friesland.
noot: Gerkesklooster,achter Strobos in Friesland,waar Gerke Harkema in 1240 het 
Monnikenklooster "Jerusalem" stichtte. einde noot.
Verder blijkt uit het Charterboek van den Heer Schwartzenberg,
dat er ten tijde van het Gerkesklooster,zeer duidelijk,veel onenigheid geweest is over het 
onderhoud van de VISVLIETER-sluis,en dat er verschillende procedures hierover gevoerd 
 zijn,wat blijkt uit een aantal stukken - UIT DE GEBORGEN PAPIEREN - van het vernietigd 
Klooster,uitgegeven door den Heer Schartzenberg.
Ds Westendorp wijst er op in zijn boek,"dat het thans bij velen de gewoonte is,om de 
Geestelijkheid met alle kwaads te belasten",maar..dat ze vergeten dat de Kloosters en de 
Geestelijken,"nadat zij deel gekregen hebben aan landbezit den grootsten dienst aan de 
bevordering van den Landbouw gedaan hebben!"
 
In Sebaldeburen is de "voornaamste waterlossing", in 1809,
het Oude Colonels Diep,gegraven op last van Colonel Robles,
ten tijde der Spanjaarden,tussen Leeuwarden en Groningen.
Later is er een kanaal aangelegd naar Groningen.
  Bijzonderheid: Een stuk land (1809) ten Zuiden van het "Oude
         Diep",ligt nog een oudere waterlossing,nl "Zijlroê",
         welke reeds hier en daar gedempt is.
Sebaldeburen gaf zeer weinig uit voor het onderhoud van de sluis (Munnikezijl),doordat de 
ingezetenen van Sebaldeburen en het naburig dorp Grootegast,met de abt van het 
Gerkesklooster in 1551 waren overeengekomen jaarlijks een vaste som van 6 rijder-guldens 
te betalen.*)
     *) Een zilveren-rijder (gulden) was een daalder,
        een gouden-rijder was F 14,-.        
 
De "Munnikezijl" ligt thans (1809) in Kollumerland.
Het kost zeer veel moeite om de oude Zijlroede,welke Noordwaarts naar Zee loopt,open 
en gaande te houden,om de sluis zijn werk goed te laten doen." De sluis ligt op moment (1809)
"zekerlijk te veel binnenwaarts,en de opslijking is niet te beletten."
Plannen zijn er,"om in den jaren 1800 een grote Watermolen te zetten,want de lage landen in 
Sebaldeburen staan soms zelfs in den hooitijd nog onder water." 
(In de uitvoering van deze plannen,had ds Westendorp een groot aandeel). 
Noot 1. Ook waren voor waterbeheersing oudtijds in gebruik "Vallaten" of "Verlaten",
enkeldeurs sluizen in de binnenwateren voor de Scheepvaart,waar men net als bij bruggen,
TOL moest betalen!
Noot 2. LANGEWOLD: Halsema citeert p.520 eene sententie (vonnis) van de Dijkregters 
Keders in Langewold van 1426. Omstreeks deze tijd werd er wel degelijk voor gezorgd,
dat zoowel de binnen- als de buitendijken onderhouden werden.»»einde noot 1 en 2.««  
 
11.   KERKELIJKE BIJZONDERHEDEN INZONDERHEID SEBALDEBUREN 
 
Ds Westendorp kon geen enkel spoor vinden van de eerste tijd dat een kerk gebouwd 
werd in deze contrijen.
Volgens hem is het ook niet te bepalen of er vóór de invoering van het Christendom een 
tempel gestaan heeft,gewijd aan de goden! 
 Alhoewel hij vermeld,"dat wij uit de oude Friesche wetten en uit de geschiedenis weten,
dat bij de strijd,welke het Christendom veroorzaakte,de Goden-tempelen in Friesland en deze 
oorden,beurtelings afgebroken en opgebouwd wierden." *)1,  
*)1,Wiarda,in "Ostfriesische Geschichte", s.69,verder bij Bolhuis,Wagenaar en Emmius.
Verwezen wordt naar Friesche Kerkbouw vóór de jaren 737,
want Willebrordus had in die tijd reeds gelegenheid tot het bouwen van Kerken!
Ook Bonifatius zou omstreeks 754 in een brief aan Paus Stefanus gewag hebben gemaakt 
van de vooruitgang van het Christendom mede onder leiding van Willebrordus! *)2,
*)2,Charterboek,1,van Schwartzenburg,p.41 en 42.
 
Verder noemt ds W."De beroemde Friesche apostel en eerste bisschop in deze Landen,
LUDGER,die zich bijzonder bevlijtigde om overal Kerken te bouwen,ter voortplanting van 
het Christendom." Als één van de eerste "bedehuizen",wordt het dorp Uskwert genoemd!
 
In 784 werden er nog kerken verbrand,maar in 785 werd door de tussenkomst van LUDGER,
die in dit Gewest tot Herder was aan-gesteld,overwegend de Christelijke Godsdienst aangenomen.  
De eerste Christelijke Kerken waren houten kerken,gelijk als voorheen de tempels der Goden.
De Paus Gregorius schreef bij de invoering van het Christendom naar Engeland,"om de tempelen 
tot Kerken te gebruiken,en niet de "jagers" maar de "visschers" na te volgen."
Gewoonlijk braken de zendelingen de tempels af,en bouwden op dezelfde plaatsen 
Christelijke Kerken,opdat het volk gemakkelijker ter kerke zou komen,om het het Goddelijk 
woord te horen.
- In zeer oude stukken is de Kerk en het kerkhof van Sebaldeburen reeds bekend als de 
  Algemeene Vergaderplaats des Landschaps (Landraad),waar een Volksbesluit genomen 
  kon worden, of "regt" werd gesproken,naar aloude gewoonte der Ingezetenen, om 
  aldaar bij de Tempel of Kerk, en op een gewijde plaats,"kerkhof",besluiten te nemen!
  Hieruit zou men kunnen afleiden dat er in Sebaldeburen,zeer vroegtijdig (in de oudheid) 
  een Kerk gestaan heeft!
- Omstreeks het jaar 860 waren de Kerken reeds zeer vermenigvuldigd. Ook zouden 
  Evangelie-predikers houten tempels der Goden,tot Christelijke bedehuizen gewijd hebben!
  zie: Van Wijn,in "Avondstonden",deel I en II.
 
Zoals gezegd waren de eerste Kerken van hout!
Van Bedum weten wij het nog! *)
*) "Oudheid en Gestichten van Groningen",blz.343.
In Engeland waren bij de invoering van het geloof STENEN
Godshuizen zeer zeldzaam,en werden beschouwd als een beziens-
waardigheid!
Hier te lande waren vóór het jaar 1000 geen stenen Kerken.
In dit Gewest is als één van de eerste stenen gebouwen bekend het gebouw te Groningen,
(± 850) hetwelk voorheen Sint Walburgskerk heette,maar volgens anderen een Romeinse 
burcht geweest is,van steen gebouwd in 850,"wegens invallen der Noormannen." 
St Walburgskerk afgebroken in 1627 - standplaats ten Noorden van de Martinikerk,
waar nu (1995) de RONO zetelt.
-  Verder wordt vermeld dat Dirck de Eerste,ten tijde der Romeinen,omstreeks het jaar 900,"
   een cloester (klooster) van houte te Egmond had gesticht",maar de onderzoeker 
   VELDENAAR berigt,"dat Graaf Dirk de Tweede de,in het jaar 975, DAT CLOESTER 
   VAN EGMOND KOSTELICH ENDE STRACK LIET MAKEN VAN STEEN".
   Volgens ds.Westendorp werden eerst de Kerken en Kloosters van steen gebouwd. 
   Voor andere gebouwen werd nog HOUT voorgeschreven!
 
In ons Vaderland kwam de stenen Kerkbouw goed op gang in de 13e eeuw.
 
-  De Friezen hebben eerst enige opgetrokken tot wering van de Noormannen! 
   Dit voorbeeld volgde DE ADEL,zegt Emmius,dit ter verdediging van hun 
   belangen in dit Gewest in de 13e eeuw.
   De plaats SCHARMER had reeds in 1231 een stenen Kerk,en in LOPPERSUM 
   brandde in 1277 een stenen Kerk af!
 
De oude bouwwijze onzer Voorvaderen was eenvoudig.
Hun huizen waren op zijn best,geheel van hout,de wanden waren dit niet altijd,de 
muren werden ook gebouwd van LEEM of stro in LEEM.
De eerste stenen die gebruikt werden voor de bouw van Kerken en Kastelen 
was TUFSTEEN.
Wanneer men begonnen is met gebakken steen is niet precies bekend. 
Wij ontmoeten van 1320-1450 de tichelstenen,die door de "tichelaars" dikwijls 
gebruikt werden in stedelijke gebieden! Bekend zijn ook de "kloostermoppen".
De eerste Kerk welke hier stond in dit Gewest,verving waarschijnlijk een Heidense 
Tempel,was rond van gedaante,en stond te Langewold,dit blijkt uit een afbeelding 
op het overoude Kerkzegel van Langewold,en gebouwd in de smaak van een  
"Burcht",of naar het voorbeeld van de St-Walburgskerk te Groningen. 
Of het Kerkzegel nu een "Burcht" of een "Kerk" verbeeldde,daarover zijn de 
meningen verdeeld. In de 13e eeuw hadden de Dekens en de Kerken zegels.
De meeste oude zegels der Landschappen (Landraden) waren Kerken. 
Humsterland had 3 kerken in het zegel,het Oldambt voert de kerk van Midwolda 
in haar wapen.
Zelfs het oude Groninger wapen is in de oudste zegels van openbare stukken,
de Sint Walburgskerk.
-  Bij de Hervorming (omwenteling) werden de Priesters verdreven,en schijnt hier 
in Sebaldeburen den Heiligen dienst gestaakt geweest te zijn. Dit duurde tot den 
jare 1602,toen deze Gemeente en Grijpskerk,door Nicolaus Petri,
(naderhand naar Visvliet vertrokken),bediend wierde.
In 1606 en eenigen tijd vervolgens wierd de dienst te Sebaldeburen en Grootegast 
door den predikant THOMAS JOANNES waargenomen.
Doch in 1616 en 1617 wierd Oldekerk met Sebaldeburen gecombineerd,en 
alhier als Hervormde Leeraar beroepen,de hieronder genoemde predikant 
JOANNES FREDERICI HOORNEBERCH.
(Het taalgebruik is van ds.Westendorp).
De volgende Predikanten stonden eertijds te Sebaldeburen:
± 1617 - ds.JOANNES FREDERICI HOORNEBERCH,blijkens een glasraam 
uit de vorige kerk te Sebaldeburen,en uit oude classicale stukken. 
In 1622 vertrokken naar Saaxumhuizen.
1623 - ds.CASPAR BOTE, alhier,1663,en begraven in het "koor".
1664 - GERHARDUS NICLENIUS,in 1677 overleden.
1679 - HENRICUS SCHWEM,overleden in 1680.  
           Sinds deze tijd is Oldekerk met Niekerk gecombineerd,
           en de dienst in de Gemeente Sebaldeburen,door de 
           volgende Predikanten waargenomen:
1683 - GEORG.HENRICI PLACIUS,vertrokken naar Holwerd,(Frl)  in 1690.
1691 - JOANNES HENRICUS DORRIë,vertrokken naar Noorddijk in 1700.
1700 - JACOBUS KEUCHENIUS,vertrokken naar Ezinge in 1707.
1709 - OTTO ZAUNSLIFER,vertrokken naar Opende in 1714.
1714 - RENIKUS SALMASIUS,vertrokken naar Opende in 1729.»»  
1730 - RENSKO RIPAMA,vertrokken naar den Olijfberg ad
           ecclesiam sub cruse te Antwerprn in 1733.
1733 - CORNELIUS de BAAR,vertrokken naar Rottum in 1737.
1738 - TJARK EVERTS ATLAS,emeritus verklaard in 1776.
1781 - HARMANNUS ARNOLDUS BRAAM,vertrokken naar Ezinge 1796.
1797 - NICOLAUS WESTENDORP,(schrijver dezes).
- Aldus een naamlijst van Predikanten - NH-kerk Sebaldeburen, door ds N.Westendorp.
- Tijdens de combinatie van Oldekerk met Sebaldeburen in
  ± 1616/17,valt op dat de Predikanten tot aan hun overlijden bleven,en niet vertrokken! 
- Na die tijd,vanaf 1683 zijn de Predikanten,uitgezonderd vader ATLAS,allemaal vertrokken.
  OORZAAK: De inkomsten voor de predikanten waren sterk verminderd,en ELK 
  vertrok gaarne!
  VOORBEELD: Van het laatste gedoopte kind van de Gemeente Oldekerk,gedoopt 
  23-11-1683,kreeg de Predikant van Sebaldeburen,die het kind gedoopt had,een zeer
            kleine som,onder de naam van Ossegeld.
 
- Verder heeft ds Westendorp kritiek op de inrichting van de vele "landkerken",
  wat betreft "de goede smaak en fraaije bouworde". Volgens hem is het jammer,
  dat deze punten,als mede de netheid en zuiverheid,schandelijk verzuimd worden.
  "Dit verdonkert den eeredienst,in plaats van denzelven op te luisteren,en stremt 
  deszelfs werking."
 
Tot de "Kerkelijke Bijzonderheden",zoals reeds eerder vermeld,
behoorde Sebaldeburen-beneden (Grijpskerk),tot onze Gemeente Sebaldeburen. 
De Kerk en het Kerkhof te Grijpskerk behoorde niet aan hen! Hunne begraafplaats 
en parochie-kerk was hier te Sebaldeburen.
 
   OPSCHRIFT BOVEN DE KERKDEUR TE GRIJPSKERK LUIDT:
  "Dese Kercke van den Eedele Nicolas Grijp gefundeert is,
   geduirende deze Nederlandische oorlog in 't jaar 1582
   geheel geruineert en wederom opgebouwet in de tidt des
   stillestants van wapenen Aº 1612 doer beleijde des edellen
   Junchern Everhardt van Achendorp, Hoevelinc aldaar en
   bekostiget van de drie Cluften WAERT, WESTERDIJC en
   JURSEMA.
            Cornelis Jansen, Jacob Claessen  Kerkvoogd.
 
Wanneer Nicolas Grijp geleefd heeft,is ds Westendorp niet bekend! Wel is bekend 
dat de fam Grijp gewoond heeft op de Waard. Op de Waard - woonde een 
eigengeërfde Johan Grijp, die voorkomt in de "verschillen (of geschillen) met het 
Klooster Jerusalem,over de MONNIKKEZIJL in het jaar 1471."
- Genoemde Everhardt v Asschendorp ligt,*) volgens ds Westendorp, begraven in 
  de Kerk te Grijpskerk,en was getrouwd met de enige dochter van de beroemde
  RENGERS van TEN POST,(nl Frederica Rengers,gehuwd 1609).
     *) Ook wordt genoemd een Johan Asschendorp,hiervan een 
      grafsteen in de Kerk Grijpskerk - zonder sterfdatum!
      Van de Familie Asschendorpen rusten er meer in de Kerk van
      Opende. Deze familie bezat vele goederen,en was zeer in "aanzien",
      in deze contreien!
 
 Wat betreft de Cluften WAARD, WESTERDIJC en JURSEMA:
1. De WAARD is bekend.
2. WESTERDIJC= niet hetzelfde als Westerhorn, WESTERDIJC moet
    gezocht worden in de WAARD.(*)
3. JURSEMA= zeker de Jursema-cluft,de streek onder Oldekerk,
    als zowel de streek onder Nieuwzijl.
    [(*) Anderen waaronder W J Formsma,noemen Westerdijken.
    Deze benaming zou de oude naam voor de Westerhorn 
    zijn,onder Lutjegast/Grijpskerk].
 
Op een steen in de muur van het Pastoryhuis te Grijpskerk, vond men de volgende 
inscriptie,hetwelk de bewoner de Prediker Esscher,niet kon verklaren,:
  OP DE STEEN ziet men een borstbeeld, met daaronder een ster,hangende aan
  een boomtak,met als spreuk:
    Dns Gerhardus,   (Dns= Dominus of de Heer)?
    Murlinck ut de olde
    Markt Provest to
    Kusemar  1556.
  - Toelichting:
1. Men zou kunnen denken aan de Proost v/h Klooster te Kuzemer
    (Vrouwenklooster). Afbeelding van de Proost?
2. Of behoorde en/of lag het Kuzemer-Klooster onder Oldekerk?
3. Of is het met de bouw van de Pastorij,als 'grap" door de
    bouwers ingemetseld?
4. Had het Kuzemer-Klooster,"landen en plaatsen",in Juursema-
    Cluft,op de Uiterdijken van Cusemar?
    Het blijven vraagtekens!
 
  Verder deelt ds Westendorp mede,dat hij attent gemaakt is op
  een bijna onleesbare gedenkplaat,gemetseld in de voormuur van de 
  Kerk van Visvliet,met als opschrift:
         In 't iaer ons Her
         M.CCCC en XXVII.is
         Visvl-er cerck maeckt
De toren is blijkbaar voortijds afgesleten,het dak loopt nu door. Het Kerkhof is klein,
en volgens ds.W.,kan men daaruit afleiden dat het KERSPEL klein was,ten tijde 
van de stichting der Kerk.
In de Kerk vindt men achter de bank van Hellinga een op  schrift "in steen",van 
de volgende inhoud:
         A 1557 golt de rogge VII
         Emder gt mvd
         D. Geradv
         S. Wieting
         K. van Dw
"De Heer Gerardus was denkelijk dezelfde abt Gherhardus 
Dwingel,welke het contract over de uitwatering naar 
Monnikkezijl met Sebaldeburen inging,want Visvliet behoorde
aan het Klooster!"
 
12.  SEBALDEBUREN in den tegenwoordige toestand van 1809.
 
De vorige toestand van Sebaldeburen in de Oudheid, hebben we reeds in het 
voorgaande besproken,ik wou mij nu zoveel mogelijk beperken tot den 
Tegenwoordigen toestand, zoals beschreven door ds N W.,in 1809.
 Algemeen is wel bekend dat wij onze beschaving,aldus ds W.,voor een groot 
gedeelte te danken hebben aan de Romeinen en de Fransen. 
(Opmerking samensteller: Ds Westendorp was niet tegen de Fransen,hij was er 
enigszins trots op dat Nederland nu behoorde tot het "Groote Rijck").
Verder noemt ds W,de Galliërs,die vroeger beschaafder waren dan wij,en ons 
"ver vooruit waren".
Doch ten tijde van de Romeinen was het hier in Nederland,
aldus de schrijver,"nog niet zo slecht gesteld,als men wel denkt." Dit zou blijken 
uit het gedrag van de Keizer der Romeinen, KALIGULA,die in het jaar 40,
in de Betuwe,prachtige kledingstukken en "huisgeraden",(sieraden) verkocht 
van zijne zusters! Deze goederen brachten zulke hoge prijzen op,dat hij vanuit 
het Keizerlijk Paleis te Rome,"met wagens",meerdere goederen (huisgeraden) 
liet overkomen,om ze HIER te verkopen!
 
Opmerking:- Tacitus,(Romeinse geschiedschrijver in het jaar 100),vindt alle 
daden van deze Keizer grenzend aan zotheid!"
- Ds.Westendorp daarentegen vindt het "een daad  van een wijs mens,die 
ten zijnen koste,de Ingezetenen dezer landen,met de Kunsten en Beschaving 
der Romeinen wilde bekend maken."
 
13. "Langewold was eertijds een oppermachtig Landschap",
 
taalgebruik is van ds W.,het bezat een "eigen wapen",en had "eigene wetten en 
geregtigheden."
Méér over deze wetten kan men vinden bij de Geschiedschrijvers: 
Wiarda,(reeds eerder genoemd),en bij Halsema.
Maar ook een tijdgenoot van ds.Westendorp,den Heer Wichers,
Landdrost,"heeft met een wijsgerig oog alles nagespoord."
Een gedeelte van deze wetten voor Langewold zijn in de jaren 1207 
en 1282 gemaakt te Sebaldeburen,en zijn uitgegeven bij Het Groninger 
Genootschap "Pro Excolendo Ex." opgericht 1761,Groningen.
Sebaldeburen was de Hoofdplaats van de 12 Karspelen *),
van genoemd Landschap Langewold.
*) Karspelen waren o.a.: Lutkegast,Grootegast,Sebaldeburen,
   Doesum,Opende,Visvliet,Waarden,enz.
Vervolgens (later) werd het Landschap verdeeld in 2 Grietenijen,t.w. Ooster- en Westerdeel 
Langewold. Sebaldeburen was het Hoofd,de loop- en vergaderplaats.
Regtdag (rechtzitting) voor geheel Langewold werd gehouden te Sebaldeburen,hier deed men 
den EED op het Kerkhof onder den blooten hemel op Hemelvaartsdag,"insgelijks ook jaarlijks 
geschiedde dit door de Buurregters van onderscheidene Dorpen, welke in kleine zaken 
vonnisden,terwijl door een aantal Ingezetenen eenen kring gesloten wierd,ter beveiliging."
In latere tijden werd de regtdag naar elders verplaatst,werd aangekondigd door "Klokkleppinge",
en voor het eerst gehouden ten Noorden der Kerk,later in de Kerk,totdat bij het 
Ommelander Landregt toestemming werd gegeven om de "regtzitting" te mogen houden in een 
Herberg. De Kerk was als het ware,de Secretarie,alle stukken en charters werden aldaar 
bewaard in kisten. Dit laatste ziet men duidelijk uit een Warfbesluit van 1529,genomen ten 
tijde van Karel van Egmond,die bepaalde,"dat het "Langewoltmer Seggel",met de kist tho 
Sebaldeburen in de Kercke sal wesen...," en de beide Grietmannen,plus twee Buurreg ters,
elk een sleutel in bezit mogen hebben! 
Omstreeks 1795 zijn deze kisten geheel verdwenen!
 
[OPMERKING: Opvallend is dat ds W.,(in dit werk), zijn mening niet geeft over het 
"Monsterproces van 1731",in het gehucht 't Faan,Langewold-Oosterdeel,waarop 
24 Sept.1731 in de "Kercke tot Faan",24 ingezetenen uit dit gebied,(z.g.n. Sodomiten),
ter dood werden veroordeeld.   
       Doodvonnis ondertekend door:
       R de Mepsche, Grietman,en
       M Alting, Grietman.          
Voor meerdere gegevens over dit proces,(zie hfdst.1.)   
opm.van de herschrijver M K].
 
14.     SEBALDEBUREN in VROEGERE TIJDEN
 
In vroegere tijden werd in Sebaldeburen een belangrijke Paardenmarkt gehouden,
op de Zondag voor Hemelvaart!
Volgens ds. W. was het een beroemde markt!
Door toedoen van het Groninger Stapelregt,met name door den Heer Ouderman,
is de markt in verval geraakt.
In 1809 bestond ze ook niet meer,nu is er alleen op Hemelvaartsdag kermis,
maar er komt geen vee meer.
"Het geeft alleen eenig vermaak aan een klein aantal menschen uit het Dorp en den omtrek."
- Enige "voordeel en luister" beleefde Sebaldeburen aan het Kolonels Diep,gegraven 
  door den Spaanse Stadhouder C Robles,*) en bestemd voor alle doorvaart,ook uit 
  Friesland,van en naar Groningen.
  *) Caspar Robles,Spaanse Stadhouder in Friesland en Groningen,[1527-1585].
  Later werd er een nieuw Diep gegraven naar Strobos,en gingen de voordelen 
  van voorheen (Kolonels Diep) weer verloren.
- Oudtijds stond een aanzienlijk Kasteel of Burcht te Sebalde  buren,genaamd "Boekstede" *).
  De Burcht is versleten en afgebroken. In mijn tijd,(ds.W.)
  zijn nog overblijfselen van de poort en de kelders opgegraven!
     *) Gebruiker: in 1540 Henrick Boekens.
      Locatie: Ten Oosten van Lutjegast. De grachten zijn nog aanwezig (1973),
      en de Lanen en Singels nog te  herkennen. Er groeien veel bomen en struiken.
- In 't verleden,en ook ten tijde van ds Westendorp,heeft 
  Sebaldeburen véél te lijden gehad van overtollig water.
  De kleigronden waren op veel plaatsen zo laag,dat in de zomer nog vele landen 
  onder water stonden!
  Toen ds W.in Sebaldeburen kwam (1797) brachten deze natte landen,waaronder 
  ook "kerckelanden",weinig of niets op!
  Voor 10 jaar terug [gerekend vanaf 1809],verhuurde ds.W.deze hooilanden,
  en meerdere malen brachten ze jaarlijks niet meer op dan TWEE GULDEN 
  per "morgen" hooiland!
  Men probeerde met kleine watermolentjes "tjasken",de wateroverlast te bestrijden,
  doch deze onvolmaakte uitvinding kwam later in verval,en alles keerde weer terug 
  tot de NATUUR!
 
Op oude nauwkeurige kaarten van de Prov.Gron.is te Sebaldeburen een MEER 
[watervlakte] *) getekend,waaruit men de VORIGE toestand van de lage landen,
kan opmaken!
*) Tjaardsma-meer.(Waarschijnlijk later in de volksmond "Het lege meer"). 
Deze lage landen of polder lagen ten Noorden van "De Eendracht",
ri Lutjegast-Westerhorn.
Ook zijn er nog oude koopbrieven van dit MEER aanwezig,o.a. van 
Wijger Rijkerden,dd.21 Sept.1537,bezegeld met het zegel van Langewold,waarbij hij 
"zijn aandeel" aan het Weyt Tjaardsma-meer,verkoopt aan Gerkesklooster.
Al eerder had het Klooster een groot gedeelte van de "rietlanden" aan het 
Tjaardsma-meer gekocht van Aelka Thyarsma.*)
*) zie charterboek van Friesland. Hierin beschrijft een andere Thyarsma,een 
zekere Wije Thiarsma,(1508),een onenigheid tussen de Abt van Gerkesklooster
en een Meyne Feringa,over het "recht" van "weg" op de "dijk",bij de Visvlieter-zijl.
 
Ds.W.geeft toe dat Sebaldeburen van een "groot Dorp" in het verleden,thans
(1809) weer veel verloren heeft!
Wel is hij van mening dat Landbouw en Veeteelt,in vergelijking met weleer,
veel is verbeterd,en dat het Dorp nu grotendeels is afgedijkt tegen het water!
Hij herinnert eraan dat hij mee heeft mogen werken aan het "zetten van een 
groten watermolen",[1801] *),en dat de verwaarloosde natte landen van vroeger,
vele mudden haver,rogge en boekweit opleveren,en dat het een lust voor het oog is,"
ons vee te zien weiden,en de boekweit te zien bloeien!
      *) Standplaats groten watermolen: in Sebaldebuurster-
         polder aan het Kolonelsdiep. (Afgedamd Kolonelsdiep,
         met "wateruitslag" op de Grootegastertocht).
         In 1887 molen afgebrand (blikseminslag).
         Even later Nieuwe molen "De Eendracht",1889.   
 
Opm. Van oude en reeds overledene lieden,wier voorouderen hier gewoond 
hebben,heb ik,(ds.W.) dikwerf gehoord,dat er altijd gezegd wierd,dat onze 
Kerk "land" had liggen in de klei!!!
Ook had hij gehoord dat de Kerk van Sebaldeburen,nog ander en méér "land" 
in den omtrek had...en nu is er slechts hier een weinig "laag land" meer,van 
zulke eene oude Kerk en aanzienlijke Gemeente??
- Ik wilde wel de lijst eens zien der Kerkelijke goederen ten tijde der Reductie.*)
  Hij verzucht: "de Heeren Amsweer en Rengers hadden ze toen"!
    *) Bij Reductie: het terugbrengen tot de vroegere vorm.   
    Uit het Charterboek van Vriesland II.D. blz.259,260,
    haalt ds.W. de VOLGENDE TEKST aan,uit eene Missive,vervattende 
    den korten inhoud vam het Testament van Wijet ter Brugge te 
    Sijbaldeburen uit 1508:
 
                       (MAART 1508) copie
  
Erwerdighe bijsundere guede Vriendt: hier is bij ons an der 
Gerkensbrugge in Lanckwolt te Sijbaldeburen een man 
gestorven, genoempt Wijt ter Bruggen,den Goidt 
genade,die welcke bij sijns gaende,staende ende 
levendighe lijve gegeven heeft dat Convente Kusemer 
vijff golden rijnsgulden uit vijftien pundemate landes,
gelegen in Oostbroesterland, daernae,dat hie is kranck 
gewoerden heeft hie sijn donacij van die vijff golden 
gulden vermeret ende heefft dat Convent Kusemar 
gegeven ende besat in sijn testamente die vorgenoemde 
fijfftien pundemate landes,daer sie 't voeren die 
vijff golden gulden uit hadden voir sijn leger stee ende 
dat hie ten ewigen daegen voir sijn siele gebeden wolde 
hebben: dair toe heeft hie gegeven ende gelegiert 
Gerkenskloester offte Jheruzalem ende Vrouwen 
Cloester,sijns vaders geldijnghe doe welcke in Lanckwolt 
geslagen wordt,welcke geldinghe Johan Foinga ende 
Benne gebrueders onder hebben: daer toe noich 
Vrouwencloester ene pundematelandes gelegen in 
Oostbroesterlandt(*1),omdat sijn oelders bijnnen Vrouwencloester
(*²)begraven sijnt: daer toe noich Gerkenscloester drie 
acker veens gelegen in des Conventes  voirschr. 
veen in Suerhuesemer landt:daer toe noich heeft 
die selve Wijet gegeven sijnre Parochie Kercken 
Sijbaldeburen,drie golden rijns gulden ende een 
pundemate landes gelegen desgeliken in Oostbroester landt Ec. Ec.                           
               
  [Aantekening v/d schrijver M Kuitert Rzn,bij (*1) en (*²)
                  uit bovengenoemd Testament 1508:
         (*1) Oostbroesterlandt= correspondeert met in het
               verleden Oostbroeksterland,de tegenwoordige 
              Gemeente Kollumerland.
              Inderdaad een Gemeente met veel kleigrond.
         
         (*²) Vrouwencloester= Vrouwenklooster,gelegen ten
              Zuiden v/h dorp Burum, Friesl.(Gem.Kollumer-
              land),en toentertijd behorende tot het Convent
              van Gerkesklooster.
             -  Huidige boerderij,(in de volksmond "Vrouwen-
                klooster),ligt ten Z.van Burum aan de oude
                Friese Straatweg. In 1950 bewoond door de 
                familie J P Veenland.   
             - Ten Z.van het Vrouwencloester lag in de oud- 
                heid "Sarabosch",een boerderij gelegen aan het
                riviertje "De Lauwers",(bij de spoorbrug),en 
                behoorde in het verleden ook aan Gerkeskloos-
                ter,ofwel Jheruzalem.                
                Na verschillende gedaanteverwisselingen staat er
                tegenwoordig (1996) op dezelfde plaats nog een  
                boerderij,in de volksmond genaamd"Sarabosch".
                In WO-II woonde op "Sarabosch", het gezin
                I.Sevinga,(veehouder),afk.uit Visvliet].
 
   
 
 
 
 
    Vervolg opmerking v/d schrijver M Kuitert Rzn:
 
   [NA INZAGE van ds Westendorp in het Charterboek van Vries-
    land II, D.bl.259/260,(van bovengenoemd Testament),
    vermoedde ds.W.,dat er waarschijnlijk in het verleden wel 
    meerdere overleden lidmaten der Kerk,"goederen of land"
    vermaakt zouden hebben aan de Kerk!!
    Jammer dat de dominee geen kans meer kreeg om de "lijst
    van Kerckelijke goederen" in te zien!]
 
OPmerking:
- [Voor de goede orde was Sebaldeburen in de Oudheid de Hoofd-
  plaats van het Landschap Langewold. Het strekte zich globaal
  uit vanaf het riviertje De Lauwers,(ten W.van Doezum),tot en
  met Aduard.
- Het gebied Vredewold lag ten Zuiden van Langewold,globaal
  gerekend vanaf Marum tot aan Hoogkerk,en grensde Zuidelijk 
  aan Drenthe!                        
   TEZAMEN heet dit gebied WESTERKWARTIER v/d Prov.Groningen.]
 
  IETS over de CULTUUR,SPRAAK,ZEDEN en MANIEREN van dit Gewest
  (inzonderheid rond Sebaldeburen, 1809).
 
De tongval,welke in Langewold-Westerdeel in het gebied waar wij wonen..,
verschilt aanmerkelijk van alle andere Dorpen en Kwartieren in dit Gewest,
voor wat betreft het gebruik der woorden en in uitspraak.
Hier zijn veel meer "oude Friesche woorden" en "spreekwijzen" 
overgebleven dan elders. Volgens ds.W.verstaat elke ingezetene 
hier het "Friesch",als het gesproken wordt.
"De uitspraak der woorden heeft hier bovendien meer van het   
Vlaamsch of Hollandsch,en minder plat-Duitsch,hoe zeer ook de 
plat-Duitsche tongval in dit Gewest,van tijd tot tijd algemeen 
heerschend geworden is."
In de oudheid zou hier zeer waarschijnlijk "Friesch,of Oud-
Friesch",de voertaal zijn geweest! 
In de oude tijd en omstreeks Jesus geboorte werd er 
"Friesch" gesproken vanaf Holstein tot aan de grenzen van het 
voormalig Frankrijk. "Oud-Friesch en Oud-Saksisch is één!"
"Alhoewel wij geene gelegenheid hebben,om het Oudfriesch 
uit inlandse stukken,(hier eerder dan van de 13e eeuw en 
volgende eeuwen) te kennen,zoo komt hetzelve evenwel 
met het Angelsaksische van de negende,tiende en elfde eeuw,
waarvan vele overblijfselen zijn,overeen! Hieruit kunnen wij 
opmaken,dat de taal hier vanaf de 4e eeuw,waarin de 
Friezen naar Engeland  overstaken,tot aan de 13e eeuw 
niet veel veranderd is. (*1).
In de 14e eeuw wierd nog het Oudfriesch gesproken,toen 
de Friesche Zeelanden zich uitstrekten van de Wezer tot het Vlie,
zo zeer was toen door volksverhuizingen en gedurige oorlogen,
de Friesche Republiek en taal opgedrongen.
(*1) De Belgen staken voor Ceasars tijd naar Engeland over;
      Deze spraken mede Friesch,en hieruit moet zowel den 
      onderlinge handel,als overeenkomst in TAAL mede ver- 
      klaard worden,en niet gelijk gewoonlijk geschied,al- 
      leen uit de overtogt van een hoop Saksen en Friezen.
  
 
 
Doch in de 15e eeuw drong het Vlaamsch van de ene kant,en het 
neder-of-platduitsche van de andere kant,zoo zeer door,dat het 
Friesch zich nog alleenlijk kon staande houden in het eigenlijke 
Frieschland en Groningerland,totdat uiteindelijk in de 16e en 17e eeuw,
(*²), DE OUDSTE der thans levende Duitsche en aanverwante talen,
bepaald werd door het tegenwoordige Friesch-
land,waar het thans alleen wordt gesproken.
(*²) Emmius zegt,dat in zijnen tijd weinigen nog het 
     Friesch in Groningen verstonden,dewijl vele ingezete-
     nen Drenten of Westfalingers waren. Naderhand voegt
     hij er bij: de ZEDEN en KLEDING zijn veranderd,de taal 
    der Friezen is nauw beperkt,en bijna al de stedelingen
    onbekend!
 
Het is schandelijk,aldus ds.W.,dat men er geen volledig 
woordenboek van ontwerpt.
Grenzend aan Friesland,behoeft het niemand te verwonderen,
dat meer dan elders in deze contreien,van de oude Friesche 
taal,enkele woorden en spreekwijzen zijn overgebleven!
Toch verwondert ds.W. zich erover,"hoe er op den wijduit-
gestrekten Frieschen bodem 
 
2 andere tongvallen konden ont  staan,wel ke hunne 
moedertaal bijna ten eenenmale verdelgden."
Wil men de trap van beschaafdheid berekenen of beoordelen
van dit gebied naar de taalkennis van de ingezetenen van dit
gebied,dan komt men tot het volgende:
Zeer velen kunnen hier niet Lezen of Schrijven,
"velen die nog lezen kunnen,lezen slecht; 
weinigen kunnen dit behoorlijk doen. 
Er zijn zeer velen,die niet meer kunnen schrijven,dan hunne naam!
Eenige weinige schrijven redelijk.
Toch begint men allerwege,"meer prijs te stellen op deze wetenschappen."
De bejaarde lieden beklagen zich er over dat het hen aan gelegenheid 
ontbroken heeft,om te leren; toch zijn ze bereid om beter onderwijs 
voor de volgende generatie te ondersteunen.
Er is geen enkele die de Rekenkunde verstaat,ik beklaag hunne 
vlugheid in het dagelijksch rekenen. Toch een onontbeerlijke wetenschap!
Met het lezen van nieuwe werken (boeken) houdt zich slechts
eene enkele op: er wordt bijna niet gelezen. De meesten hebben
zelfs tegen latere werken een vooroordeel.
Sommige huisgezinnen hebben geen boek.
Anderen hebben alleen den Bijbel. Eenige hebben bovendien nog een 
gebedenboekje of bloemhofje,of een paar kleine methodistische blaadjes,
die door omloopsters verkogt worden.
 
Zeer weinigen hebben den één of andere Schrijver over den Catechismus,
en een boek met predikaties. Van de schrijvers is Brakel hier het meeste in
achting. Hij en Cats zijn hier haast alleen bekend!
"In den Godsdienst kleven zij zeer aan het oude,en schoon zij zeer 
verdraagzaam zijn,en aan kleine veranderingen zich niet storen,zo 
zien zij evenwel ongaarn veranderingen van gevolg. 
Enkel zedekundige leerredenen [preek] behagen niet,
doch droge leerstellige voorstellingen of weidsche uitlegging
en ontlediging evenmin!
  Zij zien inzonderheid gaarne,dat de Leeraar het menselijk hart kent.
 
Het waarnemen van den openbaren Godsdienst gaat des vóór-
denmiddag wel,doch des nádenmiddags slecht - 
en ook kan men in geenen deele zeggen,dat zij bijzonder prijs 
stellen op het onderwijs in den Godsdienst. Uit dien hoofde zijn 
sommige hierin volslagen onkundig,zonder zelf eenig gebed te kennen,
en meest allen uitermate zwak; nogtans zijn er velen,welke gezond 
en vrij verstandig kunnen redekavelen,doch zij weten niet het goede 
van het kwade te schiften:zij overdrijven het somtijds."
 
In den omgang zijn de ingezetenen van dit gebied, gul-bescheiden,
en opregt,enkelen uitgezonderd,en zij winnen het hierin van anderen 
op andere plaatsen van dit Departement.
Als een boer hoogmoedig is,wat naar men zegt méér voorkomt op de
Klei dan in de Wouden,dan is hij hoogst lastig en vervelend in den omgang.
"Hier is men nederig en eenvoudig,doch niet stijf,men bemint den omgang,
waarin men tevens de behoorlijke welgevoegelijkheid in acht neemt!"
"Deze meerdere Gulhartigheid en Bescheidenheid schijnt de bewoners 
van de Zandgronden,het nakroost van de oudste stammen,
overal in ons Vaderland,aan te kleven.
Gelderland is in dit opzigt beroemd,en ook te Waalwijk en andere 
zanddorpen in de Langestraat,(thans aan Frankrijk afgestaan),
hebben mij deze beminnenswaardige eigenschappen betooverd".(*)
    (*) Ds.W.:Ook wij behooren nu mede onder Het Groote Rijk.
        [dominee was er waarschijnlijk trots op dat 
        Nederland bij het het Grote Rijk was ingelijfd]. 
 
"Evenwel de Landbouw op de zandgronden in dit Gebied,loopt 
  ten achter bij die op de Kleigronden.
  In de bewerking en cultivering der gronden (lage gronden) 
  kunnen ze andere boeren elders niet evenaren!
  In dit Gewest zou men ook veel van de Hollanders kunnen leren,
  die van zeer matige gronden,uitnemende weilanden gemaakt hebben!"
 "De zeden zijn hier als elders op de boeredorpen. Voorheen waren er 
  veel vechtpartijen,maar door de waakzaamheid van justitie is dit sterk 
  verminderd.
  Men is niet nauwkeurig in het stuk der kuisheid,en de landjeugd geeft 
  de jeugd der steden niets toe.
  De ongebondenheid is niet gering. Ook zijn er genoeg bejaarden 
  die niet geheel buiten opspraak zijn.
  De dronkenschap is niet erger dan vroeger!
  Ruwheid en woestheid in de vermaken,wordt algemeen gezien als 
  een gebrek van de inwoners der Wouden.
  Tot het spel zijn,helaas! velen te zeer genegen,en vooral op Zondag,
  waar men,of in het veld,of in gemeene huizen,zijn geluk beproefd.
  Van baatzucht zijn de landlieden niet vrij te pleiten.
  Hun inborst in zaken van koophandel,is over 't algemeen niet geheel 
  te vertrouwen. De kooplieden zijn in 't algemeen "slim"
  en "loos" in het stuk van hun voordeel!
  Overal ten plattelande heerst het gebruik om soms eens naar de 
  kermis te reizen,en zich daar recht (gelijk reeds onderweg)
  te vermaken. Niet minder in trek zijn de verkopingen van vee,
  gereedschappen en meubelen op een boerderij,waar jongelieden
  elkaar opzoeken!
  Op Zaterdag,maar in 't bijzonder de Zondagavond,"is de gezette 
  tijd der uitspanningen", uitgaan,de jeugd zoekt elkaar op,of aan 
  huis,"of geeft elkanderen elders een rendesvous."
"De dienstboden",volgens ds.W.,"misbruiken hunne vrijheid te 
  lande zeer: de Boer kan het niet beletten,schoon zijn knecht 
  nacht op nacht rinkelrooit,gelijk dikwerf gebeurt.
  Wanneer zal de politie den euvelmoed der dienstboden ten 
  platte lande beteugelen,en voor de jeugd waken?
  Deze gezelscappen houden meesttijds lang aan,en worden door 
  brandewijn levendig gehouden,gewoonlijk tot aan den morgen,
  onder gezang en vrolijkheid,doorgezet."
  Gezelschap-spelen zijn: "Papagaai-schieten,de kat uit de ton smijten,
  eene gans het hoofd af te trekken,'s winters op 
  schaatsen op den ring te rijden,(een soort tournooispel).
  Ook begint men bij het dobbelen,het kaartspelen te voegen, 
  't geen voor weinige jaren nog onbekend was.
  Waarom heeft men tegen het KAATSEN,'t geen openlijk 
  geschiedde, uitgevaren en de jeugd in de kroegen gedreven?
  
Tussen de jeugd van de "aanzienlijken",en van de "boerenstand",
is een treffende overeenkomst,dat elke jongeman onbeschroomd 
een meisje aan haar huis op een partijtje gaat vragen,en dat de 
moeders het voor "onwelvoegelijk houden",om dit verzoek te weigeren.
Elk boerenhuis staat voor de jongelieden open, als er een huwbare 
dochter of dienstbode is.
Men gaat ongevraagd naar binnen,plaatst zich bij den haard,
en vrijt zo lang men wil,terwijl de vader en moeder,of den Heer 
en Mevrouw van het huis,veelal in het vertrek naar bed zijn gegaan 
(bedstee),zonder dit spel te beletten.
Het wordt voor onbehoorlijk gehouden,als een meisje in een gezelschap 
weigert "de vrijster te willen zijn",van degene die haar vraagt," en wie 
weet wat hier aan vrij kussen verbonden is?" Aldus ds.Westendorp.
Elk brengt ook zijn meisje weer naar huis,en bij deze gelegenheid 
wordt door het meisje nog dikwijls koffie aangeboden!
 
Tot slot vermeld ds.W.,"dat het zeer nadeelig is,dat men aan de 
plegtigheid des huwelijks zoo weinig toeschrijft,men rekent algemeen 
alles geoorloofd te zijn,als men onderling verloofd is,"en dit is de 
oorzaak van vele buitensporigheden: men noemt dit voot God 
getrouwd zijn."
Men schijnt vergeten te zijn,"dat de instelling van het huwelijk 
een eerste stap is tot BESCHAVING,en dat het dient om de 
cultuur der mensheid te bevorderen en te bewaren,en daarom 
het huwelijk BEVEILIGD,en GEHEILIGD is!"
Het zou dom zijn,"om de jeugd in wat hen zo gelegen komt",te volgen,
"het zou geen voortgang van de beschaving,geen bewijs van 
verlichting,maar een toename zijn van VERWILDERING."
Wat zou er van de maatschappij terecht komen,als deze 
"denkwijze van de jeugd",een MAXIME,een wet zou worden?
 
 
Ik (MK) eindig met een Gedicht uit het boek van ds. Westendorp,
geschreven door de dichter A C W Staring,(1791) (*).    
 
     GODS ALMACHT WEKTE VAN DE TROON,
     EN SCHIEP ELK VOLK EEN LAND TER WOON:
     HIER VESTTE ZIJ EEN GRONDGEBIED,
     DAT ZIJ ONS ZELVEN SCHEPPEN LIET.            (einde)
                                             
         (*) Dichter Anthony Wynand Staring,
             zoon van Hugo Damiaan Staring,
             in 1840 op kasteel "De Wildenborch."
             Van zijn hand is ook het oogstlied:
             Sikkels blinken; sikkels klinken;
             Ruischend valt het graan...enz.            
 
                      Bewerkt door M Kuitert Rzn. 1996/'97.    
 
Bron: "Eerste leerrede in de Nieuwe Kerk
       te Sebaldeburen 1809",door
       ds N. Westendorp,(heruitgave 1941).
                    
Verkorte Woordenlijst spreektaal Sebaldeburen 1809:
 
Bindstok= op een voer hooi          
Bek= grote mond 
Blibbert= de lip laten hangen
Dong= mest
Flarre= lap,(slecht/of gewiekst mens)
Groeve= lidteken
Kos= varken
Kroak= galerij
Lep= spa
Nucht= vergeefs 
Proel= stuurs
Rempten= schielijk,vlug
Scheuveljagen= schaatsenrijden
Sluug= Lusteloos,traag,slaperig
Tjoender= tovenaar
Touke= 1ste jaars schaap
Tuut= kus
wrakselen= worstelen
Eénschoren= meisje dat een kind gehad heeft
Bossem= schoorsteenmantel
Hosen= kousen
Bak= beschuit
Domme Kracht= hefboom/krik
 
 NB    Meerdere werken van ds.Westendorp zijn o.a.:
-  "Bijzonderheden uit de geschiedenis der Hervorming in de 
    Prov Groningen." 1832.(Uitg. J B Wolters, Gron. 1865).
-  "De Kronijk van Groningen en de Ommelanden,geheel omgewerkt
    en vermeerderd door ds.N.W.,predikant te Losdorp." 1828.
-  "Bijzonderheden uit de geschiedenis der Hervorming in de  
     Prov.Gron.,tusschen 1545 en 1580; ontleend uit een onge- 
     drukt handschrift van dien tijd." (J Oomkens,Gron.1832).
-  "Jaarboek van en voor de Prov.Gron.,ten gebruike van dier-
     genen,welke de geschiedenis dezer provincie geheel wen-
     schen te overzien." 2 delen.(J Oomkens,Gron.1829 en 1832).
 
 

terugE-Mail MEverder