Op deze pagina staat het
Reglement
van de
KUSH :
koninklijke kynologische unie Sint-Hubertus
berichtje achter laten
Reglement gehoorzaamheid
|
BELGISCHE REGLEMENTEN AGILITY-PROGRMMA.
Menu:
-
Doelstellingen.
-
Parcours
-
Verloop van wedstrijden
-
Hindernissen
-
Het Keuren
-
Kwalificaties en rangschikking
-
Organisatie van wedstrijden
-
Toelating tot agility
-
Wedsrijdvormen
Principieel gelden hier de reglementen van de F.C.I. doch aangevuld volgens
Belgische normen en goedgekeurd door de K.K.U.S.H.
Menu
1.1. Algemeen inrichlingsreglement
De agility-wedstrijden vallen onder de algemene inrichtingsreglementen van de
K.K.U.S.H. op wedstrijden en werkproeven.
Opgemerkt dient te worden dat de wedstrijden, zelfs al werden deze gepubliceerd
in de sportkalender, nog officieel moeten aangevraagd worden bij de KMSH en dit
ten laatste twee maanden voor de datum van de inrichting.
Voor het inrichten van een CACIAG-wedstrijd moeten de clubs kon
kandidatuur stellen bij de sectie 4B die deze dan zal voorleggen aan de
K.M.S.H.. Deze kandidaluurstelling gebeurt dan tezamen met de aanvraag voor
de wedstrijd sportkalender).
1.2. Algemene beoordelingscriteria
-
Enkel keurmeesters die voor dit programma Benoemd zijn door de
keurdersbenoemingscommissie van de K.K.U.S.H. of erkend
zijn door de F.C.l., mogen deze proeven keuren. Zij zullen zich daarbij houden
aan de bestaande reglementen en het voorgestelde puntenstelsel doch hun
beslissingen zijn bindend.
Conform de reglementen van K.KUS.H. met betrekking tot het keuren van
werkproeven zullen ook bij agilitywedstrijden steeds 2 keurders de proeven
beoordelen vooral dan het "vast parcours".
Voor de niet-offici�le wedstrijdvormen volstaat 1 keurder.
-
De keurders hebben recht op de gebruikelijke vergoedingen (zie reglementen
K.K.U.S.H.)
-
Alle niet voorziene gevallen tijdens de wedstrijden worden opgelost door de
keurders die daarbij steeds rekening dienen te houden met de richtlijnen en de
reglementen van het programma.
-
Bij eventuele sancties die worden genomen buiten het puntenstelsel dienen de
twee ambterende keurders samen en eensgezind te beslissen. Een beknopt verslag
zal dan doorgestuurd worden naar de sectie 4B.
1.3. Terrein
De organiserende vereniging dient de beschikking te hebben over een afgebakend
wedstrijdterrein van tenminste 20 x 40 m waarop een parcours kan worden
uitgezet.
In geval er twee of meer parcours worden opgesteld dient telkens tussen de
ringen een gesloten afscheiding te worden voorzien of een afstand gehouden van
ongeveer 10 m..
De bodemgesteldheid van het parcoursterrein dient zodanig te zijn dat
uitglijden of struikelen van de deelnemers en hun honden zoveel mogelijk
wordt voorkomen.
Voorts is men verplicht om alle maatregelen te treffen die nodig zijn om
kwetsuren bij geleiders en honden te voorkomen.
1.4. Deelname
Dedeelname aanwedstrijden agility zijn open voor alle honden die een
"toelating tot agility"
behaald hebben en tenminste 15 maanden oud zijn op de dag van de
wedstrijd.
Loopse teven kunnen toegelaten worden voor
de Beker- of Grote Prijs van Belgi� en/of andere
belangrijke finales op voorwaarde dat zij zich afzijdig houden van de
andere deelnemers en dat ze als allerlaatste het parcours lopen.
Elke geleider dient, alvorens het wedstrijdterrein te betreden, het werkboekje
van de hond af te geven op het secretariaat. Indien dit niet gebeurt,
wordt de hond geweigerd.
londen zonder erkende afstamming spelen met een doorstreept werkboekje.
Daarenboven verplichten deze eigenaars zich ertoe dat hun volgende hond
raszuiver zal zijn met een door de F.C.l. erkende stamboom.
Alle prijzen, uitgereikt onder toezicht van de KMSH en de KKUSH, kunnen
enkel ten goede komen aan honden met een stamboom die erkend wordt door deze
instanties.
1.5. Inschrijvingen
De inschrijvingen gebeuren schriftelijk en zijn steeds vergezeld van het
inschrijvingsgeld. De inrichters hebben echter het recht om
inschrijvingen te weigeren zelfs zonder opgave van redenen.
Beperking in aantal deelnemers per wedstrijd en per ring:
150 honden: 2 parcours
120 honden 3 parcours
90 honden : 4 parcours
60 honden: 5 parcours
De inrichters dienen ook rekening te houden met volgende punten:
De keuringen mogen niet aanvangen voor 10.00 uur
Passend in een volledige dagindeling wordt een middagpauze voorzien van 1 u
De prijsuitreiking dient voorzien, uiterlijk om 18.00 uur.
1.6. Administratieve verplichtingen
De inrichters zullen voor elke deelnemer de behaalde resultaten in het
werkboekje inschrijven, t.t.z. : het totaal aantal strafpunten en de plaats
(tot de 50ste) in de rangschikking.
De inrichters zullen de behaalde uitslagen (ingevulde catalogi)
doorsturen naar
de KMSH. het alg. secr. van de KKUSH en het secr. van de
sectie 4B
en dit binnen de veertien dagen na de wedstrijd.
Deze catalogi worden v��r de aanvang van de wedstrijd, per pagina. gehandtekend
door minimum ��n van de ambterende keurders. Het is verder verboden om in deze
catalogi nog deelnemers te schrappen, te wijzigen of toe te voegen. Opgemerkt
dient nog te worden dat de verenigingen die een agilitywedstrijd inrichten met
toekenning van het CACIAg vier ingevulde catalogi dienen le laten tekenen door
de keurders, in te vullen en op te sturen naar : 2 stuks naar de KMSH en 1 naar
het alg. secr van de KKUSH en 1 naar het secretariaat van de sectie 4B.
1.7. Geleiders
Op het offici�le parcours mag een hond voorgebracht worden door een andere
persoon dan de eigenaar. Dit moet echter vermeld worden bij de inschrijving.
Bij andere wedstrijdvormen kan men hier van afzien. Elke geleider moet
aangesloten zijn bij een club die erkend is door de KKUSH en dient deze club
ook te vermelden bij de inschrijving. Per sportjaar mag een combinatie
(geleider met hond) slechts deelnemen onder ��n en dezelfde vereniging, tenzij
met wederzijds en schriftelijk akkoord van de betrokken verenigingen.
1.8. Keurmeesters
De keurders dienen door de inrichters schriftelijk te worden uitgenodigd
gezien slechts een schriftelijke uitnodiging en de schriftelijke bevestiging
ervan, bindend kan zijn.
De keurders dienen nog minimum 1 week voor de aanvang van de wedstrijd
verwittigd te worden met vermelding van de namen van de keurders die op de
wedstrijd fungeren, de indeling van de dag (prograrnma + aantal deelnemers)
, de plaats waar de wedstrijd doorgaat (plan van het terrein) en de beschikbare
toestellen.
De keurders hebben de algehele leiding van de wedstrijd. Zij ontwerpen het
parcours met gebruikmaking van, tijdig van te voren, door de organiserende
vereniging opgegeven, beschikbare toestellen.
1.9. Wedstrijden, categorie�n en klassen
1.9.1. Wedstrijden
De in het van de F.CI. genoemde gehomologeerde en niet-gehomologeerde
wedstrijden kunnen in Belgi� tezamen georganiseerd worden.
1.9.2 Categorie�n
Conform de reglementen van de F.C.l. worden 2 categorie�n erkend
-
Standaard : voor honden boven de 40 cm schouderhoogte
-
Mini : voor honden tot 40 cm schouderhoogte
Nota: Honden van minder dan 40cm schouderboogte kunnen slechts deelnemen in de
categorie 'Mini-agility'. Bij twijfel moeten de geleiders een oflicieel bewiis
kunnen voorleggen van de schouderhoogte van de hond die gemeten werd door
een erkende keurmeester en vermeld in het werkboek.
1.9.3. Klassen
Per categorie worden volgende klassen erkend:
a : Agility 1� graad:
Voor honden die de "toelating tot agility" behaald hebben en tenminste 15
maanden oud zijn op de dag van de wedstrijd. Toelating tot agility : zie
verder in dit reglement.
b: Agility 2� graad
Honden die tenminste 5x "uitmuntend'. gelopen hebben op wedstrijden van de
1� graad mogen
(0P vrijwillige basis) overgaan naar de 2� graad. Wanneer men echter eenmaal
heeft deelgenomen aan wedstrijden in de 2� graad is teruggaan naar de 1� graad
niet weer mogelijk. honden die lOx "uitmuntend" gelopen hebben op wedstrijden
in de 1� graad worden verplicht om over te gaan naar de 2� graad. Zo deze lOx
'U' behaald worden in eenzelfde sportjaar is de geleider slechs verplicht om
over te gaan na de wedstrijd voor de "Beker van Belgi� Agility".
Zo deze lOx 'U' niet behaald worden in eenzelfde sportjaar is de geleider
verplicht om over te gaan onmiddellijk nadat de 10 keer 'U 'werd gelopen.
Honden uit de 2�graad agility komen in aan merking om deel te
nemen aan de wedstrijd van de KMSH "Beker van Belgi� Agility" (vanaf 1998)
c: Agility 3� graad
Voor honden die op wedstrijden van de 2~ graad, tenminste 15x foutoos hebben
gelopen (0 strafpunten). Deze overgang is verplicht, nadat de vijftiende keer
foutloos werd gelopen op wedstrijden van de 2� graad. Zo deze 15x foutloos
behaald worden in eenzelfde sportjaar is de geleider slechts verplicht om over
te gaan naar de 3� graad na cde wedstrijd "Beker van Belgi� Agility". Zo deze
15x foutloos niet behaald werden in ��n sportjaar, is de geleider verplicht om
over te gaan naar de 30 graad onmiddellijk nadat de vijftiende keer
"foutloos" werd gelopen.
Honden uit de 3� graad agility komen in aanmerking om deel te nemen aan
de wedstrijd van de KMSH "Grote Prijs van Belgi� Agility" en internationale
kampioenschappen
d: Een klas "veteranen"
Voor honden die ouder zijn dan 7 jaar, ongeacht de categorie en de klas waarin
ze lopen. Er zal dus maar ��n klas "veteranen" bestaan. Overgaan naar de
veteranenklas gebeurt op vrijwillige basis doch wanneer men eenmaal heeft
deelgenomen aan een wesstrijd in deze klas kan men niet meer terug. De
vermelding 'veteraan" zal dan ook in het werkboekje dienen vermeld te worden.
De veteranenklas kan niet in aanmerking komen voor een selectie voor
natitionale of internationale kainpioenschappen. Deze klas mag op elke wedstrijd
georganiseerd worden en om ze het nodige aanzien te geven wordt een
rangschikking opgemaakt en worden ook prijzen gegeven.
Nota:
-
Bij wedstrijden agility van de 1� graad: maximum 3 toestellen met raakvlakken
(volgens keuze van de keurmeesters)
-
Bij wedstrijden agility van de 2� en 3� graad, max 4 toestellen met raakvlakken
(volgens keuze van de keurmeesters).
-
Toestellen met raakvlakken worden nooit opgesteld aan de start of aan de
finish.
-
De slalom wordt slechts eenmaal gebruikt per parcours.
-
De hoepel, de vertesprong en de sloot worden nooit schuin opgesteld ten opzichte
van de looprichting.
-
Het parcours dat in de "veteranenklas" wordt gelopen is een parcours waarbij de
hoogte van de sprongen is aangepast (max. 40 cm)en waarin de "hoepel" noch de
"dakschutting" zijn opgesteld.
Menu
Zie reglement F.C.I.
Menu
Zie reglement F.C.I.
Menu
De hindernissen erkend door de F.C.I. : De toestellen mogen voor de honden geen
enkel gevaar opleveren en moeten verder, qua afmetingen, conform zijn aan de
beschrijvingen.
Nota:
-De horden: Zijsteunen zijn minimum 120 cm hoog.
Indien zijvleugels voorzien zijn is de breedte hiervan ongeveer 70 cm en de
hoogte ougeveer 120 cm, afhellend naar ong. 70 cm.
- De viaduct of muur: Indien torens aan de zijkanten
-
hoogte : ong. 120 cm
-
breedte: ong. 40 cm
-
dikte : ong. 40cm
De hondenloop: Breedte van de loopplank : 30 cm ...40 om
De wip: Breedte : 30cm...4Ocm
De slalom: Een aantal paaltjes (8, 10 of 12) van minimum 1 m hoogte, worden in
rechte lijn
achter elkaar opgesteld met een onderlinge, gelijke afstand van 50... 65 cm.
Menu
Zie reglement F.C.l.
Menu
Zie reglement F.C.l.
Menu
Zie reglement F.C.I.
Menu
8.1. Algemeenheden
Aangezien binnen de hondensport de veiligheid voor de honden en de geleiders
moet voorop staan, wordt aangenomen dat, alvorens te mogen deelnemen aan
wedstrijden agility, de honden ook een zekere graad van gehoorzaamheid moeten
bereikt hebben en bovendien de geleiders moeten aantonen dat ze voldoende
overwicht hebben over de hond. Om dit te kunnen aantonen zullen de honden met
hun begeleiders onderworpen
worden aan het afleggen van een proef dewelke kan leiden tot het behalen van
een "toelating tot agility". Deze proeven staan open voor alle honden
dewelke, op de dag van de proef, tenminste 12 maanden oud zijn. Conform de
reglementen van de KKUSH, worden
deze proeven gekeurd door 2 keurmeesters waarvan echter telkens ��n bevoegd is
in de discipline G.P. en ��n
in de discipline A.P.. Tijdens de proeven worden de oefeningen zoveel
mogelijk gekeurd door dezelfde ploeg keurders. De deelnemers worden hierbij
ingedeeld in groepen van
telkens acht honden per uur en per 2 keurders. De proeven tot het behalen van
de "toelating tot
agility" kunnen NIET georganiseerd worden bij GP-wedstrijden. Ze kunnen
echter wel ingericht worden
bij brevetproeven G.P wanneer deze, als enig programma worden ingericht.
Eveneens kunnen de proeven
ingericht worden als afzonderlijke wedstrijd of gekoppeld worden aan een
agilitywedstrijd. Alsdan moeten de inrichters hiervoor wel de nodige ruimte,
tijd en keurders voorzien.Net als hij de brevetproeven G.P. hebben ook hier de
deelnemers recht op een herkansing bij maximum 2 oefeningen.
Voor het toekennen van de "toelating tot agility" moeten de deelnemers minimum
de helft der punten behalen op elke oefening afzonderlijk en een totaal van
60% der punten. Bovendien mogen slechts 10 punten afgetrokken zijn voor
"algemene houding".
De hond die dus een onvoldoende heeft voor een oefening of 10 (of meer) punten
verliest op "algemene houding", kan onmogelijk de toelating tot agility
bekomen.
8 2. Oefeningen en puntentelling
8.2.1 Volgen in vrijheid:
a: in gewone pas : 10 ptn
b: in looppas: 20 ptn
8.2.2 komen op bevel : 20 ptn
8.2.3 onmiddelijk liggen : 20 ptn
8.2.4 springen op bevel: 15 ptn
8.2.5 houdingen: 10 ptn
8.2.6 voorstellen van de hond: 5 ptn
Totaal : 100 ptn
8.2.7. Algemene houding: aftrek van punten van hel totaal
Menu
Bij agilty-wedstrijden wordt principieel slechts gesproken over het "Vast
parcours"
(openklas) hetgeen dan ook het enige en officieel erkend programma is. Het
zijn dan ook de resultaten van deze wedstrijdvorm die in de werkboekjes
dienen ingeschreven. Bij het inrichten van wedstrijden in het
agility-programma mag dus, in principe slechts eenmaal een "vast-parcours"
opgesteld worden hetgeen dan, conform de reglementen van de K.K.U.S.H., in
Belgi� door twee keurders dient gekeurd te worden.
Andere wedstrijd vormen kunnen voorzien en ingericht worden. Het staat de
keurders vrij om deze al dan niet te keuren, eventueel tegenvoorstellen te
formuleren.
In ieder geval, wanneer het programma meerdere wedstrijdvormen voorziet bepalen
de keurders de volgorde van deze proeven. De keurders dienen hierbij telkens
wel te letten op een duidelijke briefing aan de geleiders waarbij deze dan
herinnerd worden aan de reglementen van de wedstrijdvorm en de puntentoekenning.
|
|