Hoofdstuk 2. METAsynthese |
||
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. |
1. Niets
kan zichzelf op hetzelfde niveau integreren. Een lichaamscel integreert zijn
celonderdelen, maar wordt zelf weer ge�ntegreerd in een weefsel of orgaan. Op hun beurt
worden organen weer ge�ntegreerd door toedoen van regelsystemen als de bloedsomloop,
hormonale en zenuwfuncties. Zo kan de psyche met behulp van reflexie en bijvoorbeeld
beeldvorming gedachten- en emotieprocessen integreren. Het innerlijk beeld is dan een
gestalt die de plaats inneemt van de ongeco�rdineerd gedachten. Gedachten worden op deze
manier op een hoger niveau binnen de psyche ge�ntegreerd Hun geladenheid en betekenis
zijn daarbij in die van het beeld overgegaan. Was je daarvoor warrig en kwam je er niet
uit, via het beeld zie je het allemaal ineens voor je. 2. De psyche kan zichzelf vanuit zichzelf dus niet integreren. Daarvoor is een 'hogere' instantie nodig. Het moet die dimensie zijn, waarin de psyche haar plaats van nature heeft. Zoals we al meerdere keren gezien hebben, is dit de bewustzijnsruimte. In deze zijn voortdurend alle gedachten, beelden, fantasie�n, dromen, verlangens, ambities, emoties, onze vooronderstellingen, abstracties, begripsvorming, idee�n en zintuiglijke indrukken, kortom de inhoud van de geest (= psyche) aanwezig. De eerste stap naar je innerlijke ruimte is het bewuste observeren. Je doet dat met behulp van het lichaam, aangezien ontspanning een voorwaarde is, willen je jezelf innerlijk gadeslaan. Deze bewuste lichamelijkheid is overigens ook een gestalt, een ge�ntegreerd geheel waarin gedachtenprocessen spontaan opkomen en doorstromen. De integrerende instantie voor de psyche is daarmee het boven haar uitstijgende bewuste gewaarzijn - de innerlijke ruimte - ontwikkeld in relatie tot de bewuste lichamelijkheid. Deze overstijgende dimensie staat daarom centraal en kan worden aangeduid met META. META betekent erboven uitstijgend. METAsynthese geeft aan dat alleen via die dimensie integratie en heelwording - psychosynthese - tot stand kan komen. 3. Deze dimensie ontvouwt haar integrerende werkzaamheid echter uitsluitend wanneer je haar concreet verwerkelijkt. Alleen de dimensie-Zelf is van 'hogere' orde dan de psyche. Zij is de bewustzijnsruimte waarin al je psychische processen zich afspelen. Alleen die werkelijkheid-Zelf heeft de helderheid en de ruimte om de psyche in zijn geheel te kunnen omvatten. Die ruimte-Zelf, daar komt het dus op aan. Wil je dus een volgende stap naar heel-zijn zetten, dan is het dus doorslaggevend of je die werkelijkheid in jezelf kunt concretiseren. In het hoofdstukje "zelfoverstijging" (zie deeltaak 2.2 Lied van Vol-Ledigheid) is dat proces in het kort beschreven. Het betekent het opgeven van de beperkte ik-identiteit ten gunste van een groter geheel. Je hele existentie is bij dit verwerkelijken van 'het hogere zelf' in het spel. Jezelf dus totaal op het spel zetten, de sprong in het onbekende - onkenbare - wagen, dat is waar het hierbij om gaat. 4. De tweede belangrijke pijler van de METAsynthese is daarom de praktische verwerkelijking van dit hogere bewustzijnsniveau. De (Zijns)ervaring is hier doorslaggevend. Via ontspanning, lichaamsbewustwording, innerlijk gewaarzijn en de helderbewuste overgave in de grotere dimensie wordt die weg duidelijk aangegeven. De METAsynthese neemt daarmee afstand van die systemen en scholen, die weliswaar 'het hogere zelf' met de mond belijden, maar er geen concrete weg bij aangeven. Ik wijs met name al die tendensen af die de werkelijkheid van het bewustzijn-Zelf reduceren tot verbale aanduidingen, begripsvorming, voorstellingen, visualisaties en geleide fantasie�n. In deze vervangende werkelijkheid wordt het grotere bewustzijn teruggebracht tot psychische inhoud en daarmee onwerkzaam gemaakt. Die werkzaamheid wordt dan niet verwerkelijkt of geactualiseerd, maar uitsluitend nog gesuggereerd. In plaats van confrontatie met het bestaan, wordt hier een vrijblijvende spielerei voorgezet. In plaats van overgave aan een grotere werkelijkheid, reduceer je haar en stel je haar in dienst van je eigen strevingen en doeleinden. Zelfs als die doeleinden 'synthese en integratie' worden genoemd, blijf je desondanks op je persoonlijke ego-niveau. Daarmee wordt dan tevens het reductionistische karakter van een dergelijke school duidelijk. Men reduceert een hogere werkelijkheid tot psychische inhoud om deze vervolgens op dat niveau te gaan 'integreren'. 5. Kernstuk van deze misvatting lijkt mij het automatisch overbrengen van het proces van intra-psychische integratie naar het transpersoonlijke niveau. Voor gedachten is immers een beeld een hoger niveau dat daarom inderdaad werkt als een integrerende gestalt. Omgekeerd is dezelfde gestalt als visualisatie van het grotere bewustzijn voor de laatste echter een gigantische reductie. Technieken, ontwikkeld voor integratieprocessen op het persoonlijke niveau kunnen daarom niet klakkeloos voor bovenpersoonlijke integratie overgenomen worden. Bij dit laatste zijn hele andere invalshoeken noodzakelijk. Het reductionistische karakter van zulke psychosystemen kan nog verder worden verduidelijkt met wat vaak een 'kernoefening' wordt genoemd 1). Deze direct uit het Boeddhisme 2) overgenomen des-identificatieoefening loopt via de zich herhalende reflexieve zelfsuggestie 'ik ben mijn gedachten niet', 'ik ben mijn lichaam niet', 'ik ben mijn emoties niet', afgesloten met het eveneens zelfsuggererende 'ik ben mijn diepste ik'. Een paar belangrijke opmerkingen hierover. In de eerste plaats is het niet de bewuste zelfobservatie, maar is het reflexieve denken, dat hier actief is. Het heeft de leiding bij deze 'meditatie' en het is hierbij niet anders dan het gewone automatische denken. Het is de reflexie en niet je innerlijke waarnemer die hier tegenover je gedachten gaat staan 3). 6. Er zijn twee manieren om naar jezelf - ons denken, voelen en willen - te kijken. De meest gewone manier is met behulp van je reflexie. De reflexie treedt in werking wanneer je over jezelf nadenkt. Het is een automatische reactie op je impulsen. Je hebt net iets meegemaakt en nu laat je het nog een keer door je heengaan. Je hebt een idee gekregen en nu ga je er nog eens dieper op in of bekijk je het eens van meer kanten. Met de reflexie kun je je impulsen van een afstandje bekijken en heb je zo het gevoel 'buiten jezelf te staan'. Doordat je op deze manier je gedachten kunt 'bekijken', zeg je dat je 'van ze bewust bent'. Met het zeggen van 'ik ben mijn gedachten niet' wordt echter alleen maar een extra gedachte aan je psychische proces toegevoegd. Je vereenzelvigt je met deze gedachte op dezelfde manier als je je al voortdurend met alle mogelijke andere gedachten identificeert. Het is daarom niet moeilijk in te zien, dat hier sprake is van een gewone (her)conditionering. Vereenzelviging met de gedachte 'ik ben mijn gedachte niet' brengt je hoogstens in een zelf gesuggereerde gevoelstoestand, echter niet daar waar je eigenlijk had willen zijn: die dimensie waar-geen-gedachten-zijn-Zelf. De eindconclusie van de oefening 'ik ben nu mijn diepste zelf' moet daarom ook niet letterlijk worden opgevat, maar uitsluitend als een afsluitende autosuggestieve (vrome) wensgedachte. 7. Ten tweede bewerkstelligt deze oefening geen integratie zoals gesuggereerd wordt, maar uitsluitend afsplitsing. Met een zich herhalende zelfde formule 'ik ben mijn ... niet', vereenzelvig je je met een gedachte, waardoor je tegenover andere vitale instanties van jezelf geplaatst wordt. De relatie met deze delen wordt verbroken. Nadat je al je vitale delen afgesplitst hebt, blijf je alleen met je gedachte over. Je zit dan in dezelfde innerlijke isolatie als waarin een ieder zich tegenwoordig bevindt en die de oorzaak is van de algehele zelfvervreemding. Is het lijden van tegenwoordg nu juist niet dat je vervreemd - afgesplitst - bent van de werkelijkheid? In plaats van identificatie met het geheel - het lichaam - waardoor spontane des-identificatie met de delen - de psyche - met het gewaarzijn als centrale instantie, wordt hier gekozen voor heilloze intellectualistische afsplitsing. Logisch dat bij zoveel zelfvervreemding er vervolgens weer heel wat ge�ntegreerd moet worden. Zulke scholen worden daarmee zelfbevestigende systemen. Je hebt ze nodig om de breuken die zij eerst in jou veroorzaken vervolgens weer tot een synthese te krijgen. Het lijkt de voortzetting van een oud verhaal. Preekte de kerk ook niet eerst de zonde om ons vervolgens de mogelijkheid van verlossing aan te bieden? 8. Terug naar de METAsynthese. Derde belangrijke pijler is, dat niet alleen de psychische functies worden ge�ntegreerd, maar dat heelwordingsprocessen zich noodzakelijkerwijs eveneens tot het lichaam en je omgeving dienen uit te strekken. Gewoon omdat we niet alleen psyche zijn, maar ook lichaam en omgeving. Pas wanneer je je bewuste lichamelijkheid in contact met je omgeving hebt gerealiseerd, ben je werkelijk heel. Tegelijkertijd is dan de innerlijke ruimte ontstaan, waarin de psyche haar integrerende context heeft gevonden. Deze innerlijke ruimte is weer deel van die bewustzijnruimte die jou als persoon overstijgt. Het hele proces is daarom een van voortdurende integrerende participatie in een groter geheel. Onze weg zou daarom het best 'bodymind-environment METAsynthese' kunnen heten 4). Voor het gemak noemen we haar gewoon METAsynthese. Sessies in de METAsynthese zijn voor al diegenen die de METAsynthese kunnen gebruiken bij hun innerlijke weg en transformatie. Uitgangspunt is bijna altijd een vraag die je op dat moment intens bezighoudt. Steeds zal het 'worden die je bent' in de sessie centraal staan. Je 'proces' staat dus altijd in functie van je innerlijke ruimte en helderheid. Als je wilt, kun je je transformatie spiegelen aan de verschillende ontwikkelingsfasen zoals die in de METAsynthese worden benadrukt. 9. Tot slot staat in de METAsynthese de ervaring en het inzicht centraal, dat uiteindelijk alles voortdurend Is. Als je samenvalt met de diepste Dimensie, dan is dat de toestand van Vol-Ledigheid. In die alomtegenwoordigheid hoef je nergens naar toe, er is geen proces of weg, je hoeft niet alleen niets te bereiken, vanwege de volkomen afwezigheid van impulsen kun je het ook niet. Alles van jezelf is volledig op zijn plaats gevallen, je hoeft zelf niets meer te integreren. 10. Deze dimensie draagt je ononderbroken, van hieruit wordt het leven zonder ophouden gevoed. Al je processen spelen zich af in de oneindige bewustzijnsruimte. Hoe dichter je nu deze dimensie nadert, dus hoe meer je in jezelf afdaalt en daar steeds grotere helderheid vindt, hoe meer de dingen van jezelf spontaan op hun plaats vallen. Elke diepere bewustzijnsdimensie is een integratieniveau dat zijn werking geheel los van je actieve toedoen ontvouwt. Je heelheid is er dus al. Het is hierdoor dat we je volledig aan je diepere Zelf kunt toevertrouwen. Het staat je toe jezelf helderbewust in je Diepte te verliezen. Het besef gedragen te worden, brengt existenti�le rust. Je hoeft het zelf niet voortdurend te 'maken'. Alles wat we nodig hebben is immers altijd en voortdurend voor je beschikbaar. De belangrijkste innerlijke shift is daarom die van identificatie met jezelf 'als proces' naar werkelijke Zelfervaring. De eerste is het zoeken en nooit vinden, de tweede vinden zonder gezocht te hebben.
|
|
HOME
Disclaimer The Great Learning/Levensschool Gratis Zelfstudie Leerpakket is uitsluitend voor persoonlijk gebruik. Het mag niet worden aangewend voor geldelijk gewin, commerci�le doeleinden, uitgaven of publicaties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, opslag, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. � 2000-2001 Copyright by Han Marie Stiekema |