EEN
SMAAK VAN WERKELIJKHEID
een
inleiding tot
RUIMTE,
TIJD EN KENNIS:
VISIE
ZONDER GRENZEN
door Meindert Gijzen
Dit
artikel stamt uit 1993. Het was mijn eerste poging om iets op papier te zetten
over Ruimte, Tijd en Kennis. Het is derhalve de poging van een beginner om zicht
te krijgen op de visie op de werkelijkheid die met de publicatie van "Time,
Space and Knowledge" voor het eerst door Tarthang Tulku werd geïntroduceerd
en die later door middel van diverse andere boeken is uitgewerkt. Een inleiding
als deze, door iemand die zelf nog maar zeer beperkt is door gedrongen
in deze visie en haar nog slechts in zeer beperkte mate belichaamt kan
niet anders zijn dan onvolledig en ontoereikend. De poging is echter hopelijk
de moeite waard omdat velen bij het eerste contact ermee geneigd zijn om
de schouders op te halen of zich terug te trekken met iets van: "dat gaat
me boven de pet" of "hier snap ik niets meer van".
Zelf
was ik op het moment dat ik dit artikel schreef sinds enige jaren bezig om me in deze visie en de praktische oefeningen
die er deel van uit maken te verdiepen. Ik had me daarvoor met diverse
andere levensbeschouwelijke, religieuze of semi-religieuze, mystieke, wetenschappelijke
en quasi-wetenschappelijke benaderingen bezig gehouden die allen op de
een of andere manier het probleem aansneden van de aard der werkelijkheid
en de zin van het menselijk bestaan. Nergens was ik echter gestuit op een
benadering die enerzijds zozeer trouw bleef aan wat een ieders persoonlijke,
directe beleving te bieden heeft, anderzijds zo veel nieuwe perspectieven
opende zonder dat daarbij andere perspectieven werden afgesloten. Ook heb
ik ondervonden dat het praktisch werken met de oefeningen onmisbaar is
voor het verder door dringen in en begrijpen van de visie. Weliswaar kunnen
de boeken over deze visie door iedereen ten allen tijde gelezen worden
en kan het lezen ervan op zich al vele nieuwe gezichtspunten opleveren
en interessante vragen opwerpen. Op een gegeven moment zal men echter merken
dat de tekst dermate moeilijk doordringbaar en abstract wordt dat het begrijpen
ervan buitengewone inspanningen vereist. Sommige (misschien wel bijna alle)
gezichtspunten die door de visie worden ontvouwen, geven pas iets van hun
geheimen prijs na herhaaldelijk lezen, diverse overpeinzingen en meestal
zelfs pas na lang en hardnekkig werken met bepaalde oefeningen.
De
RTK-visie is ontstaan door de creatieve en voor onze begrippen misschien
bovenmenselijke inspanningen van een Tibetaanse lama die via India zijn
weg naar het westen heeft gevonden en die Tarthang Tulku heet. Hoewel de
RTK-visie er formeel gezien los van staat ben ik persoonlijk van mening
dat de invloed van het Tibetaans Boeddhisme, de traditie waarin Tarthang
Tulku is opgeleid, er sterk in voelbaar is. Dat neemt niet weg dat het
RTK-visie geheel en al op zichzelf kan staan en niet gebonden is aan enige
religieuze, filosofische, culturele of andere richting of stroming. De
visie is dermate omvattend en overstijgend dat fundamentele vragen en onderwerpen
als het bestaan van God, de oorsprong van het heelal er op een of andere
wijze in terug gevonden kunnen worden. Terwijl het voor een Tibetaanse
lama misschien toepasselijk of misschien zelfs vanzelfsprekend is om dergelijke
vergaande kwesties te beroeren ben ik me er persoonlijk van bewust dat
ik in mijn pogingen om een inleiding tot deze visie te schrijven bescheidener
zal moeten zijn in de reikwijdte van mijn pretenties. Gelukkig maakt de
RTK-visie eveneens duidelijk dat alledaagse, schijnbaar banale ervaringen
en gebeurtenissen in principe dezelfde weidsheid en rijkdom aan mogelijkheden
herbergen als schijnbaar bijzondere mystieke of ingrijpende ervaringen.
Wat hieruit blijkt is dat we geen "piekervaringen" hoeven te hebben of
op voorshands over bijzondere inzichten hoeven te beschikken om met deze
visie aan het werk te gaan. Het tegendeel is eerder waar: juist die aspecten
van onze werkelijkheid die we als normaal, gangbaar, vaststaand en onbetwijfelbaar
beschouwen blijken bij een nader onderzoek ineens "mee te geven", vloeibaar
te worden of van gedaante te verwisselen, net als beelden in een droom.
De visie opent op deze manier alsmaar nieuwe perspectieven.
Het blijkt zeer moeilijk om iets van de visie over te dragen op anderen
die er op geen andere wijze kennis van hebben genomen of zich met soortgelijke
zaken hebben bezig gehouden. Toch zijn er mijns inziens ook in onze westerse
cultuur voorbeelden genoeg te vinden die stellingen of uitgangspunten van
deze visie kunnen verhelderen of illustreren en ik zal dan ook trachten
om hier een dankbaar gebruik van te maken. Laat ik, alvorens verder te
gaan aan de hand van de sleutelbegrippen "Ruimte","Tijd" en "Kennis" beginnen
met het citeren van enkele dichtregels van William Blake die zo mooi iets
van de sfeer weergeven die deze visie voor mijn gevoel heeft:
To
see a World in a Grain of Sand
And
a Heaven in a Wild Flower
Hold
Infinity in the palm of your hand
And
Eternity in an hour.
(Een
Wereld zien in een Korrel Zand
En
een Hemel in een Wilde Bloem
Oneindigheid
in de palm van je hand houden
En
Eeuwigheid in een uur.)
Wat
deze visie en het werken met de oefeningen algemeen gesteld duidelijk maakt
is dat simpele alledaagse ervaringenieder
moment potentiële openingen bieden naar een oneindige rijkdom van
ervaringen. Of met andere woorden: onze alledaagse ervaring (der graue
Alltag, zoals de Duitsers zeggen) is niet wat het ons toeschijnt te zijn.
Normaal gesproken zijn we volkomen in de ban van deze sleur van het bekende.
Het staat ons echter vrij om de grenzen en beperkingen van deze sleur te
onderzoeken en ondergraven, waardoor er een wezenlijk andere belevingskwaliteit
kan ontstaan.
Dit
proces van het onderzoeken van de structuur van onze alledaagse ervaring
geschiedt aan de hand van de sleutelbegrippen ruimte, tijd en kennis. Het
blijkt dat al onze ervaringen op de een of andere manier getuigen van dit
drietal en dat ongeacht welke ervaring zich presenteert, hoe bizar, ongebruikelijk
of alledaags deze ook moge zijn, er altijd sprake is van ruimte die op
de een of andere manier wordt "ingenomen", tijd die op de een of andere
manier wordt "gebruikt" en kennis, in de zin van directe gewaarwordingen
en sensaties.
Wanneer
we een kamer betreden dan is de ruimte die we daarin aantreffen bepalend
voor veel dingen. Is de kamer ruim en licht met vensters die uitzicht naar
buiten bieden en deuren die toegang geven tot andere ruimtes, dan zullen
we ons in deze kamer niet snel opgesloten en beklemd voelen. Misschien
missen we zelfs iets van geborgenheid of afscherming. Een dergelijke kamer
geeft ons een gevoel van ruimte, misschien wel teveel ruimte. Is de kamer
daarentegen donker, somber en benauwd, volgepropt met allerlei meubels
en zijn er weinig of geen vensters die licht binnen laten en weinig mogelijkheden
om de kamer te verlaten, dan ervaren we al snel een gevoel van beklemming,
opgeslotenheid en benauwenis. Onze innerlijke gemoedstoestand kan sterk
beïnvloed worden door het soort ruimte waarin we ons bevinden.
We
zijn ook geneigd om een onderscheid te maken tussen de ruimte buiten onszelf
en die in onszelf, d.w.z. de ruimte van onze geest. Wanneer we veel informatie
tegelijk moeten opnemen zeggen we "ik zit vol, er kan niets meer bij",
daar mee aangevend dat ook de ruimte van onze geest beperkt is. Zoals de
uitwendige ruimte waarin we ons bevinden bepalend is voor de mate van bewegingsvrijheid
die we hebben, zo is ook het gevoel van innerlijke ruimte dat we hebben
vaak heel erg verbonden met de ervaring van innerlijke vrijheid. Sommige
emoties zijn dermate beklemmend dat we ons erdoor gevangen voelen. Soms
ook kunnen we een ervaring opdoen, waarbij we ons innerlijk vrij en open
voelen. Meestal ontberen we een dergelijke gewaarwording en gaan we ernaar
op zoek. We gaan op vakantie, maken een strandwandeling, nemen een borrel
of zoeken onze toevlucht op andere manieren en dat alles om, hoe kortstondig
ook, even een gevoel van innerlijke ruimte en vrijheid te ervaren.
Terwijl
we de uitwendige ruimte redelijk goed lijken te kunnen beheersen (ook dit
wordt in de hedendaagse wereld alsmaar moeilijker) is het zo dat we ons,
wat betreft onze innerlijke ruimte vaak overgeleverd voelen aan allerlei
ongrijpbare factoren en processen. De kast in onze kamer die ons in de
weg staat kunnen we verplaatsen of weghalen. Een gevoel van irritatie of
angst dat alsmaar opnieuw de kop op steekt is echter heel wat lastiger
te hanteren. Het lijkt eerder zo te zijn dat hoe meer we er tegen vechten,
hoe hardnekkiger de ongewenste emotie of gewaarwording terug keert. Hoe
meer we trachten om bepaalde aspecten van onze ervaring te vermijden of
buiten te sluiten, hoe groter de kans wordt dat we t.z.t. hierdoor in ernstige
moeilijkheden geraken.
Wanneer
we echter bereid zijn om ook pijnlijke of onwenselijke aspecten van onze
ervaring onder ogen te zien en te onderzoeken, dan kunnen er echter ineens
onverwachte dingen gebeuren. De stellige overtuigingen die we vaak hebben
omtrent dit soort gevoelens blijken bij nader inzien veeleer verhullend
te werken ten aanzien van mogelijke achterliggende motieven of oorzaken,
dan dat ze iets duidelijk maken. Door met een soort van open aandacht te
observeren kunnen bepaalde voorheen ongewenste gevoelens of gewaarwordingen
vanzelf van gedaante veranderen of op lossen. De verschuivingen die op
die manier ontstaan treden vaak subtiel en onopvallend in werking doch
hebben een heilzame en harmonisende werking.
Kennelijk
kunnen we de innerlijke, mentale ruimte verkleinen door muren in onszelf
op te trekken met als gevolg dat onze innerlijke vrijheid tot ervaren en
gewaar zijn wordt verminderd. Als dat mogelijk is dan moet ook het tegenovergestelde
mogelijk zijn: misschien zijn we in staat om bepaalde innerlijke, mentale
muren stukje bij beetje doorzichtig te maken waardoor onze capaciteit tot
volledig ervaren en gewaar zijn toe neemt.
Wanneer
we ruimte toelaten in onze ervaring merken we dat ook de beleving van ons
lichaam een geheel andere kwaliteit aan neemt. Het lijkt alsof allerlei
voorheen onopgemerkte, subtiele sensaties tot ons door beginnen te dringen
en het spectrum aan gewaarwordingen en gevoelsnuances zich eindeloos vergroot.
Ook hier blijkt elke gewaarwording een wereld van mogelijkheden in zich
te herbergen. Het werken met ruimte wordt op deze manier een verkennen
van onze ervaring, waarbij alsmaar nieuwe ontdekkingen worden gedaan en
waarbij geen enkele waarneming gelijk is aan een andere. Ook emoties en
gedachten blijken, net als moleculen en atomen voor het overgrote deel
niets anders dan ruimte te zijn. Op deze wijze begint een innerlijke ontdekkingsreis
die letterlijk grenzeloos is en die alsmaar nieuwe perspectieven ontsluit.
Eternity
is in love with the productions of Time.
(De
eeuwigheid is verliefd op de voortbrengselen van Tijd)
William
Blake
Tijd
is, evenals ruimte een verschijnsel dat aan onze ervaring vooraf lijkt
te gaan. Niets is denkbaar zonder tijd. Tegelijkertijd worden we gefascineerd
door voorstellingen van eeuwigheid en tijdloosheid. Onze alledaagse ervaring
is echter, qua tijdsaspect in hoge mate van tevoren gestructureerd. De
tijd lijkt soms meedogenloos. Aan de tijd valt niet te ontsnappen.
Is
dit zo? Het ligt eraan wat we verstaan onder ontsnappen. Wanneer we ons
leven bekijken dan is het zo dat we op een bepaald moment in de tijd worden
geboren, dat ons gedurende ons leven een beperkte hoeveelheid tijd ter
beschikking staat en dat er in de toekomst een moment zal zijn waarop onze
tijd zal zijn "afgelopen". Het moment van "nu" lijkt te fungeren als een
soort breekpunt waarop het verleden overgaat in de toekomst. Merkwaardig
genoeg gebruiken we een groot deel van onze tijd om ofwel met het verleden
bezig te zijn, ofwel om ons voorstellingen te vormen over de toekomst.
Het lijkt soms wel alsof verleden en toekomst in zekere zin werkelijker
zijn dan dit moment, het moment waarop we leven. Het verleden bepaalt wie
we (denken dat) we zijn en onze voorstelling van de toekomst bepaalt vaak
welke actie we ondernemen in het heden. Het heden, het nu, lijkt te verschrompelen,
te verdrogen, ingeklemd te raken tussen verleden en toekomst. Er blijft
van onze actuele ervaring niet veel over wanneer het grootste deel van
onze tijd gevuld wordt met overpeinzingen en voorstellingen betreffende
verleden en toekomst.
Wanneer
we op deze manier ons leven leiden dan lijkt de tijd inderdaad meedogenloos.
Het heden ontsnapt ons immers voortdurend en voordat we het weten worden
we in nieuwe situaties geplaatst en geconfronteerd met nieuwe omstandigheden
die de tijd aan draagt. Tijd is ons op deze manier altijd voor. We rennen
voortdurend achter de feiten aan. Geluk ligt altijd ergens in de toekomst,
ergens in een situatie waarin de omstandigheden ideaal zijn. Of we zijn
vervuld met heimwee naar een situatie in het verleden, waarin we (achteraf
bezien) ooit gelukkig waren. Het heden biedt op deze manier nooit de vervulling
waar we diep van binnen naar smachten.
Is
deze situatie onontkoombaar, zoals sommige filosofen ons willen doen geloven?
Het zou verleidelijk zijn om te geloven dat er ooit een moment zal komen
van verlossing uit deze gevangenis van de tijd. Het geloof in een hiernamaals,
een nieuw en beter leven na de dood, of een toestand van gelukzalige verlichting
ergens in de toekomst is een verleidelijke oplossing van dit probleem.
Deze oplossing is echter in elkaar gezet met behulp van het levenloze materiaal
van gedachten en fantasieën en als zodanig even "tweedehands" als
elke andere gedachte. Vanuit een hoger perspectief bekeken is deze oplossing
juist een verdere vernauwing van de valstrik waarin we ons bevinden. Door
ons te richten op (een voorstelling van) een bevrijding in de toekomst
voegen we meer van hetzelfde toe, waardoor het wezenlijke probleem nog
gecompliceerder wordt als het al was. Dit is vergelijkbaar met de situatie
die ontstaat wanneer we een ziekte die ontstaan is door het innemen van
een zeker vergif trachten te genezen door nog m‚‚r van hetzelfde vergif
in te nemen.
Wat
na enig bestuderen van de RTK-visie en enig werken met de oefeningen duidelijker
wordt - en wat we natuurlijk verstandelijk gesproken allang wisten - is
dat het heden, het nu al de tijd omsluit die ons ter beschikking staat
en die we nodig hebben. Ook voorstellingen omtrent verleden en toekomst
spelen zich af in het heden, in de actuele ruimte van ons bewustzijn. Een
intellectueel constateren van dit feit helpt ons echter niet af van de
gewoonte om te leven alsof dit niet het geval was. Het intensief en keer
op keer weer opnieuw werken met de oefeningen versterkt een gewaar-zijn
in ons waardoor de directe waarneming van dit feit alsmaar helderder en
indringender wordt. Daar waar de tijd eerst barrières op leek te
werpen en ons in leek te klemmen zodanig dat we zelfs van een gevangenis
gingen spreken, blijken bij nader inzien openingen te ontstaan naar een
nieuwe beleving van de werkelijkheid. De lineaire tijdsbeleving die onze
alledaagse "bevroren" ervaringswijze kenmerkt maakt geleidelijk aan meer
plaats voor een meer open, vloeibare beleving van de tijd. Tijd blijkt
niet langer een beklemmende en beperkende factor te zijn, iets waar we
voortdurend een tekort aan hebben en waarop we constantmoeten
letten. Tijd blijkt ook de mogelijkheid in zich te dragen van bevrijding,
onbegrensde vernieuwing en verandering. Niets ligt vast. Niets blijkt ook
maar een moment niet aan verandering onderhevig te zijn. Als we Tarthang
Tulku mogen geloven, dan berust onze alledaagse tijdsbeleving op een gigantische
zinsbegoocheling en illusie. Het werken met "Tijd" verruimt gaandeweg onze
visie, ons inzicht en ons vermogen tot gewaar zijn en handelen.
"If
the doors of perception were cleansed every thing would appear to man as
it is: Infinite. For man has closed himself up, till he sees all things
thro' narrow chinks of his cavern."
("Als
de deuren der waarneming waren schoon gemaakt zou elk ding verschijnen
zoals het is: oneindig. Want de mens heeft zichzelf opgesloten en ziet
alle dingen door de nauwe spleten van zijn grot.")
William
Blake
Wat
we normaal gesproken verstaan onder kennis verstaan heeft te maken met
gedachtevorming, theorie, informatie e.d. We leven in een tijd waarin dit
soort en met name technologische kennis een zeer hoge vlucht heeft genomen.
De gevolgen van dit soort kennis zijn overal om ons heenin
goede of kwade zinzichtbaar. Toch
wordt het ons geleidelijk aan duidelijk dat dit soort kennis in wezenlijke
zin niet bij draagt tot een betere of menselijker wereld. De technologische
kennis die is gebruikt voor het ontwikkelen van de meest geavanceerde medische
apparatuur is van dezelfde aard als het soort kennis die heeft geleid tot
vernietigingswapens waarmee we de Aarde in ‚‚n klap kunnen opblazen. Dit
is het soort kennis waarmee we vertrouwd zijn en waarnaar we streven. Onze
westerse beschaving is op hierop gebaseerd en omdat dit soort kennis letterlijk
en figuurlijk macht verschaft heeft de westerse technologie de wereld veroverd.
Wat
Tarthang Tulku echter met Kennis bedoelt heeft echter niets met dit soort
kennis te maken. Dit is in het begin, wanneer we voor het eerst kennis
maken met deze visie, soms wat verwarrend. We zijn zo geneigd om te willen
weten in termen van ideeën, voorstellingen, omschrijvingen etc. dat
we ons niet kunnen voorstellen dat er ook nog een ander soort kennis mogelijk
is. De Kennis waar het hier om gaat heeft echter niets te maken met voorstellingen
en theorieën. Wat we ons vaak niet realiseren is dat onze alledaagse
"lagere" (in Tarthang Tulku's termen) kennis ons juist vaak afsluit van
een meer heldere en volledige waarneming van de werkelijkheid.
Een
simpel voorbeeld verduidelijkt dit: wanneer we er een bepaald vooroordeel
op na houden met betrekking tot een bepaalde persoon dan zijn we geneigd
om onze interpretaties van zijn gedrag daardoor te laten leiden. Onze voorstellingen
over mensen werken vaak als zelf-vervullende profetieën waardoor we
het echte contact met mensen verliezen en de kiem wordt gezaaid voor misverstanden,
conflicten en oorlogen. Wanneer we bereid zijn om anderen onbevooroordeeld
en "open" tegemoet te treden, dan ontdekken we plotseling de "menselijke"
kant van iemand die we voorheen misschien beschouwden als vreemd, verdacht
of vijandig.
Wanneer
we deze zelfde redenatie op ons zelf toepassen dan kunnen we ons misschien
voorstellen dat we ook ten aanzien van onszelf en onze eigen ervaring een
muur hebben opgetrokken van ideeën, voorstellingen etc. Wat het werken
met Kennis duidelijk maakt is dat zich voorbij deze muur een onbegrensde
wereld van ervaringen bevindt, die ons normale begripsvermogen verre te
boven gaat. Kennis blijkt dan meer te maken te hebben met direct ervaren
en met een soort gewaar-zijn voorbij woorden en begrippen. Dit soort hogere
Kennis kan niet gemeten worden of gebruikt voor lagere doeleinden. Men
zou de hele RTK-visie, zoals Tarthang Tulku die in zijn boeken heeft neergezet
kunnen beschouwen als een poging tot het onder woorden brengen en overdragen
van hogere Kennis.
Hoewel
Kennis (met een hoofdletter) zich normaal gesproken buiten ons gezichtsveld
lijkt te bevinden, begaan als we zijn met wereldse en banale bekommeringen,
is zij altijd en in iedere ervaring aanwezig. Wat we normaal gesproken
niet merken (maar wat b.v. na het werken met bepaalde RTK-oefeningen wel
geleidelijk aan duidelijk kan worden), is dat we ons normaal gesproken
hiervan juist afsluiten. Om in contact te komen met Kennis is het dus niet
zozeer van belang dat we bijzondere pogingen doen om haar te bereiken of
te vergaren, als wel dat wegaan
zien hoe we geneigd zijn om haar buiten te sluiten. De kunst is dus niet
hoe Kennis te vergaren, doch hoe haar toe te laten.
Het
zal uit het bovenstaande duidelijk worden dat de RTK-visie zich niet gemakkelijk
laat doorgronden en classificeren. Theoretisch gesproken bieden deze boeken
de geïnteresseerde lezer niet makkelijk verteerbare maar wel zeer
voedzame kost. Praktisch gesproken biedt deze benadering een weg tot inzicht,
bewustwording en hogere niveaus van menselijke ontwikkeling.Een
voor de hand liggende vraag die mensen vaak stellen is: "Wat kan ik er
mee?", of "Waar is het goed voor?". Veel mensen gaan zich bezig houden
met meditatie, yoga e.d. in de hoop gezonder te worden, effectiever te
gaan functioneren, succes in de maatschappij te bereiken etc. Beloftes
van dien aard ontbreken in de RTK-visie gelukkig. Wie zich verdiept in
de boeken en de oefeningen ontdekt vanzelf dat de visie leidt tot een andere,
meer open waarneming van de werkelijkheid en dat deze andere waarneming
een bepaalde smaak heeft. De smaak van zinvolheid, kalmte, diepte, helderheid.
De verschuivingen die daardoor teweeg worden gebracht bevinden zich daardoor
op een ander niveau dan die van school- of werkprestaties, populariteit
etc. De tegenwoordige nadruk die men legt op het meten en vergelijken van
veranderingen t.a.v. de effectiviteit, zoals men dat zelfs met psychotherapieën
tracht te doen is vanuit een RTK-perspectief nogal futiel en niet-ter-zake-doend.
Het werken met deze visie brengt vanzelf een diepe voldoening en waardering
teweeg die geen uitwendige beloning meer behoeft.
Home | The
study of dreams | Articles in Dutch | Articles
in English | Interesting links | Pictures
of a visit to Namkhai Norbu | Some personal
information | Give your commentary