Deel 2 van het interview met Piet Hut

 

Vraag: Je bent waarschijnlijk  goed op de hoogte van diverse leringen. Ik heb je Zen en

Dzogchen al horen noemen en je bent ongetwijfeld met meer systemen in aanraking geweest.

Uiteindelijk heb je voor RTK gekozen (voorlopig althans). Kun je aangeven waarom? Wat

heeft RTK wat b.v. Zen en Dzogchen niet hebben?

 

Piet: Ach, kiezen, het is niet zo zwart-wit. Ik ben nog steeds zeer geinteresseerd in andere

richtingen, en ik zie geen enkele belemmering tegen een combinatie van werken met RTK en

met, bijvoorbeeld, Zen of Dzogchen. Tenslotte werkt Tarthang Tulku met RTK en

Boeddhisme tegelijk. Ik lees regelmatig in boeken met een Boeddhistische of Taoistische

achtergrond, en ik kan daar veel inspiratie uit putten. Het is voor mij meer een kwestie van

accent. En ja, ik heb nu al jarenlang het accent van mijn zoeken en verkennen op de RTK

golflengte afgestemd, voornamelijk omdat ik het meer toegankelijk vind dan andere

richtingen, die in heel andere culturen zijn ontstaan, en daardoor moeilijker te vertalen zijn in

onze eigen cultuur.

Concreet gezegd, ik vind dat de RTK oefeningen plastischer zijn, flexibeler, en zich

makkelijker laten aanpassen aan mijn dagelijks leven dan, bijvoorbeeld, zen-oefeningen.

Maar nogmaals, het is slechts een kwestie van gradatie, meer niet.

 

Zen en Dzogchen hebben eeuwenlange tradities, met lineages en rituelen, en wortels in

bestaande religies. RTK heeft dat niet, en is wat dat betreft beter te vergelijken met

wetenschap dan met religie. Het is daarom ook heel wel mogelijk om een actieve interesse

voor RTK te combineren met beoefening van Zen, of van Dzog Chen, of van een ander

systeem.  Het lijkt me veel moeilijker om bijvoorbeeld Zen en Dzog Chen tegelijk te

beoefenen.

 

Wat RTK gemeen heeft met wetenschap is het universele karakter van de benadering, de

vraagstelling, het gebruik van werkhypothesen, de kritische houding, en de bereidbaarheid om

uitgangspunten te veranderen als dat nodig blijkt. Dit alles past heel goed in onze huidige

cultuur. Je zou het een twintigste eeuwse vorm van Socratisch onderzoek kunnen noemen.

 

Uiteindelijk zie ik dat Zen, Dzogchen, en RTK, als ook een groot aantal andere systemen,

ruwweg dezelfde kant opwijzen, een kant die ik voor 't gemak maar "vrijheid van

identificatie" noem. Een vrij worden van de neiging die we hebben om onszelf maar

voortdurend te identificeren met allerlei nevenzaken: onze nationaliteit, onze baan, enz.

Discriminatie komt altijd voort uit identificatie. Zo gauw we de relativiteit inzien van alle

categori‰n waarmee we ons plegen te identificeren, verliest de neiging tot discriminatie zijn

kracht.

 

Vraag: Hoe ligt -in jouw beleving- de relatie tussen RTK en Boeddhisme?

 

Piet: Als ik nu echt een antwoord zou moeten geven, dan zou ik zeggen dat er op het niveau

van beleving, wat mij betreft, eigenlijk niet zoveel verschil lijkt te zijn. Maar ik wil dat niet

erg benadrukken, want het werken met RTK, als ook met meditatie in het Boeddhisme, is een

dynamisch iets. In elk jaar, en in zekere zin in elke maand, week, dag, uur, kunnen

verschillende ervaringen naar voren komen, die weer heel anders zijn dan wat je tevoren

meegemaakt hebt. Dus eigenlijk laat ik deze vraag maar liever open. In het algemeen is het

`openlaten' een heel belangrijk aspect van het werken met RTK.  Geen hoop, geen vrees.

 

Vraag: Hoewel ik wel enigzins meen te begrijpen wat je zegt over vrijheid, wil ik hier toch

even op doorgaan en in dit verband zelfs "advocaat van de duivel" spelen. Ik zou dan zoiets

willen zeggen als: Het is wel leuk en aardig om te beweren dat we allemaal al vrij zijn en

zelfs nooit onvrij zijn geweest. Maar is dit niet gewoon elitair gefilosofeer (om niet te zeggen

geouwehoer)? Wijzen niet alle omstandigheden en gebeurtenissen in de wereld om ons heen

in een andere richting? Het klinkt een beetje als de -inmiddels achterhaalde- opvatting van

Sartre: "De mens is absoluut vrij." Maar wat kopen we daarvoor? Sta jij wel met je beide

benen op de grond? En zo ja, wil je dan, aan ons normale stervelingen, misschien iets beter

uitleggen wat je bedoelt?

 

Piet: Allereerst wil ik benadrukken dat mijn idee van vrijheid geen dogma is, zelfs geen

'geloof', laat staan een blind geloof, in de traditionele zin. Ik zou het liever een werkhypothese

noemen, een uitgaangspunt voor verdere verkenning, een richtlijn om te gebruiken in het

laboratorium van mijn eigen leven.

 

Ten tweede is dit niet iets wat ik zelf uit mijn duim heb gezogen, of zo maar ergens opgepikt

heb omdat het me wel leuk leek. Integendeel, het is een integraal onderdeel van de hele

RTK-benadering, het is iets dat je overal tegenkomt, in vrijwel elk hoofdstuk van elk van de

RTK-boeken. En het is het totale en integere karakter van de hele RTK-visie, die me genoeg

vertrouwen geeft om dit vrijheids-idee in ieder geval serieus te nemen, als iets om zelf in

meer detail te onderzoeken.

 

Ten derde is dit radikale vrijheidsidee niet iets dat uniek is voor RTK. Het is prominent in

Dzogchen en soortgelijke Tibetaanse scholen, zowel in het Boeddhisme als in de inheemse en

meer shamanistische Bon religie. Verder staat dit idee centraal in veel vormen van Zen en

Taoisme. In Europa zijn er ook best voorbeelden te vinden, in het anonieme boek 'The Cloud

of Unknowing', bijvoorbeeld, en in de geschriften van Meester Eckhart en onze eigen

Ruusbroek.

 

Mijn vierde punt betreft de vraag: is het wel verstandig om in het openbaar te spreken over

zoiets radikaals als het idee van volledige vrijheid? In het algemeen luidde het antwoord

duidelijk 'nee'. Veel goedbedoelende mystici werden in de middeleeuwen in Europa als ketter

verbrand op de brandstapel, vaak omdat ze een te groot tipje van de vrijheidssluier oplichtten,

voor de smaak van de officiele kerk.  En ook in Azi‰, of het nu Tibet, India, China, of Japan

betrof, was het doorgaans zo dat dit soort radikale vrijheidsidee‰n niet publiek verteld

werden. En er was een goede reden voor dat deze idee‰n 'esoterisch' waren, in zekere zin

'geheim' dus: het is duidelijk dat de meeste mensen naar eenvoudiger vormen van religie

hunkeren, een vorm die hen meer directe troost en steun geeft, die hen precieze regels geeft

en vertelt wat goed en wat slecht is, en hen niet al te veel in de war brengt.

Om maar even een voorbeeld te noemen: als iemand mij vraagt of een stuk ijzer massief is of

niet, zal ik normaal bevestigend antwoorden, ook al weet ik dat een stuk metaal in feite

vrijwel 'leeg' is, en verre van massief op een subatomair niveau (meer dan 99,9% van de

massa zit in de atoomkern; de grootte van een atoomkern ten opzichte van het atoom is als

dat van een vlo in een kathedraal). Of om een tweede voorbeeld te noemen, ik zal niet

bestrijden dat de zon vanmorgen om vijf uur opging, hoewel ik best weet dat het in feite de

aarde is, die draait, en dat het correcter zou zijn om te zeggen dat de aarde onderging dan dat

de zon opging: de zon 'deed' in feite niets. Als je opeens aan iemand zou vertellen dat een stuk

ijzer vrijwel leeg is, en dat de zon niet echt opgaat, zonder verdere context, dan zou iemand

daar allicht allerlei verkeerde conclusies aan verbinden. Hij of zij zou misschien proberen

ijzer met handen te breken, of 's morgens geen reden meer zien om op te staan. De vragen die

jij hierboven stelt liggen op een soortgelijk vlak. Natuurlijk klinkt het radikale

vrijheids-begrip even absurd als de interne leegte van materie en het niet opgaan van de zon.

In de laatste twee gevallen is een kennis van de quantum-mechanica en het Copernicaanse

wereldbeeld belangrijk, in het geval van jouw vraag is een bekendheid met de RTK-visie (of

een van de andere visies die dit radikale vrijheidsbegrip in zich bergt) essentieel.

 

Het enige niet-zot-klinkende antwoord dat ik dus kan geven op jouw vraag is: lees de

RTK-boeken, doe de oefeningen, werk er mee in je eigen leven, en kijk maar eens of dit je

leven interessanter en rijker maakt, en je helpt bij je persoonlijke avontuur van

werkelijks-verkenning. Zo niet, dan zijn er nog allerlei andere, minder radikale richtingen die

je kunt proberen (in Boeddhisme, alsook in vele andere wereldbeschouwingen, al of niet

religieus). Zo ja, dan zullen de antwoorden vanzelf meer en meer duidelijk worden. Maar ook

dan nog zul je anderen niet logisch kunnen overtuigen van de 'waarheid' van de radikale

vrijheidshypothese - net zo min als ik je logisch zou kunnen overtuigen van het feit dat een

elektron zich soms als deeltje, soms als golf gedraagt. We hebben hier te doen met iets dat op

ervaring gestoeld is, en niet op een intellectuele redenering (zoals waarschijnlijk bij Sartre

merendeels het geval was). Toen het eerste RTK-boek verscheen, nu twintig jaren geleden,

waren er een aantal Tibetanen die er bezwaar tegen maakten dat Tarthang Tulku zulke

typisch 'esoterische' inzichten openbaar gemaakt had. Als je de inleidingen en voorwoorden in

de latere RTK-boeken leest, zul je zien hoe Tarthang Tulku dat soort kritiek heel serious

genomen heeft, en tenslotte concludeerde dat nu toch de tijd rijp is om dit soort kennis

openbaar te maken. Inmiddels zijn veel andere Tibetanen tot een soortgelijke conclusie

gekomen: kijk maar eens in de boekwinkels hoeveel er nu over Dzogchen gepubliceerd is,

een studiegebied dat tot voor kort volledig taboe was in algemene publikaties. We leven in

een tijd van openheid, en gelukkig hebben we een weidse vrijheid van meningsuiting, waarin

de meest radikale opvattingen gepubliceerd kunnen worden. Dit is heel fijn voor diegenen die

daar behoefte aan hebben, maar het is onwaarschijnlijk dat die groep erg groot zal worden.

Zonder een heel sterke persoonlijke motivatie om zelf in het avontuur van

werkelijksverkenning te duiken, is het wel heel griezelig om te horen dat alles op losse

schroeven wordt gezet,zoals in Zen en Dzogchen en RTK.  Het vergt een behoorlijke dosis

durf (moed, koppigheid, wanhopigheid?) om als een mysticus de woestijn in te gaan om met

weinig eten en drinken te bidden of te mediteren, dag in dag uit, alsof je leven ervan af hangt,

zoals Christelijke mystici door de eeuwen heen deden, en zoals shamanen in vele culturen

deden en nog doen. En om als moderne burger echt serieus RTK te beoefenen is in zekere zin

vergelijkbaar. Om gewoon de boekjes door te snuffelen, en eens een paar oefeningen te doen,

ach, dat is best leuk en aardig, en daar kun je dan nog eens leuke verhalen over vertellen aan

anderen. Dat bedoel ik niet. Ik heb hier de meer serieuze RTK-beoefenaars op het oog, die de

durf (moed, koppigheid,wanhopigheid?) hebben om de RTK-visie echt hun eigen leven te

testen.

 

 

Vraag: Op dit moment wordt RTK wel door een aantal mensen over de hele wereld meer of

minder intensief beoefend. Toch zijn dit in totaal natuurlijk slechts een handjevol

zonderlingen. Het blijkt in de praktijk toch erg moeilijk om iets van deze visie over te dragen

op mensen die er nog geen weet van hebben, ook al zijn ze soms al met andere "spirituele

systemen" in aanraking geweest. Ik ben met het oog op het voorgaande benieuwd hoe jij

denkt over de toekomst van RTK. Denk je bijvoorbeeld dat, nadat Tarthang Tulku t.z.t.

overlijdt, er anderen zullen zijn om die deze visie als een levend iets kunnen laten

voortbestaan? Wat zou daar voor nodig zijn denk je?

 

Piet: Ik ben wat dat betreft vrij optimistisch.  De boeken zijn zo geschreven dat je er al heel

veel aan kunt hebben zonder verdere persoonlijke begeleiding.  Het feit dat er oefeningen in

aangegeven worden is daarbij van groot belang.

 

In vrijwel elk boek in de tsk-series wijst Rinpoche er met nadruk op dat hij geen `tsk guru' is,

en dat eigenlijk iedereen het maar zelf uit moet zoeken, cru gezegd zelf contact

moet zoeken direct met Ruimte, Tijd, en Kennis.  In dit verband vind ik het ook heel mooi

wat er in Love of Knowledge geschreven is, net voor het allereerste hoofdstuk:

 

    “Dedicated as an expression of Knowledge to all who wish to explore the Time, Space,

and Knowledge vision, wherever and whenever they may be.”

 

Ik heb het idee dat dit 'whenever' erop duidt dat Rinpoche de tsk-boeken niet alleen voor onze

generatie geschreven heeft, maar ook voor verscheidene volgende generaties.  

Terug naar deel 1

 

Home | The study of dreams | Articles in Dutch | Articles in English | Interesting links | Pictures of a visit to Namkhai Norbu Some personal information | Give your commentary