EERSTE PUPPYKLAS - FICHE 3

1. Aandacht: hondje achterlaten

• oefening ��n voor ��n doen. geleider + pup naar andere kant van het terrein, let er op dat het er rustig is zonder afleiding.
• Geleider doet leiband uit zonder iets te zeggen en stapt weg vcan hondje(zonder bevel ! ). hondje zal niet graag blijven zitten en zodra hij merkt dat de baas weg is loopt hij hem achterna. Geleider wandelt verschillende kanten op zonder iets te zeggen.
• Op het laatste mag de geleider wel belonen als hondje bij hem komt, zo bevestigd hij nog eens extra dat het bij de baas plezant is.

2. Bevel "kom":

• Instructeur houdt hondje vast. geleider gaat op tweetal meter van hondje staan en lokt hondje naar zich toe (eventueel met hulpmiddelen als Speelgoedje, voedsel..)
• Wanneer hondje in zijn richtig komt bevel "kom"of "hier" en onmiddelijk hondje belonen.
• Verschillende keren kort na elkaar herhalen: puppy vindt het plezant. Al heel snel laat je het lokmiddel weg en komt de beloning(onregelmatig) achteraf
• Afstand heel stilletjes aan vergroten en proberen hondje zo snel mogelijk doen te komen.
• Denk eraan: ��n duidelijk bevel voor ��n opdracht.

3. Wandelen:

• Niet trekken aan de lijn moet een gewoonte worden. Trekken aan de lijn mag nooit (consequent zijn, anders begrijpt de hond het niet).
• Leg het verschil uit tussen 'niet trekken'en dicht volgen'.
• Goed leren corrigeren vanuit stilstand. Indien nodig : uitleg slipketting.

4. Rangorde:de aandachtsoefening uitleggen

• Hondje is roedeldier, zonder groep kan hij niet overleven. Jonge honden gaan letten op wat de leider doet en niet omgekeerd.
• Veel geleiders gaan onmiddellijk willen roepen op hun hondje om ze achter zich aan te lokken: op wijzen dat ze dat niet moeten doen. geleiders aanmoedigen om dit ook op vreemde plaatsen (zondergevaar) te doen. Ze krijgen er vertrouwen in want het lukt zelfs hier met zoveelafleiding
• geleiders kunnen zich ook eens wegstoppen, plots andere kant op lopen enz. om aandacht te krijgen van hondje.

5. Lawaai en beweging:

• Tijdens speeltijd vreemde voorwerpen op terrein zoals: bussen met steentjes in, paraplu, kinderwagen, signalisatiekegeltjes. Laat hondjes gewoon doen. geleiders uitleggen dat ze angstgedrag niet (onbewust) gaan bekrachtigen.
• Hondjes door de buis lokken, of de trap leren kennen.